U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken.
Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.
Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.
Mijn Studiezaal (inloggen)
Objecten
1685_189 ONA 189. Avenhorn, akten notaris Jan Reijersz. Rijp, 1660-1675.
Attestatie, 5-11-1674
Notaris:
Jan Reijersz. Rijp
Plaats notaris:
Avenhorn
Soort akte:
Attestatie
Persoon in notariële akte:
Object:
Annotatie1:
Zie ook: 0189/216, 218, 219, 225.
Betreft aanval op walvisvaarders bij Texel door (Franse!) kapers.
Betreft aanval op walvisvaarders bij Texel door (Franse!) kapers.
Annotatie2:
Op verzoek van de armenvoogden van Avenhorn attesteren Elbert Jacobsz, wonende op Zwaagdijk (zie: Jakobs, Albert), en Otte Otsz wonende te Scharwoude (zie: Ottes, Otto), beiden harpoeniers van het schip De Ham uit Enkhuizen (= De Vergulde Ham!, zie: 0189/216), waarvan Claas Cornelisz Buy van Avenhorn commandeur was (zie: Buy, Klaas Kornelisz).
Zij verklaarden ‘bij ware woorden in plaatse van ede’, ‘hoe waar is ende sij deposanten noch seer wel weten, dat sij met 't voorsz[eyde] schip De Ham als admiraal, Reyer Jansz van Petten als vys-admiraal’ (zie: Petten, v., Reier Jans), ‘De Pop van Schermer schoudt-bij-nacht’ (zie: Pop, (de), Kornelis! Kornelisz!), ‘ende Maarten Claasz uyt De Rijp’ (zie: Bakker!, Maarten Klaasz), ‘in comp[agnie] sijn gecomen voor Texel, wesende den 11e sept[ember] a[nn]o 1674, als wanneer haar twee vijantlijcke kapers hebben opgedaan, sijnde gerangeert als volgt, te weten De Pop de voorste, daaraen Reyer van Petten, daaraen volghde Maarten Claasz, ende den admiraal achter. Welcke kapers omtrynt vijff à ses glasen tegens de admiraal hebbende geslagen, heeft de voorsz[eyde] Pop eerst sijne seylen daarbij gemaackt, en is alsoo gaan loopen, doen Reyer van Petten, en eyndelijck oock de voorsz[eyde] Maarten Claasz, hebbende alsoo haren admiraal verlaten en in den noot niet bijgestaan, soodat sij deposanten, haar van alle hulpe sagen ontbloot, genootdruc[kt] waren het schip De Ham in vijants handen [te] moeten overgeven.
Zij verklaarden ‘bij ware woorden in plaatse van ede’, ‘hoe waar is ende sij deposanten noch seer wel weten, dat sij met 't voorsz[eyde] schip De Ham als admiraal, Reyer Jansz van Petten als vys-admiraal’ (zie: Petten, v., Reier Jans), ‘De Pop van Schermer schoudt-bij-nacht’ (zie: Pop, (de), Kornelis! Kornelisz!), ‘ende Maarten Claasz uyt De Rijp’ (zie: Bakker!, Maarten Klaasz), ‘in comp[agnie] sijn gecomen voor Texel, wesende den 11e sept[ember] a[nn]o 1674, als wanneer haar twee vijantlijcke kapers hebben opgedaan, sijnde gerangeert als volgt, te weten De Pop de voorste, daaraen Reyer van Petten, daaraen volghde Maarten Claasz, ende den admiraal achter. Welcke kapers omtrynt vijff à ses glasen tegens de admiraal hebbende geslagen, heeft de voorsz[eyde] Pop eerst sijne seylen daarbij gemaackt, en is alsoo gaan loopen, doen Reyer van Petten, en eyndelijck oock de voorsz[eyde] Maarten Claasz, hebbende alsoo haren admiraal verlaten en in den noot niet bijgestaan, soodat sij deposanten, haar van alle hulpe sagen ontbloot, genootdruc[kt] waren het schip De Ham in vijants handen [te] moeten overgeven.
Annotatie3:
Allegeren sij deposanten voor redenen van wetenschap 't geene voorsz[eyt] staat selfs gesien te hebben, alsoo sij deposanten op 't voorsz[eyde] schip De Ham hebben gevaren en[de] de geheele rescontre mede hebben uytgestaen. Presenteren 't selve des noot ende versocht sijnde breeder te affirmeren, versoeckende hiervan acte.
Aldus gedaan tot Avenhorn ten huyse van mij not[ari]s, ter presentie van Claas Jansz van Avenhorn en[de] Thijmon Aerjansz uyt de Beemster, getuygen van geloove hiertoe v[er]socht, ten dato als boven.’
(Zie: Blauw!, of: Duivis!, of: Schuitemaker!, Klaas Jans, en: Adriaans, Tijmen.)
P.S.: Een glas is gelijk aan een halfuur. (Zandlopers aan boord van schepen moesten elk halfuur gekeerd worden).
Aldus gedaan tot Avenhorn ten huyse van mij not[ari]s, ter presentie van Claas Jansz van Avenhorn en[de] Thijmon Aerjansz uyt de Beemster, getuygen van geloove hiertoe v[er]socht, ten dato als boven.’
(Zie: Blauw!, of: Duivis!, of: Schuitemaker!, Klaas Jans, en: Adriaans, Tijmen.)
P.S.: Een glas is gelijk aan een halfuur. (Zandlopers aan boord van schepen moesten elk halfuur gekeerd worden).
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
217
Status:
De voor- en achternamen in de index van deze akte zijn gestandaardiseerd
laatste wijziging 10-10-2022
1 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden