Hoorn

Geschiedenis
Hoorn kreeg op 27 maart 1356 stadsrechten van hertog Willem V van Beieren. Sindsdien had Hoorn een eigen stedelijke rechtbank voor strafzaken en civiele zaken. In 1406 en 1408 voegde hertog Willem VI van Beieren een aantal dorpen aan het Hoornse rechtsgebied toe. Dit betrof respectievelijk Zwaag en de zogenoemde Veenhoop (Berkhout, Grosthuizen, Oudendijk, Avenhorn, Scharwoude, Schardam en Beets). Door toedoen van hertog Filips van Bourgondië volgden in 1436 ten slotte ook de dorpen van de voormalige stede Wognum (Hauwert, Nibbixwoud, Wadway en Wognum). De dorpen waren niet in de stedelijke instellingen van Hoorn vertegenwoordigd.

De schout van Hoorn (ook wel “baljuw” of “officier” genoemd) trad in strafzaken op als eiser, de schepenen (of “schepenbank”) wezen vonnis. Dat deden zij ook in civiele zaken, waarbij meestal particulieren tegenover elkaar stonden. Tot de taken van de schepenen behoorde ook het passeren van allerlei akten, waaronder verkoopakten van onroerend goed en hypotheekakten. Ten slotte wezen de schepenen de voogden van weeskinderen aan en hielden zij toezicht op het door deze voogden gevoerde beheer. Door de groei van de stad breidden de werkzaamheden van het gerecht zich uit, en daardoor ook het aantal gerechtelijke functionarissen. De commissarissen van kleine zaken behandelden bijvoorbeeld eenvoudige rechtszaken. En voor het toezicht op het beheer van weesgoederen werden aparte weesmeesters aangesteld.

Ook tijdens de Bataafse Republiek (1795-1806) en het koninkrijk Holland (1806-1810) behield Hoorn zijn eigen rechtbank. Vanaf 1795 was het stedelijk rechtsgebied opeens wel veel kleiner. Een groot aantal “Hoornse” dorpen verenigde zich toen in nieuwe jurisdicties (“stede Berkhout en Wognum c.a.”, vanaf 1798 “stede Berkhout c.a.” en “stede Wognum c.a.”) of ging zelfstandig verder (“stede Wadway”), met goedkeuring van het landsbestuur. Deze nieuwe “steden” werden in 1804 opgeheven en weer toegevoegd aan het rechtsgebied van Hoorn.

De invoering van de Franse wetgeving in maart 1811 betekende de opheffing van de stedelijke rechtbanken en de liquidatie van de middeleeuwse privileges die daaraan ten grondslag lagen. In de plaats daarvan kwam het stelsel van rechtspraak dat in grote lijnen nog altijd bestaat.

Bronnen

  • oud-rechterlijk archief Hoorn
    • rechtbankverslagen
    • transporten onroerend goed
    • hypotheekakten
    • verslagen van vergaderingen van de weesmeesters
    • staatboeken van het beheer van boedels van weeskinderen
    • boedelpapieren van weeskinderen

 

 

canon van west-friesland

 

canon

chat loading...