Jaarstijlen

Eén van de hulpdisciplines van de geschiedwetenschap, de tijdrekenkunde, houdt zich bezig met jaarstijlen. We zijn gewend aan de ‘jaardagstijl’, die het nieuwe jaar laat ingaan op 1 januari. In de Middeleeuwen bestonden er echter ook andere jaarstijlen. Bij de interpretatie van de datum op een middeleeuws privilege, bijvoorbeeld een stadsrecht, is een foutje zo gemaakt. Met alle gevolgen vandien. Menig stadsrechtjubileum is in het verleden in het verkeerde jaar gevierd.

Kerst, Maria Boodschap en Pasen
In de Middeleeuwen hadden sommige plaatsen de gewoonte om het jaar al te laten beginnen op 25 december (Kerstmis), de dag van Jezus’ geboorte. Dit noemen we de ‘kerststijl’. Op 24 december 1300 volgde dan 25 december 1301, op 24 december 1301 volgde 25 december 1302 enzovoort. Bij de ‘boodschapsstijl’ viel nieuwjaarsdag op 25 maart (de dag dat de engel Gabriël aan Maria de boodschap bracht dat zij moeder zou worden van Jezus).
Weer anderen lieten het jaar beginnen op Pasen, de dag van Jezus’ verrijzenis. Omdat de paasdatum per jaar verschilt, was het ene jaar langer dan het andere. In de jaardagsstijl begon 1301 uiteraard “gewoon” op 1 januari. In de paasstijl versprong het jaartal echter pas op Pasen = 2 april 1301. Dat jaar duurde vervolgens tot 22 april (Pasen) 1302, oftewel 385 dagen. Bij zo’n extra lang jaar kwamen sommige data dus twee keer voor. De data 2 tot en met 21 april zaten in 1301 zowel aan het begin als aan het eind van het jaar. Het jaar 1302 volgens de paasstijl was juist extra kort: 352 dagen, want Pasen viel op 7 april 1303. De data 8 tot en met 21 april kwamen in het ‘paasjaar’ 1302 niet voor.

De paasstijl en Westfriesland
De kanselarij van de graven van Holland dateerde zijn stukken volgens de paasstijl. Deze wetenschap is van belang voor de datering van de stadsrechten van Medemblik, Enkhuizen en de Westfriese plattelandssteden. Daarin staan de volgende data:

 

Volgens de jaardagstijl is dit steeds vóór de paasdatum, dus moeten deze privileges dateren uit 1289, 1356 en 1414. In Enkhuizen ging het bijvoorbeeld mis bij de herdenking van het 600-jarig stadsrecht: de viering in 1955 was eigenlijk één jaar te vroeg. Dit foutje werd bij de viering van 2006 rechtgezet.

Geselecteerd uit onze collectie
119C16 E.I. Strubbe en L. Voet, De chronologie van de middeleeuwen en de moderne tijden in de Nederlanden (Amsterdam 1960).
156D66 C.C. de Glopper-Zuijderland, In tijd gemeten (Den Haag 1999).
118G70 Jan de Bruin, ‘Waarom Enkhuizen niet in 1355, maar in 1356 stadsrechten kreeg’, in: Steevast 2001 (Enkhuizen 2001).
136F11 J.C.M. Cox, ‘Het stadsrecht van Hoorn : 'onsen goeden luden van Hoerne ... om meneghen trouwen dienst'’, in: Oud Hoorn (Hoorn 2007).