Toelichting vergunningen

U doorzoekt hier indexen op de bouw- en hinderwetvergunningen van onze gemeenten.
De beschikbare bouwvergunningen zijn opgenomen in een schema.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken.
In het werkgebied kunt u de juiste (oude) gemeente vinden.

Wilt u een vergunning raadplegen? Vraag de vergunning dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.
Het is handig om een (digitale) camera mee te nemen om foto's te maken van bouwtekeningen.

Uw zoekacties: Dorp en Gemeente Wervershoof en Gemeente Hoog en Laag Zwaagd...

1271 Dorp en Gemeente Wervershoof en Gemeente Hoog en Laag Zwaagdijk, 1644-1976

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis van de organisatie
1271 Dorp en Gemeente Wervershoof en Gemeente Hoog en Laag Zwaagdijk, 1644-1976
Inleiding
1.
Geschiedenis van de organisatie
Uit verschillende archeologische vondsten kan worden vastgesteld, dat onze streken omtrent 100 jaar vóór Christus reeds waren bewoond. Volgens prof. I.H. Gosses (Dokkum 9 januari 1873-Groningen 23 januari 1940) vond deze vestiging aanvankelijk plaats in het wilde weg. "Iedere familie zocht haar weg en bestaan in deze wildernis, maar daarin moest wel verandering komen, toen toename van de bevolking noopte tot een zekere ontginning. Men moest meer levensruimte scheppen en wist dat deze te verkrijgen was door het water te bedwingen. Hierbij is men ten slotte systematisch te werk gegaan. Het gebied dat door de bewoners op hun tochten door de moerassen was verkend, werd verdeeld in een aantal vaak blokvormige terreinen. Deze werden toegewezen aan een aantal familiën, die gezamenlijk een buurschap vormden en dat gebied als haar domein konden beschouwen. Zij voerden hierover het bestuur en bezaten de bevoegdheid om binnen deszelfs grenzen recht te spreken: recht te bannen. Het afgebakende gebied viel onder de rechtsban van het buurschap en werd daarom ook v/el kortweg ban of banne genoemd". Tot zover prof. Gosses. * 
De opgravingen in 194 onder leiding van prof. A.E. van Giffen begonnen *  , brachten aan het licht, dat de eerste bewoners meestal van veeteelt leefden (coyen houden), later schijnen ook weinigen in de visvangst een karig bestaan te hebben gevonden. Tot de 13e eeuw staan ons geen geschiedkundige gegevens meer ten dienste. Wel zegt een vrome overlevering, dat de H. Werenfridus omstreeks 700 hier heeft gepredikt en een pastoorshuis heeft gesticht, vandaar de naam Werenfridshoeve, terwijl volgens Hamconius, een zestiende eeuws geschiedschrijver, Warvershoff door koning Lemus II in het jaar 400 werd gesticht, maar beide beweringen missen iedere grond. Ook de oorkonde van 1132, waarin als laatste tot de abdij van Odulphus te Stavoren behorende kerken, Wervershof wordt genoemd, moet als een vervalsing v/orden aangemerkt. Voor het eerst vinden we "Werfaertshof" op de kaart van 1288 van G. de Vries Az. als reeds bestaande aangegeven.
In een oorkonde van 25 juli 1326 lezen wij "dat de heer den middeldijk van Heer-Huijgencogh tot Wervershoof vrij quijte, dat hem niemant schouwen noch stoelen en sal". *  Vandaar mogen wij, meen ik, terecht besluiten, dat deze banne omstreeks 1200 officieel met de naam "Werfaertshof" of "Waerfartshoeve" is genoemd. P. Noordeloos, een bekend historicus meent, dat Wervershoef de aanduiding is van de plaats, waar de Friezen van deze omgeving (de Drachter Friezen) hun gemeenschappelijke "werf" (verkiezing) hielden. Wanneer men echter weet, dat omstreeks 1298 de baljuw van het Oosterbaljuwschap, bestaande uit het Houtwouder en het Drechtinger ambacht ergens onder de blote hemel de vierschaar spande, wat "werf" genoemd werd, zou het dan absurd zijn "Wervershof" aldus te verklaren, als de plaats (hof) waar de vierschaar werd gespannen m.a.w. de rechtspraak werd gehouden? Sapientiores judicent. Nadat de graven van Holland herhaaldelijk pogingen hadden aangewend om hun gezag in Westfriesland te doen erkennen, gelukte het graaf Floris V zich in 1289 door de Westfriezen als heer te doen erkennen. Medemblik werd in dat jaar tot stad verheven. Onder graaf Jan I kwamen de Westfriezen in opstand, maar werden in 1297 beslissend bij Vronen verslagen.
De verdeling en onderverdeling van Westfriesland, die de Hollandse graaf bij de definitieve verovering aantrof, was als volgt: het gehele gebied "tota communitas Westfrisiae" was verdeeld in een drietal pagi (gouwen) Tessel, Wiron en West(f)linge, waarvan de laatste onderverdeeld was in 4 ambachten: de Dresterland, de Houtwouder ambacht, de Nuwe dorpe en de Langhedicke. Ieder ambacht was onderverdeeld in vierendelen, ook koggen genaamd. De onderdelen van de koggen heetten bannen, rechtsgebieden. Men make goed onderscheid tussen banne en dorp. Een dorp is een complex van woningen, zonder daaraan zelfs de gedachte van een bepaald grondgebied, laat staan rechtsgebied te verbinden. Bij de verovering was Westfriesland nog "prae-feodaal". Maar onder de Hollandse graaf kon die toestand voor het bestuurstelsel uiteraard niet blijven bestaan. Vandaar ging de graaf het gebied feodaliseren. In de plaats van de oude gouwen kwam een nieuwe indeling in 3 baljuwschappen. Het Oosterbaljuwschap of het baljuwschap van Medemblik bestaande uit het Houtwouder- en het Drechtinger ambacht. Het Westerbaljuwschap of het baljuwschap van Friesland, bestaande uit de beide andere ambachten en Wieringen. Het Noorderbaljuwschap of het baljuwschap van Tessel, slechts bestaande uit het eiland Tessel. * 
