Expertiseverklaring betreffende een plan tot dijkherstel aan de Noorderdijk van Drechterland, tussen Nedemblik en Enkhuizen, wegens aantasting door paalworm.
Op verzoek van de dijkgraven en waarschappen (ofwel regenten) en de hoofd-ingelanden van de vier ambachten van West-Friesland reageren 6 ingelanden van Drechterland (de eerste 5 woonachtig ‘aan de Noorderdijk’ en de laatste tegenwoordig te Bovenkarspel, maar geboren en opgevoed ‘aan de Noorderdijk’), die allen gedurende hun leven betrokken zijn geweest bij dijkwerken aan de Noorderdijk en allen hetzij regerende, hetzij voormalige ouderlingen of diakenen zijn van de gereformeerde kerken in hun woonplaatsen, op dit voorgestelde plan. Zij verwerpen het op diverse punten, vooral aangaande de voorgestelde dijk-glooiing en de wijze van bevestiging der palen in de wierdijk. Zij komen met een gedetailleerd eigen voorstel, klaarblijkelijk gebaseerd op de wijze van aanleg van de nieuwe wierdijk op Broekoord en bij de Kathoek na de storm van 1702.