U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken.
Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.
Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.
Zoeken in alles (inclusief archieven)
1685_3872 ONA 3872. Hauwert, akten notaris Gerrit Adriaensz Van Warmenhuijsen, 1634-1653.
Contract betreffende onroerend goed
Pandgeving van roerend goed en
of waardepapieren, 26-5-1646
Pandgeving van roerend goed en
of waardepapieren, 26-5-1646
Notaris:
Gerrit Adriaensz van Warmenhuijsen
Plaats notaris:
Hauwert
Soort akte:
Contract betreffende onroerend goed
Pandgeving van roerend goed en
of waardepapieren
Pandgeving van roerend goed en
of waardepapieren
Persoon in notariële akte:
Annotatie1:
Zie ook: 3872/150 (zonder annotatie), 3872/221, 221A; 3873/049, 135, 144.
Akkoord tussen een inwoner van Hauwert als borg (‘gaurandie’) voor de vroegere molenaar enerzijds, en de nieuwe molenaar anderzijds, in verband met de verkoop van de korenmolen van Hauwert aan de nieuwe molenaar.
Akkoord tussen een inwoner van Hauwert als borg (‘gaurandie’) voor de vroegere molenaar enerzijds, en de nieuwe molenaar anderzijds, in verband met de verkoop van de korenmolen van Hauwert aan de nieuwe molenaar.
Annotatie2:
Omdat er door het dorp Hauwert aanspraken (‘actie ende gerechtichheyt’) worden gemaakt op de molen en de bijbehorende molenwerf, is overeengekomen dat de borg als zekerheid een hypotheek neemt over 34 roeden land, gelegen voor zijn woonhuis ten zuiden van de dorpsweg van Hauwert, welk land ‘is genomen op dubbelde begrootinge van de voors[chreven] molenwerf’. De nieuwe molenaar of zijn opvolgers zullen de molen echter voor niet meer dan het bedrag van deze zekerheidsstelling mogen verkopen.
Annotatie3:
Zie ook: 3872/246A, 246B; 3872/206; 5413/024, 025, 031, 032.
Betreft het armengeld, dat geheven wordt over verkoop en verpachting van onroerend goed in de zgn. ‘Overleeker landen’ onder Nibbixwoud, d.w.z. over het gebied tussen de Zwaagdijk en de Kromme Leek. Zwaag maakt er aanspraak op.
Betreft het armengeld, dat geheven wordt over verkoop en verpachting van onroerend goed in de zgn. ‘Overleeker landen’ onder Nibbixwoud, d.w.z. over het gebied tussen de Zwaagdijk en de Kromme Leek. Zwaag maakt er aanspraak op.
Annotatie4:
Rekest van de regenten van Nibbixwoud aan de burgemeesters etc. te Hoorn.
Deze akte is ongedateerd, niet ondertekend en onvolledig (de onderkant is afgebrokkeld), en er wordt geen enkele persoonsnaam in genoemd.
Deze akte is ongedateerd, niet ondertekend en onvolledig (de onderkant is afgebrokkeld), en er wordt geen enkele persoonsnaam in genoemd.
Annotatie5:
De bovenstaande datering is ontleend aan die van de 3872/246A.
‘Aen de d’ed[ele] heeren schouwt, burgerm[eeste]rs, schepenen ende gerechte der stede Hoorn,
‘Aen de d’ed[ele] heeren schouwt, burgerm[eeste]rs, schepenen ende gerechte der stede Hoorn,
Annotatie6:
Geven met aller reverentie ende eerbiedicheyt te kennen, de vreedmakers, vroetschappen ende armevoochden tot Nieubucxwoude, hoedat de landen Overleeck bij noorden den Swaechdijck, soo verre haer banne ende jurisdictie is streckende daerinne is gelegen ende d’selve landen in begrootinge van haer dorpe morgentale mede sijn begrepen, moeten oock alle lasten ende swarich[ey]t dragen met haer andere landen, mits dat sij daerentegen wederom genieten alle vrijdommen ende proffijten, die in afcortinge van de costen te bate comen. In sulcker vougen, dat d’voors[chreven] landen van Overleeck beneffens haer supplianten andere landen dragen de costen van coggereeckenschap, molenreeckenschap, Hontsbosch, lantschot, seedijcken, inninghwegen, voetpaden, v[er]pondingen ende alle andere costen ende ongelden, die beneffens haer landen gequotiseert ende daerinne gehouden sijn te betalen ende altijt betaelt hebben, sonder moleste ende tegenseggen van yemanden.
