Toelichting zoeken

U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken. 

Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.

Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.

Uw zoekacties: stad Algiers

Objecten

beacon
 
 
Notariële akte
Recommandatie, 7-5-1637
Notaris:
Gerrit Adriaensz van Warmenhuijsen
Plaats notaris:
Hauwert
Soort akte:
Recommandatie
Persoon in notariële akte:
1 Jan Jans  
2 Jan  
3 ? (moeder)  
Object:
dorp Nieubucxwoude  
stad Algiers  
Annotatie1:
Zie ook: 3872/080B, 148, 388, 389.
Betreft inwoner van Nibbixwoud, die in slavernij verkeert in Noord-Afrika, in het huidige Algerije. Aanbeveling tot het geven van geld.
Annotatie2:
‘Wij ondergeschreven vreedmakers ende regeerders van den dorpe Nieubucxwoude doen cont ende maken kennelijck allen dengenen die desen sullen werden vertoont, hoedat seecker jongesel genaemt Jan Jansz, onsen medepoorter ende burger alhier, in den jare 1628 van de Turcken is genomen, ende eerst tot Algiers, daarna vandaer verre lantwaerts innegevoert sijnde, is onder een seer quaden meester ende andere boose menschen in een ellendige slavernije gecomen te vervallen, ende waerinne hij noch tegenwoordich hem moet onthouden, sijnde d’selve sijne slavernije ende ellende soodanich, dat alle christeneharten haer daerover moeten ontfermen, gelijck ’t selve ons in den eersten met d’eygen hant van de voor-s[chreven] gevangen is overgeschreven, ende oock velen veelbekent is, de barbarische ende onmenschelijcke wreetheden der Turcken ende godloose menschen, die de christengevangenen onder denselven hebben te lijden.
Ende alsoo in langen tijt den voors[chreven] gevangene niet bekent en is geweest, ende niemant en heeft connen weten, waerhenen ende in wat plaetse hij gevoert mochte wesen, soo is nu onlancx van een seeckere jongman vandaer gecomen, ons denselven bekent gemaeckt, met v[er]claringe datter misschien eenige apparentie aldaer sal wesen, omme den voors[chreven] gevangen uyt sijne slavernije te mogen coopen.
Annotatie3:
Ende overmits sijne ende sijne ouders conditie alhier tot d’selve cooppenningen (die misschien vele sullen wesen) niet en vermogen, als moetende van ons ende de goede luyden ten deele werden onderhouden, soo hebben wij regeerders voornoemt (aenmerckende den noot ende swaricheyt van den voors[chreven] gevangen) tesamen geconsenteert ende bewillicht te helpen tot uytlossing van denselven na vermogen bij ons ende onser plaetse een milde aelmisse te sullen mededeelen.
Ende voorts in desen te schrijven aen allen onse nabuerige steden, plaetsen ende andere particuliere personen die hiertoe v[er]socht sullen worden, welcke wij mitsdesen vriendelijcken ende om Christy wille bidden ende aen denselven versoecken, dattet u e[dele] goede geliefte sij, ten behouve van de voor-s[chreven] gevangen sijne v[er]lossing, een milde aelmisse in toecomende tijt te willen verleenen, teneynde hij uyt sijn langduerige slavernije ende ellende sal mogen geraecken. Daerinne gedachtich wesende de liefde, die wij, in sulcke gelegentheyt sijnde, mede alsdan van onsen evennaesten seer geerne aen ons betoont souden willen hebben, alsmede lettende op de spreucke des heyligen apostel totten Hebreeën in ‘t 13e capittel, dat wij de gevangenen sullen gedencken, gelijck of wij mede gevangen waren. ’t Welcke doende, willen wij ’t selve mede in gelijcke saecken hierna wederomme aen u e[dele] seer gaerne v[er]schuldigen ende van gelijcken aen den uwen betoonen.
Annotatie4:
Doch de saecke alsoo staende, dat men noch niet volcomel[ijck] en weet, ofter gew[is?] een v[er]lossing onder seecker rantsoen sal worden geconsenteert, sullen denselven wij regeerders voornoemt, ofte andere, daerna ondersoecken ende [dat?] neerstich doen v[er]nemen. Waerinne tegenwoordich u e[dele] in desen niet vorder v[er]socht en wert als consent ende belofte van uwe aelmisse daertoe te geven, ende ’t selve in desen te teyckenen. Ende soo bevonden wert dat men de voors[chreven] v[er]lossing niet en sal mogen copen, sullen wij evenwel in danckbaerheyt de wille ende goede genegentheyt, voor de daet van u [edele?] aennemen, ende Godt den Heere vorder de saecke bevelen.’
P.S.: Het laatste gedeelte van deze ‘recommandatie’ is niet meer geheel te ontcijferen door het afbladderen van het papier, maar bevatte slechts een standaardformule van de vredemakers, waarmee zij het stuk afsloten. Wie deze vredemakers waren, is hier niet zichtbaar, aangezien handtekeningen ontbreken.
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
80A

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
chat loading...