U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken.
Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.
Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.
Zoeken in alles (inclusief archieven)
1685_189 ONA 189. Avenhorn, akten notaris Jan Reijersz. Rijp, 1660-1675.
Attestatie, 11-7-1665
Notaris:
Jan Reijersz. Rijp
Plaats notaris:
Avenhorn
Soort akte:
Attestatie
Persoon in notariële akte:
1 Kornelis Jans Boot
2 Willem Jans Langedijk
3 Trijn IJsbrands
4 Jan Jans (!) Landman
5 Maartje (!) Jans Landman
6 Grietje (!) Jans Landman
7 Jan Maartens (!) Heimans
8 Jan (!) Reiers (!) Rijp
9 Gootje Huiberts Schuitemaker (!)
10 Huibert Kornelisz Noordijk (!)
Object:
buurt Zuid-Spierdijk
Annotatie1:
Zie ook: 0187/009, 010 (beide zonder annotatie), en 0189/024.
Betreft nalatenschap van een te Spierdijk onder Berkhout overleden vrouw.
Betreft nalatenschap van een te Spierdijk onder Berkhout overleden vrouw.
Annotatie2:
Op verzoek van Willem Jansz Langedijck (zie: Langedijk, Willem Jans), wonende op Zuid-Spierdijk (in de banne van Berkhout), attesteert Cornelis Jansz Boodt, oud circa 46 jaar, mede wonende aldaar (zie: Boot, Kornelis Jans). Hij verklaart ‘op eere, trouwe en vroomigheyt in plaetse van eede waar en[de] waarachtigh te wesen’ ... ‘hij comp[aran]t voor Trijn Isbrants sieckbede [sic] geweest te hebben’ (zie: IJsbrands, Trijn), ‘dewelcke tegens hem verhaelde sij driemael nae den anderen een bode nae hem hadde gesonden, omme hem comp[aran]t te spreken, welcke bod [sic] - soo 't schijnt - telckens is opgehouden, alsoo deselve aen hem niet en was gecomen. V[er]claerde wijders uyt den mont van Trijn Isbrant verstaen te hebben, dat Jan Lantman’ (zie: Landman, Jan Jans!) – naedat sij een test[amen]t van hare nae te laten goederen heeft doen maken in dato den 17.e septemb[er] 1661, haar hadde aengeleyt sij het voorige test[amen]t te retoreren ende vernietigen en sijne kinderen in alle goederen tot erfgenamen institueren, hij daarop aen haar hant hadde belooft het legaat van veerthenhondert [sic] gulden aen Langedijck te voldoen, alsmede alle andere.
Waarover sij Trijn IJsbrants hem comp[aran]t heeft gevraagh [sic] of sij daar wel seker in mochte gaen, dat hij Lantman de legaten, alsoo sij – bij een later test[amen]t gepasseert voor den not[ari]s Jan Heymensz van Berckhoudt en sekere getuygen’ (zie: Heimans, Jan Maartens!) – ‘waren gerevoceert, echter niet wel soude voldoen, volgens sijne geloften.
Waarover sij Trijn IJsbrants hem comp[aran]t heeft gevraagh [sic] of sij daar wel seker in mochte gaen, dat hij Lantman de legaten, alsoo sij – bij een later test[amen]t gepasseert voor den not[ari]s Jan Heymensz van Berckhoudt en sekere getuygen’ (zie: Heimans, Jan Maartens!) – ‘waren gerevoceert, echter niet wel soude voldoen, volgens sijne geloften.
Annotatie3:
Waarop hij comp[aran]t heef [sic] geantw[oort]: Indien het in 't laeste testament niet en was uytgedruckt, hij Lantman deselve niet en soude voldoen. Seggende sij Trijn Isbrants: “Soo heeft hij mij bedrogen”.
Waarop sij aenstont ordre heeft gegeven, ick een bod [sic] nae den not[ari]s Rijp soude senden’ (zie: Rijp, Jan! Reiers!), ‘dat sij het legaat aen Langedijck als alle andere wilde hebben voldaen, en is in dato den 21.e septemb[er] 1661 wederom omtrynt in vorige state gestelt.
Allegeeren voor redenen van wetenschap 't geene voorsz[eyt] staat uyt de mont Trijn Isbrants gehoort ende met deselve de vooryge redenen verhandelt te hebben. Eyndende hiermede sijn ware ende oprechte verclaringe, presenteren hetselve des noot en[de] besonderlyck daartoe versocht sijnde nader te affirmeren.
Aldus gedaen ten huyse van mij not[ari]s ter presentie van den eersame Gootjen Huybersz en[de] Huybert Corn[elisz], mijne geburen, getuygen van geloove met mij not[ari]s hiertoe v[er]socht. Dat[um] als boven.’
(Zie: Huiberts, Gootje en: Noordijk!, Huibert Kornelisz.)
Waarop sij aenstont ordre heeft gegeven, ick een bod [sic] nae den not[ari]s Rijp soude senden’ (zie: Rijp, Jan! Reiers!), ‘dat sij het legaat aen Langedijck als alle andere wilde hebben voldaen, en is in dato den 21.e septemb[er] 1661 wederom omtrynt in vorige state gestelt.
Allegeeren voor redenen van wetenschap 't geene voorsz[eyt] staat uyt de mont Trijn Isbrants gehoort ende met deselve de vooryge redenen verhandelt te hebben. Eyndende hiermede sijn ware ende oprechte verclaringe, presenteren hetselve des noot en[de] besonderlyck daartoe versocht sijnde nader te affirmeren.
Aldus gedaen ten huyse van mij not[ari]s ter presentie van den eersame Gootjen Huybersz en[de] Huybert Corn[elisz], mijne geburen, getuygen van geloove met mij not[ari]s hiertoe v[er]socht. Dat[um] als boven.’
(Zie: Huiberts, Gootje en: Noordijk!, Huibert Kornelisz.)
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
69
Status:
De voor- en achternamen in de index van deze akte zijn gestandaardiseerd
laatste wijziging 10-10-2022
1 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden