U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken.
Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.
Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.
54 regesten
sorteren op:
0964 Huisarchief Weldam, 1438-1920
Inventaris
4. Bijlage 2 Regestenlijst
3 Filips van Bourgondië verklaart dat hij de belening door Jacoba van Beieren, van Arent van Gent met de hoge en lage heerlijkheid van Spanbroeck, Upmeer, Updam.en Hensbroeck op hun verzoek heeft bevestigd. (inv.nr. 7)
Datering:
15 november 1429
NB:
Deze akte is geïnsereerd in een akte van 1 augustus 1434, zie reg.nr. 4; -Gedrukt in Van Mieris, deel 4 blz. 959.
Zie ook:
laatste wijziging 11-11-2005
0964 Huisarchief Weldam, 1438-1920
Inventaris
4. Bijlage 2 Regestenlijst
4 Filips van Bourgondië verklaart dat Jacoba van Beieren eertijds Airnt van Gent heeft beleend met de hoge en lage heerlijkheid van Spanbroeck, Upmeer, Updam en Hensbroeck, hetgeen hij indertijd zelf heeft bevestigd. Nu is Airnt van Gent verschenen voor de heer van Santes (stadhouder van Holland) omdat hij het leen vanwege schulden heeft moeten verkopen aan Jan van der Bouchorst, Jan van Zwieten en Goeswijn Michielszoen. Daarom draagt hij het leen op aan de grafelijkheid met het verzoek om het drietal ermee te belenen. Daarop is Jan van Zwieten beleend met een vierendeel van de hoge en lage heerlijkheid van Spanbroeck, Upmeer, Updam en Hensbroeck, met alle toebehorende renten, tienden, profijten, inkomsten en rechten. Hij moet het leen onderling verdelen met Jan van der Bouchorst en Goeswijn Michielszoen, en ontvangt het als een onversterflijk erfleen, te verheergewaden met een rode valk of twee Franse schilden. Gedaan voor Florens van den Abele, Gerryt van Zijl, Boudijn van Zwieten en Goidschalc Oom. De inwoners van zijn "kavel" worden gelast om Jan van Zwieten aan te nemen als hun wettige heer. (inv.nr. 7)
Datering:
1 augustus 1434
NB:
In vidimus van 7 maart 1630, zie reg.nr. 42.
Zie ook:
laatste wijziging 11-11-2005
0964 Huisarchief Weldam, 1438-1920
Inventaris
4. Bijlage 2 Regestenlijst
4a Filips van Bourgondië verklaart dat Jacoba van Beieren eertijds Airnt van Gent heeft beleend met de hoge en lage heerlijkheid van Spanbroeck, Upmeer, Updam en Hensbroeck, hetgeen hij indertijd zelf heeft bevestigd. Nu is Airnt van Gent verschenen voor de heer van Santes (stadhouder van Holland) omdat hij het leen vanwege schulden heeft moeten verkopen aan Jan van der Boechorst, Jan van Zwieten en Gooswijn Michielszoen. Daarom draagt hij het leen op aan de grafelijkheid met het verzoek om het drietal ermee te belenen. Daarop is Jan van der Boechorst beleend met de helft van de hoge en lage heerlijkheid van Spanbroeck, Upmeer, Updam en Hensbroeck, met alle toebehorende renten, tienden, profijten, inkomsten en rechten. Hij moet het leen onderling verdelen met Jan van Zwieten en Gooswijn Michielszoen. Voorts worden bepalingen opgenomen over de vererving van het leen. Hij ontvangt het als een onversterflijk erfleen, te verheergewaden met een rode valk of twee Franse schilden. Gedaan voor Florys van den Abele, Geryt van Zijl, Boudijn van Zwieten en Goidscalc Oem. De inwoners van zijn "kavel" worden gelast om Jan van der Boechorst aan te nemen als hun wettige heer. (inv.nr. 7a)
Datering:
1 augustus 1434
NB:
Extract van 4 december 1634, opgemaakt in de registerkamer van Holland, uit het register Philippus A (folio XIX e.v.) door de griffier van de lenen van de grafelijkheid van Holland.
Zie ook:
laatste wijziging 11-11-2005
0964 Huisarchief Weldam, 1438-1920
Inventaris
4. Bijlage 2 Regestenlijst
9 Filips van Oostenrijk verklaart dat hij Anne van Noirtich heeft beleend met de heerlijkheid van Opdam en Hensbrouck, met het schoutambacht, de tienden, zwanedriften, vogelrechten, visrechten, maalrechten, alsmede het visrecht van de Wogmeer en verdere toebehoren. Dit leen is aan haar gekomen door het overlijden van haar vader Jacop van Noirtich. Zij ontvangt het leen als een onversterflijk erfleen, te verheergewaden met een rode valk of twee Franse schilden. Gedaan voor Clais Corff, Jacob Pijnszoen, Willem van Ruyven, Dierick van Boneem, Huyge Gijsbrechtszoen, Pieter de Grebber en Cleen Jan Bruyn, leenmannen van Holland. (inv. nr. 4)
Datering:
11 december 1504
NB:
Het zegel is zwaar beschadigd, en het perkament is aangetast door vocht.
Zie ook:
laatste wijziging 11-11-2005