Westfriese dorpskermis

Beroemd en berucht, tot op de dag van vandaag, zijn de Westfriese kermissen. Binnen de Omringdijk kennen we er ieder jaar 75. Van oudsher bestaat de dorpskermis vaak uit niet meer dan een aantal marktkramen en een draaimolen. De echte kermis echter, speelde (en speelt) zich voornamelijk af in en rondom de herberg of het café.

Patroonheilige
Verondersteld wordt dat de traditie van de kermis is voortgekomen uit de ‘kerkmis’ die ter ere van de patroonheilige van de betreffende plaats werd gehouden. Traditiegetrouw begon de kermis dan ook op zondag, na de kerkdienst. De volgende dag werd de kermis voortgezet met “het eerste deuntje” om tien uur ‘s ochtends. Kerkvaders, en later de protestante predikanten, waarschuwden voor lichtzinnig vermaak, maar aan die waarschuwingen gaf de Westfries weinig gehoor. De kermis was voor iedereen. De goed bedeelde burgers waren blij dat ze eindelijk iets te doen hadden in hun overvloedige vrije tijd. De armen kenden geen vakantie en spaarden daarom het hele jaar voor de drie dagen feest waarin ze even niet aan het werk hoefden te denken.

Dier en vertier
Naarmate de negentiende eeuw verstreek, verdween - met de komst van winkels - de marktfunctie van de kermis. Vertier en vermaak is vanaf die tijd het enige doel. In sommige gevallen was het volksvermaak tijdens het feest nogal hardvochtig. Kort voor 1900 werden spellen verboden waarin vooral dieren het moesten ontgelden, zoals het kat- en pauwknuppelen en het paling- en ganstrekken. Het vertier werd vooral gevonden in de herberg of het café.

Opstootjes
Onlosmakelijk verbonden met de kermis is dan ook het drankgebruik. Het hielp de mannen en vrouwen om hun harde werken te vergeten en het vergemakkelijkte het dansen en sjansen in de herberg. Ook kwam er veel volk vanuit de omliggende dorpen op het feest af. Van alle tijden zijn de opstootjes die daarmee gepaard gingen. Zo is er een voorbeeld uit 1754, toen een diender uit Grootebroek het tijdens de Lutjebroeker kermis aan de stok kreeg met één van de aanwezigen. De diender zou, naar verluidt beschonken en wel, tot ruzie hebben aangezet, gedanst hebben in enkel een hemdsrok en ongerechtvaardigd handtastelijk hebben ingegrepen. De gedupeerde klaagde de diender nog diezelfde week om zijn vergrijpen aan. 
Door Sanne van Alderwegen

Geselecteerd uit onze collectie
100 N Ach lieve Tijd: West-Friesland. Aflevering 11: Twintig eeuwen Westfriezen en hun vertier en vermaak
152F23 Rem Kappelhof Rzn., ‘Kermis op Zwaagdijk’, in: Jaarboek Historische Vereniging `Den Swaegh Dyck'; jrg. 2011, deelnr. 16, blz. 71-73
152F24 ‘Kermis’, in jaarboek Blokker Toen en Nu: 'Vroeger raakt nooit op', jrg. 2012, blz. 39-78

 

VV-kermis1

 

VV-Kermis2

 

VV-Kermis3

chat loading...