Betreft geweldpleging n.a.v. onenigheid tussen twee buurlieden in De Hout over het versperren van de doorvaart d.m.v. een plank over een sloot van het land van de ene buurman naar het land van de ander.
De laatstgenoemde - de deposant in deze - had de plank teruggelegd op het land van de eerste, omdat hij er met de schuit door moest, waarop zijn buurman hem achternakwam en protesteerde. Nadat de deposant had geweigerd de plank terug te leggen, en tegen zijn buurman had gezegd dat hij de doorvaart niet moest versperren en al helemaal geen 'notweg' (overpad over andermans land naar een ander stuk land) over zijn land moest maken, sloeg de buurman de deposant met een paal op zijn hoofd en schouder, zodat deze duizelig in de sloot viel. De buurman liet hem daar gewoon liggen, maar de deposant kwam gelukkig snel bij en wist er zelf uit te klimmen. Als gevolg hiervan heeft de deposant het bed moeten houden en de chirurgijn nodig gehad.