Zie ook: 0374/066, 076, 077, 079.
Betreft het eigenaarschap van een omgehakte boom bij een huis te Binnenwijzend ten westen van de kerk en het kerkhof, en van een aan het huis vastzittend hek.

Op verzoek van de huidige bewoner van genoemd huis attesteert een inwoner van ‘’t Veld onder Bovenkarspel’ (in het huidige Andijk-Oost, destijds in de banne van Bovenkarspel), die van 1701 tot mei 1716 in dat huis te Binnenwijzend heeft gewoond, dat toentertijd eigendom was van het weeshuis te Hoorn. De deposant beweert, dat hem destijds door de toenmalige burgemeester van Binnenwijzend was opgedragen de ekstersnesten in deze essenboom, die nu is omgehakt, voor eigen rekening te verwijderen, hetgeen de deposant zegt ook altijd te hebben gedaan, zonder dat dit ooit door of in opdracht van de kerkmeesters van Binnenwijzend is geschied, of zelfs maar door hen is verlangd. Ook heeft hij in die tijd takken van de boom afgehakt, niet in opdracht van de kerkmeeesters, maar wel van de voogden van het weeshuis te Hoorn, de toenmalige eigenaars van het huis, zonder dat verder iemand daartegen zou hebben geprotesteerd. Het afhakken van een bepaalde tak zou zelfs de instemming van de toenmalige burgemeester van Binnen-wijzend hebben gehad en van een ander met name genoemd persoon (een oud-kerkmeester van Binnenwijzend!), omdat men zo vanuit het westen komend meteen kon zien hoe laat het was.
Verder zou de deposant door meergenoemde toenmalige burgemeester, in de tijd dat een vroegere predikant van Binnenwijzend naar Grootebroek was vertrokken (d.w.z. na 1708!), zijn opgedragen het aan zijn huis vastzittende hek dicht te maken – er was een stukje van het hek af – omdat de schapen van de toenmalige burge-meester, die in die tijd op het kerkhof liepen, daar doorheen liepen. Dit had de deposant toen ook gedaan, maar wél met materialen die toebehoorden aan het wees-huis van Hoorn.