Wèl een notariële akte.
Betreft voormalige armenvoogd te Nieuwe Niedorp, die géén rekenmeester zou zijn geweest.

Lysbeth Jans Rols, 55 jaar oud, wonende te Abbekerk (zie: Rols, Elisabeth Jans), verklaart op verzoek van Jacob Egmont (zie: Egmond, Jakob) en Jan Adr[iaans] Groot, burgemeester te Nieuwe Niedorp, (zie: Groot, of: Groot, de!, Jan Adriaans), ‘ingevolge ’t rapport en mondelinge last van gen[oemde] burgerm[eester] aan Evert Stam woonende mede te Nierop, dienaangaende aan haar getuyge voorgedragen - onder aanbiedinge van eede - de waerheyt te sijn: Dat sij getuyge getrout geweest zijnde aan Otte Gerretsz Kuyper’ (zie: Kuiper, Otto Gerrits), ‘ende dat deselve hare man is overleden op den eersten may 1725.
Dat sij getuyge wel weet, ende nog in goede geheugenisse heeft, dat hare voors[eyde] overleden man Otte Gerrits, in sijn leven woonende te N[ieuwe] Nierop, in den jare 1724, als mede 1723, aldaer armevoogt is geweest.
Ende dat sij getuyge niet en weet, nogte nooyt van haer overleden man Otte Gerrits heeft gehoort ofte bemerkt, ook is haer nooyt gebleken uyt de memorie en nagelaten schriften van haer meergem[elde] overleden man, dat hij ten tijde van sijne voors[eyde] bedieninge als armevoogt reekenmeester te Nieuwe Nierop is geweest.
Dat sij getuyge nooyt heeft bemerkt ofte gehoort uyt de mont van haer overleden man Otte Gerrits, dat hij in het voorjaer van ’t jaer 1725 voor datselve jaer als reekenmeester te N[ieuwe] Nierop is aangestelt geworden.
Gevende sij getuyge voor redenen van wetenschap, dat sij na doode van haer voors[eyde] man desselfs reekeninge als armevoogt heeft gedaen, in den jare 1725, in ’t bijsijn en overstaen van Poulus Streek’ (zie: Streek, Paulus Adriaans!) ‘ende Pieter Jansz Backer’ (zie: Bakker, Pieter Jans), ‘en wijders als in den text.’
P.S.: Volgens het WNT was een rekenmeester een boekhouder, rentmeester, administrateur; degene die de rekening opstelt, in dit geval de dorpsrekening.