Kaart van de Abdijer landen, gelegen tusschen de Slaper ende Petten : 't voorstuck van de voor- eynden, 't middelstuck van de vooreynden en 't achterstuck van de vooreynden
Belendingen van het westelijke perceel ('t achterstuck):
ten noorden: 'Aryaen Herckxsz';
ten westen: 'Purmerent';
ten oosten: ''t middelstuck';
ten zuiden: 'd' erven van Cornelis Cornelisz'.
Oppervlakte: 'twee morgen driehonderteneenentachtentich roeden'.
Belendingen van het middelste perceel ('t middelstuck):
ten noorden: 'Monnickedam';
ten westen: ''t achterstuck';
ten oosten: ''t voorstuck';
ten zuiden: 'Herck Allertsz'.
Oppervlakte: 'twee morgen driehondertenvijfentsestich roeden Drechterlantsche mate'.
Belendingen van het oostelijke perceel ('t voorstuck):
ten noorden: 'Monnickedam';
ten westen: ''t middelstuck';
ten oosten: 'Klaes Jansz Krom';
ten zuiden: 'Jan Klaesz te Petten'.
Oppervlakte: 'twee morgen driehondertendrieëntwintich roeden'.