Aartswoud voor 1812

Geschiedenis in deze periode

Aartswoudwordt voor het eerst vermeld in een baljuwsrekening uit 1311, als Nedartswoude. In dit document komen ondermeer de namen voor van de oudste misdadigers van het dorp. Andere varianten op de plaatsnaam zijn: Edaertswoude en Edairtswoude.

Bestuur en grondgebied
Aartswoud was tot 1812 een zelfstandig dorp met eigen bestuur. Rond 1800 kwamen hiervoor de termen “gemeente” en “gemeentebestuur” in zwang. Per 1 januari 1812 ging Aartswoud op in de gemeente Hoogwoud.
Tot het dorp behoorden Aartswoud, huizen langs de oostzijde van de Langereis en het noordelijk deel van De Gouwe, en een deel van de Kolk van Dussen, een zeventiende-eeuwse droogmakerij.

Gerechtelijke indeling
Het dorp behoorde gerechtelijk tot de stede en heerlijkheid Hoogwoud. Deze toestand heeft bestaan tot maart 1811.

Kerkelijke indeling
De gereformeerde, later hervormde gemeente Aartswoud vormde een zelfstandige kerkgemeente met een eigen kerkbestuur en predikant. De katholieken uit Aartswoud vielen onder de statie Hoogwoud.

Waterstaatkundige indeling
Aartswoud viel voor het onderhoud van de Westfriese Omringdijk onder de Vier Noorder Koggen.
Aartswoud viel voor de afwatering deels onder de Vier Noorder Koggen en deels onder de Binnenpolder.

Bronnen

 

Plaatselijke begraafgegevens
Inwoners van alle godsdienstige gezindten werden begraven in de gereformeerde kerk of de naastgelegen begraafplaats. Hiervan zijn gegevens bewaard gebleven uit de periode 1769-1807.

Plaatselijke huwelijksgegevens
Huwelijken van alle godsdienstige gezindten werden tot begin 1795 verplicht afgekondigd in de gereformeerde kerk. Deze afkondigingen zijn niet bewaard gebleven. De trouwinschrijvingen uit de periode 1646-1688 en 1793-1811 zijn wel beschikbaar.

Gerechtelijke huwelijksgegevens en impost op trouwen en begraven
Tijdens de Republiek (tot begin 1795) werden alleen gereformeerde huwelijken wettelijk erkend. Wettige huwelijken van andersdenkenden werden gesloten voor de stedelijke rechtbank in Hoogwoud. Hiervan zijn gegevens bewaard gebleven uit de periode 1678-1687. Ook de in Aartswoud betaalde impost (= belasting) op trouwen en begraven werd door de stede Hoogwoud geregistreerd, deze registers zijn niet aangetroffen.