Zie ook: 0131/024.
Geen notariële akte, maar een oud-rechtelijk stuk; de notaris treedt hier op in zijn hoedanigheid van secretaris der stede Abbekerk.

Dirk Yvenius (‘Ivenius’, zie: Yvenius, Dirk Petrusz!), raad en oud-schepen te Midwoud, die op de landschotsrekening aldaar gehouden op 25-01-1710 afstand heeft gedaan van de garing van de schot- en verpondingsboeken over de omslag van dit dorp, draagt zijn administratie daarvan over aan de vroedschappen aldaar, na daarvan rekening en verantwoording te hebben afgelegd.
Hierbij overhandigt hij aan Dirk Gerritsz Koster en Jan Winkel (zie: Winkel, Jan Adriaans!), die door de vroedschappen zijn aangesteld tot het invorderen en betalen van de restanten, de lijsten van de posten die nog moeten worden ontvangen op het landschot, dijk- en molengeld over 1707 en de ordinare verponding over 1708, bedragende ƒ 2108:10:9, met ƒ 83:16:4 aan geld, dat hij uit die omslag in kas had. Verder de lijst van posten die nog te ontvangen staan op de extraordinare 50e penning over 1709, bedragende ƒ 3105:17:8, met ƒ 57:17 aan geld, die uit die omslag bij hem in kas was. En tenslotte nog een lijst van de posten die nog te ontvangen staan op de restant-cedul van de gewezen schotgaarder Jan Warmenhuizen (‘Warmenhuysen’), die hij had overgenomen om daarmee de 50e penning over 1706 af te betalen, bedragende ƒ 1914:12:8, met ƒ 215:12 aan geld, die uit die garing in kas was.
De verzamelde overige vroedschappen van Midwoud (6 in getal, onder wie de 2 nieuw aangestelde gaarders) quiteren en ontlasten hem - zelf ook vroedschap - vervolgens van alle verdere administratie, ontvangsten en betalingen dienaangaande, op voorbehoud van de deugdelijkheid van de gedane administratie.