U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken.
Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.
Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.
Zoeken in alles (inclusief archieven)
1685_4148 ONA 4148. Opperdoes, akten notaris Volckaert Jans Bijkerck, 1660-1663.
![Notariële akte Notariële akte](http://mifiles.archieven.nl/default/images/akkoord.png)
Attestatie, 30-8-1661
Notaris:
Volckaert Jans Bijkerck
Plaats notaris:
Opperdoes
Soort akte:
Attestatie
Persoon in notariële akte:
Annotatie1:
Betreft vermoedelijk een arbeidsconflict tussen een voormalige dienstmeid uit Venhuizen en haar voormalige werkgever op het Oosteinde van Twisk.
Op verzoek van Jan Pietersz Langedijck (zie: Langedijk, Jan Pieters), wonende op het Oosteinde van Twisk (dus misschien onder de banne van Opperdoes) verklaren 3 vrouwen, resp. Trijn Aeriaens Sieus (zie: Sieuwes, Trijn Adriaans), oud omtrent 58 jaar, Lysbeth Pieters (zie: Pieters, Elisabeth), oud omtrent 38 jaar en Sijtje Bouwens, oud omtrent 16 jaar, allen ook woonachtig op het Oosteinde van Twisk, dat een zekere Griet Jacobs van Venhuizen (zie: Jakobs, Grietje) ‘enige tijt tot den requyrants in de voorsomer heeft gewoont, ende dat deselve alsdoen zieck is geworden op een zaterdach ende heeft geduyrt tot dingsdach daeraenvolgende tot de tijt dat de requyrant haer thuys heeft gebracht. Ende zijn wij getuygen in de zelve tijt tot de requyrants eenige reysen gecomen ende wel gesien dat sij geen werck heeft gedaen ende op ’t bedt heeft gelegen de meeste tijt, soodat de requyrant met haer niet was gedient.
Op verzoek van Jan Pietersz Langedijck (zie: Langedijk, Jan Pieters), wonende op het Oosteinde van Twisk (dus misschien onder de banne van Opperdoes) verklaren 3 vrouwen, resp. Trijn Aeriaens Sieus (zie: Sieuwes, Trijn Adriaans), oud omtrent 58 jaar, Lysbeth Pieters (zie: Pieters, Elisabeth), oud omtrent 38 jaar en Sijtje Bouwens, oud omtrent 16 jaar, allen ook woonachtig op het Oosteinde van Twisk, dat een zekere Griet Jacobs van Venhuizen (zie: Jakobs, Grietje) ‘enige tijt tot den requyrants in de voorsomer heeft gewoont, ende dat deselve alsdoen zieck is geworden op een zaterdach ende heeft geduyrt tot dingsdach daeraenvolgende tot de tijt dat de requyrant haer thuys heeft gebracht. Ende zijn wij getuygen in de zelve tijt tot de requyrants eenige reysen gecomen ende wel gesien dat sij geen werck heeft gedaen ende op ’t bedt heeft gelegen de meeste tijt, soodat de requyrant met haer niet was gedient.
Annotatie2:
Ende verclaert Lysbeth P[iete]rs, dat zij in de selve tijt als drempelmeyt voor de requyrant de koeye heeft gemolcken ende ’t werck gedaen, ende ’t geene v[oor]s[eyt] staet haer ov[er]sulcxs wel bekent te wesen.
Verclaert Trijn Aeriaens mede, dat sij tot de requyrants alsdoen is gecomen, ende heeft Griet Jacobs bij ’t bedt gevonden ende heeft haer gevraecht off zij noch sieck was, ende heeft sij geantwoort: “Jae ick”. Ende heeft haer vorder gevraecht off sij wel woudt dat se thuys was, heeft sij geseydt: “Jae ick, maer vaer sal mij niet willen thuyshaelen”.
Verclaert Sijtje Bouwens vorder dat sij in de selve tijt bij Griet Jacobs v[oor]s[eyt] is gecomen, ende heeft haer mede gevraecht off sij wel woude dat sij thuys was, heeft sij geantw[oort]: “Jae ick”. Ende heeft haer vorder gevraecht ofte sij dan niet wilde wedercomen, heeft sij geantwoort: “Ney”.
Alle ’t welck sij altsamen verclaren de oprechte waerheyt te wesen ende haer wel bekent te sijn, ende presenteren ’t selve t’allen tijde gestant te doen ende bij eede te stercken.’
Verclaert Trijn Aeriaens mede, dat sij tot de requyrants alsdoen is gecomen, ende heeft Griet Jacobs bij ’t bedt gevonden ende heeft haer gevraecht off zij noch sieck was, ende heeft sij geantwoort: “Jae ick”. Ende heeft haer vorder gevraecht off sij wel woudt dat se thuys was, heeft sij geseydt: “Jae ick, maer vaer sal mij niet willen thuyshaelen”.
Verclaert Sijtje Bouwens vorder dat sij in de selve tijt bij Griet Jacobs v[oor]s[eyt] is gecomen, ende heeft haer mede gevraecht off sij wel woude dat sij thuys was, heeft sij geantw[oort]: “Jae ick”. Ende heeft haer vorder gevraecht ofte sij dan niet wilde wedercomen, heeft sij geantwoort: “Ney”.
Alle ’t welck sij altsamen verclaren de oprechte waerheyt te wesen ende haer wel bekent te sijn, ende presenteren ’t selve t’allen tijde gestant te doen ende bij eede te stercken.’
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
19
laatste wijziging 10-10-2022
1 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden