U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken.
Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.
Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.
Zoeken in alles (inclusief archieven)
1685_189 ONA 189. Avenhorn, akten notaris Jan Reijersz. Rijp, 1660-1675.
Attestatie, 7-9-1670
Notaris:
Jan Reijersz. Rijp
Plaats notaris:
Avenhorn
Soort akte:
Attestatie
Persoon in notariële akte:
Annotatie1:
Zie ook: 0189/147.
Betreft de afhandeling van de verkoop van turf aan inwoners van Hoorn of elders.
Betreft de afhandeling van de verkoop van turf aan inwoners van Hoorn of elders.
Annotatie2:
Op verzoek van Albert Cornelisz Moy te Grosthuizen (zie: Mooi, Albert Kornelisz attesteren Dirck Pietersz, Jan Germensz, Pieter Cornelisz en Cornelis Jansz Hem, collecteur, allen te Grosthuizen. (Zie: Pieters, Dirk; Germents/Gerbrands!, Jan, Kornelisz, Pieter en: Hem/Collecteur, Kornelis Jans [handtekening].)
Allereerst Dirck Pietersz, Jan Germensz en Pieter Cornelisz, ‘dat die turff dien sij comen te vercoopen aen parsoonen tot Hoorn woonende ter plaatse haren wooninge een biljet van den collecter [sic] comen te halen hoeveel turff sij sullen afleveren, welcke biljet sij aen een geswooren meetster aldaar over-leveren, en de turff laten meten volgens de quantiteyt dien sij hebben v[er]coght en 't voorsz[eyde] biljet is inhoudende, welck biljet de meetster bij haar behoudt en de collecteur wederom behandight, waarnae sij met haar gemeten turff nae Hooren varen ende aldaar sijnde gecomen, geven sij tot Hoorn de turff aen bij den collecteur van de statsaccijs van wien sij oock biljet ontfangen. Verclaren sulcks van voor eenige jaren tot nu toe soodaanigh bij haar te sijn gedaan, ende noyt noch van den collecteur ofte pachter van de turff sijn gemoeyt noch gemolesteert ofte belast anders te doen.
Allereerst Dirck Pietersz, Jan Germensz en Pieter Cornelisz, ‘dat die turff dien sij comen te vercoopen aen parsoonen tot Hoorn woonende ter plaatse haren wooninge een biljet van den collecter [sic] comen te halen hoeveel turff sij sullen afleveren, welcke biljet sij aen een geswooren meetster aldaar over-leveren, en de turff laten meten volgens de quantiteyt dien sij hebben v[er]coght en 't voorsz[eyde] biljet is inhoudende, welck biljet de meetster bij haar behoudt en de collecteur wederom behandight, waarnae sij met haar gemeten turff nae Hooren varen ende aldaar sijnde gecomen, geven sij tot Hoorn de turff aen bij den collecteur van de statsaccijs van wien sij oock biljet ontfangen. Verclaren sulcks van voor eenige jaren tot nu toe soodaanigh bij haar te sijn gedaan, ende noyt noch van den collecteur ofte pachter van de turff sijn gemoeyt noch gemolesteert ofte belast anders te doen.
Annotatie3:
Ten anderen verclaarde de voorn[oemde] Corn[elis] Jansz Hem, collecteur tot Grosthuysen voorsz[eyt], dat als wanneer jemant van hare borgers eenige turff sullen thuyshallen [sic] of afleveren, sonder onderscheyt bij hem wert aen-getekent, een biljet wegens de quantiteyt van de turff aen de turffdelver gegeven, en nae verloop van eenige tijt den impost bij hem als coll[ec]t[eu]r wert ingevordert of de coopers tot Hooren wonen ofte ten plattenlande of eygen brant sonder eenigh onderscheyt.
Met welcke verclaringe van de voorn[oemde] Corn[elis] Jansz Hem als coll[ecteur] tot Grosthuysen ick onderges[chrevene] not[ari]s als schrijver van desen, en over de sesthien jaren colleckter tot Avenhorn hebb[ende] geweest, mij confir-mere voor sooveel d'invorderinge van den impost aengaat.
Eyndende hiermede hare verclaringe, die sij elck in 't sijn[e] des noot en v[er]socht sijnde breeder belo[ven] te v[er]stercken.
Aldus gedaan tot Grosth[uysen], ten huyse van den coll[ecteur], ter presentie van Jacob Aersz Schuytemaker van Grosthu[ysen] en Jan Claasz Groot van Avenhorn, getuyge van geloove hiertoe versocht, ten dat[o] als boven.’ (Zie: Schuitemaker, Jakob Arends?/Adriaans? en: Groot/Baars!, Jan Klaasz/Berts?!)
Met welcke verclaringe van de voorn[oemde] Corn[elis] Jansz Hem als coll[ecteur] tot Grosthuysen ick onderges[chrevene] not[ari]s als schrijver van desen, en over de sesthien jaren colleckter tot Avenhorn hebb[ende] geweest, mij confir-mere voor sooveel d'invorderinge van den impost aengaat.
Eyndende hiermede hare verclaringe, die sij elck in 't sijn[e] des noot en v[er]socht sijnde breeder belo[ven] te v[er]stercken.
Aldus gedaan tot Grosth[uysen], ten huyse van den coll[ecteur], ter presentie van Jacob Aersz Schuytemaker van Grosthu[ysen] en Jan Claasz Groot van Avenhorn, getuyge van geloove hiertoe versocht, ten dat[o] als boven.’ (Zie: Schuitemaker, Jakob Arends?/Adriaans? en: Groot/Baars!, Jan Klaasz/Berts?!)
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
162
Status:
De voor- en achternamen in de index van deze akte zijn gestandaardiseerd
laatste wijziging 10-10-2022
1 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden