Tekening van de spoorweg Hoorn-Medemblik
In het Westfries Archief wordt materiaal van verschillende formaten bewaard. Soms kan er op een heel klein papiertje veel informatie staan. Maar, soms moest er een meterslange tekening worden gemaakt, bijvoorbeeld om de spoorweg Hoorn-Medemblik van 20,643 km in kaart te brengen. Deze tekening vormt met ruim 20 meter het langste “archiefstuk” in het Westfries Archief. En eigenlijk was de complete tekening nog langer: 2 van de 18 delen zijn verloren gegaan.
Dit "Grondplan van den spoorweg" was op 20 februari 1894 door de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij aan de Lokaalspoorweg Maatschappij 'Hollands Noorderkwartier' gezonden. Uit economisch motief besloot de Rijksoverheid vanaf 1880 de spoorlijn Zaandam - Enkhuizen aan te leggen. Dit werd ook gezien als een kans om richting Medemblik door te gaan. Zo hadden enkele notabelen, waaronder de burgemeesters van Medemblik, Opperdoes en Midwoud, wel interesse in een spoorweg tussen Hoorn en Medemblik.
In 1883 werd daarom het "Comité Lokaalspoorweg Hollands Noorderkwartier" opgericht. De plannen voor de nieuwe lokaalspoorweg werden gemaakt door ingenieur A.J. Krieger. Voor de financiering gaf het comité 380 aandelen uit, elk van 1000 gulden. Deze kwamen voor een groot deel in handen van de gemeenten langs de lijn, de rest kwam in particuliere handen. De Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij zou het spoor gaan exploiteren.
Uiteindelijk werd de lijn op 3 november 1887 geopend. Een reis van Hoorn naar Medemblik duurde zo’n drie kwartier. Doordat men niet veel grond wilde onteigenen voor de spoorlijn, was deze lijn niet zo heel recht maar juist wat kronkelend gemaakt. Dat is op de tekeningen goed te zien. Het spoor werd zo grillig aangelegd zodat zoveel mogelijk dorpen konden worden aangesloten en bediend. Ook bleef het spoor en de haltes vaak op enige afstand van dorpskernen.
Vanaf het begin reden er dagelijks vier retour ritten. Dit was in 1891 opgelopen tot zes en in 1906 zelfs elf. Op zaterdag en dinsdag reden er daarnaast nog speciale markttreinen voor de weekmarkten van Hoorn en Purmerend. Vanaf 1901 kwam er standaard een goederentrein bij, omdat het goederenvervoer was toegenomen. Daardoor hoefde er geen goederenwagens meer mee met de passagierstreinen en konden er dus meer passagierswagons mee.
De opkomst van de bussen in de jaren ’20 zorgde voor een sterke afname van het personenvervoer met de trein. Deze bussen reden, in tegenstelling tot de trein, naar de kernen van de verschillende dorpen. Het werd steeds minder rendabel om persoonstreinen te laten rijden. In de jaren ’30 werden maatregelen genomen om goedkoper en met minder personeel te werken. Zo werd besloten om op 1 januari 1936 het reizigersvervoer te staken. Alleen in de Tweede Wereldoorlog kwam de stoomtrein tijdelijk terug door brandstofschaarste waardoor de bussen niet konden rijden.
In 1966 verzocht de Nederlandse Spoorwegen om ook het goederenverkeer op deze lijn te mogen staken, Dat gebeurde uiteindelijk in 1972. Nu wilde de pas opgerichte Tramweg-Stichting de lijn gebruiken voor toeristisch vervoer. De Museumstoomtram Hoorn-Medemblik werd opgericht en door Prins Bernhard officieel geopend. Deze bestaat nog steeds. In Hoorn bevindt zich nu ook het Kenniscentrum over de Geschiedenis van de Stoomtram in Nederland: Het Stoomtram Documentatie Centrum (SDC).
Bronnen:
1558 Ambacht van Westfriesland genaamd De Vier Noorder Koggen, college van hoofdingelanden van West-Friesland (Vier Noorder Koggen) en de NV Lokaal Spoorweg Maatschappij 'Hollands Noorderkwartier', 1296-1973
65H417 Situatiekaartje van den ontw. lokaalspoorweg Medemblik-Hoorn
120D60 Honderd Jaar lokaalspoorlijn Hoorn-Medemblik in: West-Frieslands Oud & Nieuw 54e editie, Dick van der Pijl