Westfriezen bij de notaris
Al honderden jaren lang zijn notarissen actief in Westfriesland. In hun akten bevinden zich talrijke bijzonderheden over het leven van onze voorouders. Het oude notariële archief wordt vooral door onderzoekers en gevorderde genealogen geraadpleegd. Om meer mensen kennis te laten maken met deze interessante en uitgebreide bron, besteden wij op onze website aandacht aan enkele in het oog springende akten.
Een huilend kind en een slechte min
Lange tijd was het gebruikelijk, vooral in de hogere lagen van de samenleving, om een pasgeboren kind uit te besteden aan een min. De min voedde en verzorgde het kind. De min kon bij de ouders intrekken, maar het gebeurde ook dat de min het kind meenam naar haar eigen huis.
De naaister en de dienstmeid
Jan Ackerman en Marij Maartens, een naaister, kwamen allebei uit Andijk en ze waren verloofd. Jan vertelde Marij dat hij haar ‘noit soude verlaten tot in der eeuwigheijt’. Hij zou zelfs niet bij haar weg gaan als iemand ‘met een swaart boven zijn hooft’ stond. Om hun liefde te bevestigen, besloten ze te trouwen. Rond kerst 1725 ging Jan met zijn achterneef naar de secretaris van Stede Grootebroek om het huwelijk aan te kondigen. Helaas kond de secretaris dit nog niet goedkeuren, Jan had toestemming van zijn voogden nodig voordat hij mocht trouwen. Maar dat zou vast wel goed komen. Ze waren immers al verloofd.
De schreeuwende schout
Op 4 augustus 1741 stond plotseling de bode van de schout voor de deur van het predikantsechtpaar De Beer in Abbekerk. Uit naam van de schout kreeg predikant De Beer een boete opgelegd van dertig gulden vanwege het afvuren van een musketr. De predikant was zeer verbaasd, hij had al minstens veertien jaar geen ‘geen schietgeweer (…) gebruykt om te schieten’.
Contante penningen en gebeterde dieren
Van 1744 tot 1764 zorgde de veepest voor veel ellende in de Republiek en de rest van Europa. De ziekte kon wel tot 80% van de veestapel doden. Maar herstelde een dier van de ziekte, dan kon hij niet nog een keer ziek worden. En dit dreef de prijs voor zo’n dier op de markt op. De weerslag van deze voor veel veehouders desastreuze ziekte is te zien in het notarieel archief.
Het aanbouw-‘dispuut’
Kornelis Dool en Theunis Pietersz. Timmerman waren naast buren ook collega’s. Beiden waren schepen en vroedschap van Twisk. Timmerman was daarnaast, zijn naam verraadt het al, huistimmerman. En hij had aan de oostzijde van zijn huis een stuk aangetimmerd. Dool was hier niet zo blij mee, want het was veel te dicht op zijn erf gebouwd. Volgens Timmerman viel dat wel mee, er was nog behoorlijk wat ruimte over.