U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken.
Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.
Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.
Mijn Studiezaal (inloggen)
Zoeken in alles (inclusief archieven)
1685_371 ONA 371. Oosterblokker, akten notaris Jacob Schagen, 1712-1716.
Attestatie, 4-9-1713
Notaris:
Jacob Schagen
Plaats notaris:
Oosterblokker
Soort akte:
Attestatie
Persoon in notariële akte:
Object:
Annotatie1:
Zie ook: 0371/052, 055, 056.
Betreft gewelddadigheden in en bij de herberg de Witte Eenhoorn te Oosterblokker en op het nabijgelegen kerkhof aldaar.
Betreft gewelddadigheden in en bij de herberg de Witte Eenhoorn te Oosterblokker en op het nabijgelegen kerkhof aldaar.
Annotatie2:
Op verzoek van de baljuw en schout der stede Westwoud cum annexis attesteert het herbergiersechtpaar van de Witte Eenhoorn te Oosterblokker, dat tijdens de St. Laurensmarkt te Hoorn (= Hoornse koemarkt!), op 17 of 18-08-1713, 's avonds in hun herberg 3 mannen zijn geweest - 2 stiefbroers en een schoenmaker uit Westwoud - en 'twee à drie vrouwspersoonen', onder wie een zus, respectievelijk stiefzus der 2 stiefbroers.
N.B.: St. Laurens is op 10 augustus. De markt duurde 10 dagen vanaf maandag na St. Laurens, dat was in 1713 op 14 augustus!
N.B.: St. Laurens is op 10 augustus. De markt duurde 10 dagen vanaf maandag na St. Laurens, dat was in 1713 op 14 augustus!
Annotatie3:
Ook zijn er die avond twee mannen uit Hoorn te gast geweest, van wie er één stuurman was, die ruzie zochten met bovengenoemde personen en vervolgens het hele gezelschap de kamer uit joegen, waarbij één der vrouwen in zwijm viel. Zij werd door de waardin en de andere vrouwen geholpen in de stal tot zij weer bijkwam. Omstreeks die tijd waren daar ook 2 mannen uit Westwoud in de kamer, van wie één de overgeblevene van de genoemde vrouwen (de eerdergenoemde zus, respectievelijk stiefzus) geruststelde en beschermend bij zich liet zitten, omdat de ruziezoekers hem wel met rust lieten. Deze man bleek één der Hoornse mannen wel te kennen, want hij zei tegen hem: 'Clomp, Clomp...' Deze antwoordde daarop: 'Twee quade honden bijten malkanderen niet.' Volgens de herbergier zeiden zij ook nog: 'Als 't kermis is, dan sal 't wel beter gaan, dan zullen wij komen om de winkel op te schikken.'
Volgens beide deposanten waren op 27-08-1713 tijdens de Oosterblokker markt (tevens kermis) 2 mannen de hele nacht in de herberg gebleven, namelijk boven-genoemde Klomp en een van Texel afkomstige procureursklerk te Hoorn, en die zij al meer dan 3 jaar kenden van toen zij zelf nog in Uitgeest woonden en aldaar 'in 't Swaantje tapten'.
Volgens beide deposanten waren op 27-08-1713 tijdens de Oosterblokker markt (tevens kermis) 2 mannen de hele nacht in de herberg gebleven, namelijk boven-genoemde Klomp en een van Texel afkomstige procureursklerk te Hoorn, en die zij al meer dan 3 jaar kenden van toen zij zelf nog in Uitgeest woonden en aldaar 'in 't Swaantje tapten'.
Annotatie4:
De herbergier verklaart, dat op maandagmorgen 28-08-1713 om een uur of 8 deze klerk een zekere andere aanwezige verweet, dat die al zijn kapitaal was kwijtgeraakt, en de man vervolgens uit de kamer gooide of sleepte, en buiten nog eens een schop gaf. De andere aanwezige gasten waren hier niet van gediend, en een niet met name bekende man uit de Streek (volgens 0371/052 uit Lutje-hoogkarspel of Hoogkarspel!) geraakte met de klerk in een mesgevecht. Op een gegeven moment liep de Streker weg, achtervolgd door de klerk. Later kwam de klerk weer terug, waarbij hij wild met zijn mes om zich heen maaide en onder andere een zeker persoon (een vroedschap van Oosterblokker!), die met zijn rug naar hem toe stond, van achteren in zijn hoed raakte. Nu nam iedereen de benen.
