Zie ook: 3872/016, 029, 030, 031, 059, 060, 063, 133, 199, 220, 236, 238.
Koopovereenkomst met weddenschapselement (‘obligatie van coopmanschap’).

De comparant in deze, wonende te Hauwert, heeft een koe gekocht en ontvangen van een andere inwoner van Hauwert. Als de nicht van de verkoper, die woont in het Oude Vrouwenhuis te Hoorn, tussen bovengenoemde datum en 01-05-1636 komt te overlijden, zal de koper de koe ‘om niet’ hebben. Overlijdt de vrouw in tussentijd niet, dan zal de koper voor de koe ƒ 18.- gulden moeten betalen, en nog eens ƒ 1 en 10 stuivers voor het gelag van de koop.

Betreft onbetaalde rekening van chirurgijn te Hauwert na door hem geleverde hulp aan een molenaar te Aartswoud.
Op verzoek van deze chirurgijn attesteert de notaris in deze, dat in de winter van 1633 de predikant van Aartswoud bij hem is langsgeweest, en dat daar toen ook de chirurgijn is gekomen, die een gesprek met deze predikant heeft gehad, o.a. over ‘de betalinge van het meesterloon ’t gene hij requirant hadde v[er]dient aen het accident van Michiel Molenaer van Eertswoude’, waarop de predikant verklaarde ‘dat sulcx al gedaen was’, doordat hij voor de betaling daarvan deze molenaar het geld had gegeven. De requirant had daarop gevraagd ‘waerom hij sulcx dede, dat hij selfs met hem moeste comen reeckenen ende de betalinge doen.’

‘Nadien ghij u daervoor hebt geconstitueert,’ wilde de requirant verder weten, hoeveel geld de predikant de molenaar had gegeven, en kreeg ten antwoord dat dat ‘ontrent thien pont’ was, ‘v[er]staende daerdoor tsestich gulen’ (sic). Waarop de requirant zei: ‘Dat en mach niet helpen tot de curering van soodanigen accident’.
P.S.: Misschien was de molenaar na zijn aandoening (‘accident’) afhankelijk geworden van de diakonie te Aartswoud, en bemoeide de predikant zich daarmee.