Annotatie7:
Daertegen d’selve landen met haer supplianten andere landen als voren genieten ende altijt genoten hebben [de] proffijten, soo van de Bennemeer, de huyr ende incominge van ’t dorps goederen, het dorps los- ende lijfrenten, ende alles wat soude mogen wesen, gene baten ende schaden uytgesondert, die altijt conjuctum ende ’t samen gereeckent, gedragen ende genoten worden, bovendien in alle v[er]pachtinge de thienden uytgesondert mede geen onderscheyt gemaeckt wort tusschen Overleeck ende haer supplianten andere landen, soo verre haer banne ende gerechtich[ey]t is streckende.
In vougen dat sij supplianten altijt tot desen toe mede genoten hebben voor hare armen het armegelt, ’t gunt uyt de v[er]pachtingen ende v[er]coopingen van alle de voors[chreven] landen ende goederen voor d’selver haer gerechtich[ey]t is bedragende. Verstaen ende weten sij supplianten oock wel, dat niet alleen sulcx met hare, maer oock met die van Hauwert ende allen anderen aen de noortsijde van den Swaechdijck, sulcx gelegen is, onder wiens restrickt ende banne de landen van Overleeck elcx respectivel[ijck] sijn leggende, ende mede alles haer dorpe ende banne in manieren als met hare supplianten sijn onderworpen, ende de proffijten sijn genietende, gelijck sij supplianten des noots sijnde [?] sulcx met wettel[ijcken] attestatiën ende v[er]claringen van deselve souden connen bewijsen. ’t Is nu alsoo, dat de regenten van de dorpe Swaech, haer supplianten lastich vallen, ende geerne het armegelt ’t gunt van de voors[chreven] Overleecker landen comt te vallen, tot haer soude wilen trecken, ende alsoo haer supplianten armen daervan frustreren.’ ...
Hierna ontbreekt steeds meer van het papier, zodat de rest van de tekst te onvolledig is om compleet te ontcijferen.
In vougen dat sij supplianten altijt tot desen toe mede genoten hebben voor hare armen het armegelt, ’t gunt uyt de v[er]pachtingen ende v[er]coopingen van alle de voors[chreven] landen ende goederen voor d’selver haer gerechtich[ey]t is bedragende. Verstaen ende weten sij supplianten oock wel, dat niet alleen sulcx met hare, maer oock met die van Hauwert ende allen anderen aen de noortsijde van den Swaechdijck, sulcx gelegen is, onder wiens restrickt ende banne de landen van Overleeck elcx respectivel[ijck] sijn leggende, ende mede alles haer dorpe ende banne in manieren als met hare supplianten sijn onderworpen, ende de proffijten sijn genietende, gelijck sij supplianten des noots sijnde [?] sulcx met wettel[ijcken] attestatiën ende v[er]claringen van deselve souden connen bewijsen. ’t Is nu alsoo, dat de regenten van de dorpe Swaech, haer supplianten lastich vallen, ende geerne het armegelt ’t gunt van de voors[chreven] Overleecker landen comt te vallen, tot haer soude wilen trecken, ende alsoo haer supplianten armen daervan frustreren.’ ...
Hierna ontbreekt steeds meer van het papier, zodat de rest van de tekst te onvolledig is om compleet te ontcijferen.
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
240
laatste wijziging 10-10-2022
1 gedigitaliseerd