De klerk wilde weer de herberg binnen, waar een man met een stoel in de hand in de deuropening stond om hem tegen te houden. Toch wist hij al stekend met zijn mes binnen te dringen, waar echter de bode met een stuk hout het mes uit zijn hand wist te slaan, zodat de herbergier (deposant) het kon oppakken en opbergen.
De klerk wilde weer de herberg binnen, waar een man met een stoel in de hand in de deuropening stond om hem tegen te houden. Toch wist hij al stekend met zijn mes binnen te dringen, waar echter de bode met een stuk hout het mes uit zijn hand wist te slaan, zodat de herbergier (deposant) het kon oppakken en opbergen.
Annotatie5:
De herbergiersvrouw getuigt, dat zij 's ochtends op zolder, waar zij lag te slapen, was wakker geworden van de herrie, en uit het zolderraam had gezien dat de procureursklerk en een ander, haar onbekend persoon 'lustig met messen naar den anderen sneeden'.
Volgens de herbergier was intussen op de bovenkamer van de herberg een vecht-partij ontstaan tussen de andere Hoornse gast (Klomp) en een inwoner van Oosterblokker, die later op het kerkhof werd voortgezet. Daar hadden de bode en de bakker Klomp vastgehouden, zonder een mes in de hand te hebben, zodat de herbergier bij hem het mes uit zijn zak kon halen. Later hadden de twee op straat wéér gevochten, waarbij de man uit Oosterblokker boven had gelegen, maar zijn tegenstander niet had geslagen.
De klerk was volgens beide deposanten, nadat hem zijn mes was afhandig gemaakt, heel erg bebloed en had verscheidene wonden, namelijk twee op zijn hand en één op zijn gezicht, een ontvelde neus en een wond over zijn borst. De herbergier probeerde aanvankelijk de wonden schoon te wassen, maar stopte hiermee toen hij zag hoe groot de laatste wond was en liet de chirurgijn van Oosterblokker komen om de wonden te verbinden, ondanks protesten van de bloedende man. De bij de behandeling uitgetrokken, bebloede kleding van de klerk, waaraan de plaats van de wonden zichtbaar is, is nog in het bezit van de deposanten. Het in beslag genomen mes is meegegeven aan een broer van de klerk, met wie deze 's avonds op 28-08-1713 is vertrokken.
Volgens de herbergier was intussen op de bovenkamer van de herberg een vecht-partij ontstaan tussen de andere Hoornse gast (Klomp) en een inwoner van Oosterblokker, die later op het kerkhof werd voortgezet. Daar hadden de bode en de bakker Klomp vastgehouden, zonder een mes in de hand te hebben, zodat de herbergier bij hem het mes uit zijn zak kon halen. Later hadden de twee op straat wéér gevochten, waarbij de man uit Oosterblokker boven had gelegen, maar zijn tegenstander niet had geslagen.
De klerk was volgens beide deposanten, nadat hem zijn mes was afhandig gemaakt, heel erg bebloed en had verscheidene wonden, namelijk twee op zijn hand en één op zijn gezicht, een ontvelde neus en een wond over zijn borst. De herbergier probeerde aanvankelijk de wonden schoon te wassen, maar stopte hiermee toen hij zag hoe groot de laatste wond was en liet de chirurgijn van Oosterblokker komen om de wonden te verbinden, ondanks protesten van de bloedende man. De bij de behandeling uitgetrokken, bebloede kleding van de klerk, waaraan de plaats van de wonden zichtbaar is, is nog in het bezit van de deposanten. Het in beslag genomen mes is meegegeven aan een broer van de klerk, met wie deze 's avonds op 28-08-1713 is vertrokken.
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
53
Status:
De voor- en achternamen in de index van deze akte zijn gestandaardiseerd
laatste wijziging 10-10-2022
1 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden