Een vrijgekochte slavin

In de testamenten van het notariële archief staan wel eens bijzondere bepalingen. Bijvoorbeeld over de verdeling van de erfenis of over de begrafeniswensen. Maar een bepaling over het vrijkopen van een slavin in 1904 is wel heel opmerkelijk. Elisabeth Maria Dignum uit Lutjebroek liet op 21 juli 1904 bij notaris Pieter Bos in Hoorn haar testament opstellen. Haar eerder opgestelde testament liet Elisabeth herroepen. In het nieuwe testament bepaalde ze wat er met haar nalatenschap moest gebeuren na haar overlijden. Uit de akte blijkt dat Elisabeth zeker niet armoedig was. Zo ontving de Damianus Stichting te Grave na haar overlijden 1000 gulden om gedurende tien jaar twee heilige missen per maand ‘te doen lezen tot rust mijner ziel en tot rust den ziel van mijnen overleden echtgenoot’. Elisabeth was de weduwe van Pieter Baas, ze huwden in Bovenkarspel in 1898. Pieter overleed in mei 1903.

Een flink bedrag, 300 gulden, ging ook naar het Roomsch Katholiek Parochiaal Kerkbestuur van de Heiligen Nicolaas te Lutjebroek om te besteden aan de aankoop van een groot Sint Antoniusbeeld. Verder kregen het petekind en andere familieleden een mooi bedrag toebedeeld in het testament. Er werden geen kinderen van het echtpaar genoemd, vermoedelijk waren Elisabeth en haar man kinderloos.

Het testament zelf is op zich niet zo heel opmerkelijk. Behalve dan de bepaling in punt twee van de akte. Elisabeth bepaalde dat na haar overlijden 300 gulden zou worden geschonken Bevordering van het Liefdewerk van de Heilige Monica  ‘en wel door daarmede eene slavin vrij te koopen aan wie de namen moeten worden gegeven Petronella Elisabeth Baas’.

Nederland schafte in 1859 slavernij in Oost-Indië in de gebieden die onder direct bestuur stonden van de Nederlandse Staat af. In 1863 werd de slavernij afgeschaft in de toenmalige West-Indische koloniën: Suriname en de Nederlandse Antillen. Deze jaartallen zijn ruim voor het opstellen van het testament van Elisabeth in 1904. Wereldwijd kwam slavernij nog tot ver in de twintigste eeuw voor. Onder andere in de indirect bestuurde delen van Nederlands-Indië bleef slavernij toegestaan, zo werd op Samosir in Sumatra de slavernij pas in 1914 afgeschaft. Mogelijk dat Elisabeth met haar geld een slavin in een dergelijk gebied wilde vrijkopen via Liefdewerk. Zeer vreemd is uiteraard dat een mensenleven voor een som geld kon worden gekocht en verkocht en dat de vrijgekochte slavin verplicht een naam moest dragen gekozen door een overleden vrouw aan de andere kant van de wereld.

Maar het is nooit zo ver gekomen dat met de nalatenschap van Elisabeth een tot slaaf gemaakte vrouw werd vrijgekocht. Elisabeth veranderde haar testament weer in 1906 toen zij hertrouwde met Johannes Fredericus Henneke, een koopman uit Alkmaar. De bepaling over Liefdewerk en de slavin werden geschrapt. Helaas zonder uitleg waarom Elisabeth besloot tot deze veranderingen.

foto-33714

Elisabeth overleed op 69-jarige leeftijd in Alkmaar op 28 september 1919. Haar echtgenoot Johannes overleed pas vele jaren later op 86-jarige leeftijd in 1950.

De akte van 21 juli 1904 kunt u hier terugvinden, de akte staat op scan 116 en 117.
De akte van 22 oktober 1906 kunt hier terugvinden, de akte staat op scan 113 en 114.

 

 

 

 

de-notaris2

 

de-notaris

 

de-notaris3

chat loading...