Abbekerk

Bestuur en grondgebied

De gemeente Abbekerk ontstond in 1812 door samenvoeging van de gemeenten Abbekerk en Lambertschaag. Tot de gemeente hoorde ook het westelijk deel van de Bennemeer en een groot deel van De Weere.

De gemeentelijke herindeling van 1817 had voor deze gemeente geen gevolgen. Begin negentiende eeuw waren op plattelandsgemeenten respectievelijk het “Reglement van bestuur voor het platteland der Provincie Holland” (1816) en het “Reglement op het bestuur ten platten lande in de Provincie Holland” (1825) van toepassing.

De Grondwet van 1848, in 1851 gevolgd door de Gemeentewet, maakte een einde aan het onderscheid tussen steden, heerlijkheden, districten en dorpen. De nieuwe staatsinrichting kende alleen nog gemeenten.

De gemeente Abbekerk ging in 1979 op in de nieuwe fusiegemeente Noorder-Koggenland. Het Abbekerker deel van De Weere werd gevoegd bij de nieuwe gemeente Opmeer.

waterschappen

Abbekerk en Lambertschaag vielen zowel voor het onderhoud van de Westfriese Omringdijk als voor de afwatering onder de Vier Noorder Koggen.

Binnen de gemeente lag ook een deel van de polder Bennemeer. Deze polder werd opgeheven in 1968, nadat de bemaling was overgenomen door de Vier Noorder Koggen. Ook de polders De Horn (gereglementeerd 1922) en De Hooge Weere (gereglementeerd 1923) lagen gedeeltelijk in de gemeente Abbekerk en werden in 1968 opgeheven.

Het plaatselijk polderbestuur werd tot en met 1859 uitgeoefend door het gemeentebestuur. Dit betrof voornamelijk het innen van de omslagen (waterschapsbelastingen) voor polders en waterschappen. In 1860 werden hiervoor afzonderlijke besturen ingesteld: de banne Abbekerk en de banne Lambertschaag.

Vanwege hun weinig omvangrijke taak besloot het provinciaal bestuur tot opheffing van de bannen. Tegelijk werd in 1933 een nieuw bijzonder bestuursreglement voor de Vier Noorder Koggen vastgesteld, om het overnemen van de taak van de bannen te regelen.