U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken.
Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.
Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.
Mijn Studiezaal (inloggen)
Zoeken in alles (inclusief archieven)
1685_189 ONA 189. Avenhorn, akten notaris Jan Reijersz. Rijp, 1660-1675.
Arbitrale uitspraak
Contract betreffende onroerend goed
Vestiging van erfdienstbaarheid, 29-6-1663
Contract betreffende onroerend goed
Vestiging van erfdienstbaarheid, 29-6-1663
Notaris:
Jan Reijersz. Rijp
Plaats notaris:
Avenhorn
Soort akte:
Arbitrale uitspraak
Contract betreffende onroerend goed
Vestiging van erfdienstbaarheid
Contract betreffende onroerend goed
Vestiging van erfdienstbaarheid
Persoon in notariële akte:
Annotatie1:
Zie ook: 0189/010, 011, 012, 030, 031, 032, 033, 034, 040.
Arbitrale uitspraak, als een gevolg van een gesloten compromis daartoe, over de rechten en plichten van 2 eigenaars van aangrenzende percelen (te Avenhorn!).
Arbitrale uitspraak, als een gevolg van een gesloten compromis daartoe, over de rechten en plichten van 2 eigenaars van aangrenzende percelen (te Avenhorn!).
Annotatie2:
De akte is ondertekend door de arbiters, die verder niet in de tekst zelf genoemd worden: Cornelis Relofs (zie: Reilofs, Kornelis), Jan Pietersz Dijckuyt (zie: Dijkuit, Jan Pieters), Jacob Aresen Schuytemaker (zie: Schuitemaker, Jakob Arends?/Adriaans?) en mr Jan Rijp (zie: Rijp, Jan Reiers!), de notaris in deze.
‘1. Achtevolgende [sic] den last en[de] commissie, bij compromisse ons gegeven, ende nae die mij op alles rijpelijck gelet – ende noch daerenboven, met de sake geadviseert, en daervan schriftelijcke advys bij de rechtsgeleerde becomen – en[de] 't selve erff wel oversien en[de] partinentelycken doorgemeten hadden, alle 't geene totter materie was dienende.
‘1. Achtevolgende [sic] den last en[de] commissie, bij compromisse ons gegeven, ende nae die mij op alles rijpelijck gelet – ende noch daerenboven, met de sake geadviseert, en daervan schriftelijcke advys bij de rechtsgeleerde becomen – en[de] 't selve erff wel oversien en[de] partinentelycken doorgemeten hadden, alle 't geene totter materie was dienende.
Annotatie3:
2. Hebben wij arbiters verclaert ende uytgesproken, arbitreren, verclaren ende spreken uyt bij desen, dat elck sal blijven aen sijn sijde, te weten: 3. Jan Jacobsz nae de steegh toe, en Mary Jans d'andere sijde.’ (Zie: Klomp!, Jan Jakobs, en: Jans, Maria?/Maartje?)
‘4. Streckende 't gemelde erff van vooren, van de straet naer de Ringhsloot, omtrynt 30 3/4 voeten langh, volgens de rooypalen drie over een geslagen, dan comende met een krimp, streckende nae Jaep van Leijens huys’ (zie: Leijen, [v.], Jakob Willems!) ‘omtrint 6 1/2 voeten, voort wederom van den gemelde krimp streckende tot de Ringhsloot, recht door den midden, alles volgens de geslagen rooypalen drie over een, en dat met dese belastinge.
‘4. Streckende 't gemelde erff van vooren, van de straet naer de Ringhsloot, omtrynt 30 3/4 voeten langh, volgens de rooypalen drie over een geslagen, dan comende met een krimp, streckende nae Jaep van Leijens huys’ (zie: Leijen, [v.], Jakob Willems!) ‘omtrint 6 1/2 voeten, voort wederom van den gemelde krimp streckende tot de Ringhsloot, recht door den midden, alles volgens de geslagen rooypalen drie over een, en dat met dese belastinge.