Bij het begin van de 15e eeuw waren de jaren van het baljuwschap geteld en liep dus ook de bediening van de baljuw ten einde. De rechtspraak der schepenbanken op het land liet veel te wensen over. Willem VI wiens grootste zorg was hierin verbetering te brengen, meende zijn doel te kunnen bereiken door groepen landelijke gemeenten tot stad te verheffen de z.g.n. "streeksteden". Dat betekende in de middeleeuwen de oprichting ener zelfstandige hoge vierschaar, afscheiding van het gemene landgericht, dat eigenlijk door de baljuw werd beheerst. En zo werd in 1413 het oosterbaljuwschap of het baljuwschap van Medemblik opgeheven met alle gevolgen van dien. In 1414 werden Opperdoes, Almersdorp, Oostwoud en Wervershoof onder de politieke: en criminele jurisdictie van de stad Medemblik gebracht. Dit betekende echter niet, dat de er onder vallende dorpen ook onder het plaatselijk bestuur van Medemblik ressorteerden. Integendeel deze dorpen hadden hun eigen regenten, "vredemakers", maar dezen werden door de stedelijke regering benoemd. Het keuren en schouwen van wateringen en sloten o.a. was de taak van het dorpsbestuur. Ook het onderhoud der molens viel onder zijn bevoegdheid. In 1494 (1496) legden de vertegenwoordigers hun verklaringen af "namens die stede van Medemblijck metten drijen dorpen als Oostwoude, Wervershooff ende Does, die onder hemluijden gelegen zijn ende een schoutambacht es". De gemeentenindeling door Willem VI vastgesteld is vrijwel onveranderd blijven bestaan tot de franse tijd.
"Bij occasie van de omwenteling van zaken" heeft Wervershoof zich in 1795 van Medemblik losgescheurd en een eigen rechtbank ingesteld. Tevens werd het accoord van 1582, waarbij de geannexeerde dorpen in de stedelijke belasting van Medemblik moesten bijdragen, te niet gedaan. 11 december werd één der burgers verkozen tot criminele schout. De 8ste januari van het volgende jaar werden 7 burgers als schepenen toegevoegd. Ze kregen ook een eigen schepenrol. De burgers zelf ter vergadering opgeroepen, benoemden hun eigen municipaliteit of plaatselijk bestuur. De vreugde was echter van korte duur. Door een publicatie van het departementaal bestuur van 24 maart 1803 werd alles in de oude toestand van vóór 1795 teruggebracht. Lange jaren bleef Wervershoof een klein en onbetekenend gehucht. Blijkens "de Informacie" van 1514 telde het 55 huizen en 320 volwassenen; in 1632, 87 huizen en honderd jaar later 69 huizen en één molen. 16 oktober 1795 telde men 151 mannen, 140 vrouwen, 120 kinderen samen 411 zielen. In 1811 was het aantal inwoners gestegen tot 477. Toen in dat jaar (franse tijd) een nieuwe gemeentenindeling tot stand kwam, werd vanaf 1 januari 1812 Wervershoof met de gemeente Andijk verenigd.
1 mei 1817 kreeg ook ons dorp met zovele andere zijn onafhankelijkheid terug. Het nieuwe bestuur werd gevormd door een schout, bijgestaan door twee assessoren en drie raadsleden. Bij K.B. van 9 augustus 1825 no. 74 werd de titel van schout veranderd in die van burgemeester; in 1851 die van assessoren in die van wethouders. De volgende opgaven geven een beeld van de gestadige groei in de loop der jaren. In 1840-564 inwoners; 1849-120 huizen, 122. gezinnen, 630 inwoners n.l. 130 hervormden en 500 katholieken. In 1859-718 zielen. Wel was in 1846 de vereniging van Hoog- en Laag Zwaagdijk met Wervershoof besproken, maar tot samenvoeging was het niet gekomen. Dit geschiedde 1 januari 1868 (K.B. van 22 december 1867, Stbl. no. 163), toen het van Zwaag werd afgescheiden. (1 januari 1968 bestaat onze gemeente in zijn huidige samenstelling dus 100 jaar !!) Het aantal inwoners was hierdoor tot 1632 gestegen. In 1890 telde de gemeente 2024; in 1910, 2426 en in 1937, 3694 zielen. In dat jaar bestond het bestuur uit burgemeester, 2 wethouders en 9 raadsleden.
2. Geschiedenis van de archiefvorming
3. Verantwoording van de inventarisatie
4. Geraadpleegde bronnen
5. Literatuur
6. Lijst van functionarissen

Kenmerken

Datering:
1644-1937 (1976)
Beschrijving:
bevat archieven van dorpsbestuur, gemeentebestuur Wervershoof, ambtenaar van de burgerlijke stand, gemeentelijk electriciteitsbedrijf, burgerwacht, commissie tot wering van schoolverzuim, distributiebedrijf, crisiscomite's, plaatselijke schoolcommissie Wervershoof, gemeentebestuur Hoog- en Laag Zwaagdijk
Datering:
1644-1937 (1976)
Plaats:
Wervershoof
Soort archief:
Overheid
Omvang:
17625 mm
Openbaar:
Ja
Auteur:
P.M. Verhoofstad (1967), A. Galiart (aanvulling 2022)
 
 
 
chat loading...