Zie ook: 0189/028, 029, 048, 049, 070, 072, 086; 0224/004 (specifiek) en: 0189/106, 107, 108, 109, 120, 122, 124 (algemener).
Betreft weeskinderen die ten laste van Avenhorn komen, terwijl armenvoogden van Avenhorn menen dat dit ten laste van Berkhout zou moeten zijn.

Betreft vermoedelijk ook de verplichtingen van Avenhorn t.o.v. (vroegere) inwoners van Oostmijzen.

Jan Ewoutsz, rijkdom en armenvoogd (zie: Ewouds, Jan Pieters!) en Gootjen Claesz, oud-vredemaker (zie: Winders!, Gootje Klaasz), beiden te Avenhorn machtigen Jan Pietersz Dijckuyt, regerend vredemaker (zie: Dijkuit, Jan Pieters) en Jan Symonsz, armenvoogd (zie: Simons, Jan), beiden ook te Avenhorn, ‘omme uyt haar constituanten name haar te transporteren na Den Hage ende aldaar te bevorderen bij alle betamelijcke middelen den naukeurige consultatie bij soodanige rechtsgeleerden als sij geconsistueerde goetvinden sullen, over sekere sententie in dato den sesten novemb[er] des loopenden jaers 1663 bij den e[dele] gerechte der stadt Hoorn uytgesproken, belangen[de] sekere weeskinderen als blijck bij denselve sententie in dato voorsz[eyt], en[de] ingevalle deselve beraetslaginge en advysen tot voordeel van den armen van Avenhorn schijnen te strecken, te resolveren op alle soodanige middelen en[de] expeditie als daartoe nodigh ofte dienstigh sullen werden bevonden, en[de] oock deselve expeditie in 't werck te mogen stellen, oock in rechten te mogen ageren, liticontesteren en[de] mandament van reformatie te versoecken op ende jegens de armenvoochden en regeerders van Berckhoudt, ende voort alles te doen hetgeene de comp[arant]en elck in qualité, ofte dengeenen die haar in tijden ofte wijlen soude mogen representeren, selfs present sijnde soude connen of[te] mogen doen, en tot dien eynde één ofte meer pro[curatiën] ad lites te mogen substitueren, met gelijcke ofte gelimitteerde macht, belovende 't selve voor goet vast van waerden te houden 't geene bij de voor[noemde] gecomit[teer]de ofte desselfs gesub-[stitueerde] in gevolge van 't geen voorsz[eyt] is gedaen en gebesogneert sal wesen, alwa[er] dat daertoe speciaelder last ofte macht vereyste onder 't verbant als nae rechten, midts dat haar van den uytgift behoorlijcke rekeninge, bewijs ende relyqua sal werden gedaen.

V[er]soeckende hiervan acte.
Aldus gedaen en gepasseert ten huyse van Jan Ewoutsz voorsz[eyt], ter presentie van Jan Dircksz ende Jacob Corn[elisz], getuygen van geloov, met mij not[ari]s hiertoe versocht. Datum als boven.’ (Zie: Dirks, Jan en: Kornelisz, Jakob.)
P.S.: De weeskinderen van wie hier sprake is, zijn de kinderen van wijlen Symon Jansz Molenaer (zie: Molenaar, Jan Simons), zoals blijkt uit het opschrift op het omslagvel van deze akte (3 voorkinderen en 2 nakinderen!).