Toelichting zoeken

U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken. 

Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.

Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.

Uw zoekacties: Benoeming van bewindvoerder, 22-3-1638

ONA 3872. Hauwert, akten notaris Gerrit Adriaensz Van Warmenhuijsen, 1634-1653.

beacon
1  records
 
 
Notariële akte
Benoeming van bewindvoerder, 22-3-1638
Notaris:
Gerrit Adriaensz van Warmenhuijsen
Plaats notaris:
Hauwert
Soort akte:
Benoeming van bewindvoerder
Persoon in notariële akte:
1 Maljaart Simons  
2 ? (1e kind) Maljaarts  
3 ? (2e kind) Maljaarts  
4 ? (3e kind) Maljaarts  
5 ? (moeder)  
6 IJsbrand Willems  
7 Jan Klaasz  
Object:
dorp Leffinge  
dorp Stene  
Gedemilitariseerd gebied Contributieland  
gewest Vlaanderen  
Annotatie1:
Houdt vermoedelijk verband met de strijd in Vlaanderen tussen de Spanjaarden en het Staatse leger na het aflopen van het 12-jarig bestand.
Een uit Leffinge in West-Vlaanderen (bij Oostende) afkomstige man, nu zich ophoudende te Hauwert, stelt 2 bewindvoerders aan in Vlaanderen, om de goederen te beheren van de 2 minderjarige van zijn 3 kinderen, die nog in Leffinge wonen.
Annotatie2:
Hij verklaart, dat hij ‘ontrent 15 dagen in den maent novemb[er] des voorleden jaers 1637, als wanneer hij woonende tot Leffingen in Vlaenderen aldaer reeckeninge van sijnen staet gemaeckt hebbende, alsdoen bewesen heeft aen sijne drie kinderen, die ter voors[chreven] plaetse in Vlaenderen noch residentie houden, voor haer overleden moeders erfenisse alle soodanige roerende ende onroerende goederen als sijn comparants kinderen tegenwoordich noch daer in eygendomme hebben leggen ende bij sijn za[liger] overleden huysvrouwe ten voordeele van sijne voors[chreven] drie kinderen heeft achtergelaten. Ende alsoo eenige derselver goederen in boehuys ende met den stock v[er]cocht sijn, en daervan noch geene ofte weenige penningen en sijn opgebeurt, soo heeft hij comparant geautoriseert ende volcomen last ende procuratie gegeven, sulcx hij doet bij desen, Isbrant Willemsz’ (zie: Willems, IJsbrand) ‘wonende in Contributielant, ende Jan Claesz’ (zie: Klaasz, Jan) ‘tot Stenen, omme d’selve goederen te regeren ende administreren voor de twee onmondige van sijne voors[chreven] drie kinderen, mitsgaders alle penningen soo van wegen het voors[chreven] boehuys als anders uytstaende wederomme te doen opbeuren ende ontfangen, ’t sij metter minne ende vrientschap ofte anders met middel van justitie na ’t recht ende constuyme der voors[chreven] landen aldaer’, etc.
N.B. 1: Leffingen = Leffinge en Stenen = Stene, beide in West-Vlaanderen, vlakbij Oostende.
Annotatie3:
N.B. 2: Het Contributieland was een soort gedemilitariseerde zone tussen Brugge en Gent, rond Waarschoot in Oost-Vlaanderen, tussen de toenmalige Sasse Vaart en Brugse Vaart (beiden destijds water-verbindingen van respectievelijk Gent en Brugge met de Westerschelde, in België Honte genoemd).
Wat betreft het Contributieland citeer ik hieronder uit: Geschiedenis van Waarschoot / Achiel De Vos – p. 462 – 463.
Annotatie4:
(http://www.debaets.be/yves/02.htm)
Waarschoot in het Contributieland (1621 - 1648)
Annotatie5:
Vanaf 1621 (einde van het twaalfjarig bestand tussen Spanje en de Republiek der Nederlanden, het jaar van het huwelijk van Adriaan met Janneke Meersone) ligt Waarschoot in het deel van de Oudburg vervat tussen de Sasse en de Brugse Vaart, direct aansluitend bij de zone der krijgsverrichtingen.
Daarom zal het, aanvankelijk oogluikend, en daarna officieel, een oorlogscontributie mogen betalen aan de vijand in ruil voor vrij- stelling van krijgsoperaties. Theoretisch werd hun gebied beschouwd als ‘ontmanteld’ niemandsland waar de legers mekaar niet mochten bekampen. Dit zou een illusie blijken te zijn: die dorpen zouden eens te meer zwaar getroffen worden.
Annotatie6:
Om het Contributieland af te sluiten bouwt men in elk geval op de zuidzijde van de Brugse Vaart een reeks forten. Waarschoot betaalt ondertussen maandelijks 16 lb. g. en halfjaarlijks 2 lb. 10 s. sauvegardegeld. Daarenboven dienden nog de gewone belastingen opgebracht voor de lokale en regionale overheden. In feite werden ze dus dubbel belast. Bij niet betaling werden de ontvanger of de schepenen vastgezet.
In november 1630 werd te Waarschoot een soldaat begraven, van het regiment van kapitein Lemberghe, neergestoken in een schermutseling op de Oostmoer. De streek wordt nu verontrust door de voortdurende invallen van prins Frederik Hendrik van Nassau vanuit de Zeeuws-Vlaamse havens o.a. in 1631 en 1633, 1640 en 1645. Vanaf 1633 tot 1639 breekt de ongelukkige retorsieperiode aan, eigenlijk een soort revanche-maatregel, waarbij de invallende legers vooral oog hebben voor de overheidspersonen, die zij gevangen nemen om ze slechts tegen betaling van een hoog losgeld vrij te laten.
Al de pastoors van het Contributieland vluchtten uit hun parochies naar schuiloorden over de Brugse Vaart. Die van Waarschoot verblijft meestal te Lovendegembrug en te Merendree. Graaf Fonteyne, opper-bevelhebber van de Spaanse troepen, krijgt opdracht Filippine te heroveren. De Staatse troepen hebben vooral een oogje op Sas-van-Gent en Hulst, toen nog in Spaanse handen. Het Contributieland wordt eens te meer een strijdtoneel bij uitstek. De bevolking slaat op de vlucht.
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
96

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
chat loading...