Annotatie4:
5. Dat Jan Jacobsz sal behouden voor hem ende sijne successeus [sic], ofte dengeenen die in de camer woont nu en[de] ten eewingen [sic] dage, een vrije overpadt tot de haven ofte wijck omme op ende af te schepen, water te halen, cleeren te spoelen, hooy op en af te schep [sic], schuytjes of pramen in denselven te leggen, met 't geene daeraen dependert [sic] ofte tot de boere- ofte bouweragie van nooden is, sonder dat hij het gedeelte van Mary Jans sal mogen beswaren met eenig hoy, mis ofte diergelijcke waren.
6. Dat in de midde van 't erff een schut geset sal mogen werden, indien 't een van beijdelen belieft, 't wel[ck] halff ende halff sal werden onderhouden.
7. En[de] in het gemelden sack, een open gadt ofte een bequame poort gelaten sal moeten werden, en dat de gemelden Clomp sal moeten aenwijsen welcke plaetse hem gerieflijcks en bequaems sal sijn om 't overpadt te genieten, en behoorde 't selve te wesen ter naester lage ende ter minster schade.
8. Dat de wijck bruyckbaer sal gehouden werden tot een bequame haven en opschepingh.
9. En dat Mary Jans en Jan Jacobsz gesamentlijck deselve sloot bruyckbaer sullen moeten onderhouden voor sooveel het diepen aengaet, maer sal Jan Jacobsz sijn eygen opschepingh selfs moeten schoeyen en onderhouden.
10. En mitsgaders het schut tussen Jaep van Leijens erff en 't sijne.
11. Dat Mary Jans nu noch nimmermeer eenigh recht ofte eygendom tot de steegh heeft ofte hebben sal, veel min een overpat om op 't hare te comen.
12. Ende dat voorts de costen van dese comparitie mitsgaders 't geene in de metinge is verteert, alsoock het adviseren, halff ende halff gedragen sullen werden.
Aldus gedaen, gearbitreert ende uytgesproken op ten 29e juny 1663 ten huyse van de voorsz[eyde] Mary Jans, sonder fraude in oirconde bij ons geondertekent.’
6. Dat in de midde van 't erff een schut geset sal mogen werden, indien 't een van beijdelen belieft, 't wel[ck] halff ende halff sal werden onderhouden.
7. En[de] in het gemelden sack, een open gadt ofte een bequame poort gelaten sal moeten werden, en dat de gemelden Clomp sal moeten aenwijsen welcke plaetse hem gerieflijcks en bequaems sal sijn om 't overpadt te genieten, en behoorde 't selve te wesen ter naester lage ende ter minster schade.
8. Dat de wijck bruyckbaer sal gehouden werden tot een bequame haven en opschepingh.
9. En dat Mary Jans en Jan Jacobsz gesamentlijck deselve sloot bruyckbaer sullen moeten onderhouden voor sooveel het diepen aengaet, maer sal Jan Jacobsz sijn eygen opschepingh selfs moeten schoeyen en onderhouden.
10. En mitsgaders het schut tussen Jaep van Leijens erff en 't sijne.
11. Dat Mary Jans nu noch nimmermeer eenigh recht ofte eygendom tot de steegh heeft ofte hebben sal, veel min een overpat om op 't hare te comen.
12. Ende dat voorts de costen van dese comparitie mitsgaders 't geene in de metinge is verteert, alsoock het adviseren, halff ende halff gedragen sullen werden.
Aldus gedaen, gearbitreert ende uytgesproken op ten 29e juny 1663 ten huyse van de voorsz[eyde] Mary Jans, sonder fraude in oirconde bij ons geondertekent.’
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
26
Status:
De voor- en achternamen in de index van deze akte zijn gestandaardiseerd
laatste wijziging 10-10-2022
1 gedigitaliseerd
totaal 3 bestanden