U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken.
Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.
Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.
1107 Stede en gemeente Grootebroek, 1364-1949
1107
Stede en gemeente Grootebroek, 1364-1949
Inleiding
laatste wijziging 11-12-2023
2.560 beschreven archiefstukken
65 gedigitaliseerd
totaal 746 bestanden
Inventarissen
2.13. Bijlagen
2.13.1. Regestenlijst
134 Burgemeesters, vroedschappen en regeerders van Grootebroek hebben een request ingediend bij de Staten van Holland en West-Friesland, inhoudende, dat hertog Philips van Bourgondië op 4 augustus 1449 octrooi heeft verleend om ten behoeve van de aanleg van de Broeker haven zogenaamd sluisgeld te heffen, hetwelk tegenwoordig behalve aan het onderhoud van de haven, de vijf bruggen aldaar, de zeesluis en de binnenkolk, bovendien wordt besteed aan het onderhoud van 400 roeden binnenkanaal, 500 roeden straatweg, het rad, het Oude Mannenhuis, de huizen van twee dienaars van de justitie, vier torens met hun uurwerken, vier brandspuiten, de tractementen van de secretaris, bode, burgemeestersdienaar, zeven schoolmeesters, vier vroedvrouwen, en vier klapperwachten; dat voorts in 1728 de zeesluis, die zwaar was beschadigd door de paalworm, voor 20.000 gulden is vernieuwd, welk bedrag gedeeltelijk wordt afgelost uit de inkomsten van het sluisgeld; dat ofschoon de.hoogte van de belasting zeer redelijk is een aantal inwoners deze weigert te betalen, zodat men verzoekt om de belasting zonodig bij parate executie te mogen invorderen. Voorts delen zij mee dat ze in 1600 en voor het laatst op 22 november 1708 octrooi hebben ontvangen om gedurende 15 jaar ten behoeve van het onderhoud van brandgereedschap en het herstel van brandschade, van de bewoners van elk huis zogenaamd emmergeld te heffen, welke belasting later evenals het sluisgeld ten dele aan bovengenoemde zaken is besteed. Aangezien in 1750 het weeshuis, 30 huizen en 4 schuren zijn verbrand, verzoekt men vernieuwing van dit octrooi. Men benadrukt dat het de enige belastingen zijn die de burgers worden opgelegd en samen nog geen 1500 gulden bedragen. De Staten staan op het request toe dat gedurende 15 jaar ten behoeve van voormelde zaken sluisgeld wordt geheven ten bedrage van resp. maximaal 30, 15 en 5 stuivers van resp. de vermogende, middelbaar vermogende en minvermogende burgers, en eveneens gedurende 15 jaar brandemmergeld
1107 Stede en gemeente Grootebroek, 1364-1949
2. Inventarissen
2.13. Bijlagen
2.13.1. Regestenlijst
134
Burgemeesters, vroedschappen en regeerders van Grootebroek hebben een request ingediend bij de Staten van Holland en West-Friesland, inhoudende, dat hertog Philips van Bourgondië op 4 augustus 1449 octrooi heeft verleend om ten behoeve van de aanleg van de Broeker haven zogenaamd sluisgeld te heffen, hetwelk tegenwoordig behalve aan het onderhoud van de haven, de vijf bruggen aldaar, de zeesluis en de binnenkolk, bovendien wordt besteed aan het onderhoud van 400 roeden binnenkanaal, 500 roeden straatweg, het rad, het Oude Mannenhuis, de huizen van twee dienaars van de justitie, vier torens met hun uurwerken, vier brandspuiten, de tractementen van de secretaris, bode, burgemeestersdienaar, zeven schoolmeesters, vier vroedvrouwen, en vier klapperwachten; dat voorts in 1728 de zeesluis, die zwaar was beschadigd door de paalworm, voor 20.000 gulden is vernieuwd, welk bedrag gedeeltelijk wordt afgelost uit de inkomsten van het sluisgeld; dat ofschoon de.hoogte van de belasting zeer redelijk is een aantal inwoners deze weigert te betalen, zodat men verzoekt om de belasting zonodig bij parate executie te mogen invorderen. Voorts delen zij mee dat ze in 1600 en voor het laatst op 22 november 1708 octrooi hebben ontvangen om gedurende 15 jaar ten behoeve van het onderhoud van brandgereedschap en het herstel van brandschade, van de bewoners van elk huis zogenaamd emmergeld te heffen, welke belasting later evenals het sluisgeld ten dele aan bovengenoemde zaken is besteed. Aangezien in 1750 het weeshuis, 30 huizen en 4 schuren zijn verbrand, verzoekt men vernieuwing van dit octrooi. Men benadrukt dat het de enige belastingen zijn die de burgers worden opgelegd en samen nog geen 1500 gulden bedragen. De Staten staan op het request toe dat gedurende 15 jaar ten behoeve van voormelde zaken sluisgeld wordt geheven ten bedrage van resp. maximaal 30, 15 en 5 stuivers van resp. de vermogende, middelbaar vermogende en minvermogende burgers, en eveneens gedurende 15 jaar brandemmergeld
Datering:
1751 juli 15
NB:
van 15 stuivers voor elke emmer, waarbij met voorbijgaan van de minvermogenden een burgerhuis op 1 en een parate executie bij wanbetaling, mits van het provenu van Wast-Friesland en het Noorderkwartier rekening en verantwoording wordt afgelegd.
Zegel zwaar beschadigd. Inv.nr. 188.
Zegel zwaar beschadigd. Inv.nr. 188.
Zie ook:
laatste wijziging 27-08-2012
laatste wijziging 11-12-2023
2.560 beschreven archiefstukken
65 gedigitaliseerd
totaal 746 bestanden
Kenmerken
Datering:
1364-1949
Beschrijving:
Stede Grootebroek, Dorp Grootebroek, dorp Bovenkarspel, dorp Lutjebroek, gemeente Grootebroek, Burgerlijk Armbestuur Grootebroek, Levensmiddelenbedrijf Grootebroek, Werkloosheidscommissie Grootebroek, Woningbouwvereniging 'St. Jozef' , college van Landrijken van Grootebroek, Lutjebroek en Bovenkarpsel
Datering:
1364-1949
Plaats:
Grootebroek
Soort archief:
overheid
Omvang:
26815 mm
Licentie:
Openbaar:
Ja
Auteur:
W. Brieffies (1985, 1997)
laatste wijziging 11-12-2023
2.560 beschreven archiefstukken
65 gedigitaliseerd
totaal 746 bestanden