Toelichting zoeken

U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken. 

Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.

Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.

Uw zoekacties: huis Vroemoershuisje

Objecten

beacon
 
 
Notariële akte
Attestatie, 14-6-1723
Notaris:
Jan van der Hoeve
Plaats notaris:
Abbekerk
Soort akte:
Attestatie
Persoon in notariële akte:
1 Jan Simons Hardeman / Stam (!)  
2 Maartje Volkerts  
3 Wouter Christiaan Alexanders (!) Landschot, v.  
4 Pieter Adriaans Vet  
5 Klaas Grutter  
6 Klaas Jans Zijp  
7 ? (man)  
8 Jan (!) Hendriks (!) Hoeve, vd  
Object:
straat Nieuwestraat  
herberg? De Valk  
huis Vroemoershuisje  
Annotatie1:
Zie ook: 0133/148.
Geen notariële akte, maar een oud-rechtelijk stuk; de notaris treedt hier op in zijn hoedanigheid van secretaris der stede Abbekerk.
Annotatie2:
Betreft echtpaar uit Abbekerk, dat eerst te Medemblik wordt belaagd, en later ook thuis te Abbekerk.
Op verzoek van de jonkheer Wouter Chrisstoffel van Lantschot (zie: Landschot, v., Wouter Christoffel Alexanders!, wonende te Alkmaar!), baljuw en schout der stede Abbekerk, getuigen Jan Zymonsz Hardeman (zie: Hardeman, of: Stam!, Jan Simons) en zijn vrouw Maartje Volkarts (zie: Volkerts, Maartje), beiden te Abbekerk: ‘Dat op dingsdag den 8 dezer loopende maant juny op den agtermiddag zij getuygen waren op de Nieuwestraat binnen de stat Medenblik.
Annotatie3:
Dat aldaar bij de getuygen is gekomen Pieter Adriaansz Vet van Abbekerk, die den getuyge Jan Hardeman aansprak en begeerde dat hij met hem naar zekere Klaas Grutter aldaar zoude gaan, ’t welk door hem Jan Hardeman wierde afgewezen.
Dat hij Pieter Adriaansz Vet daarop hem getuyge, oftewel eenig leer ’t geen Jan Hardeman onder de arm hadde, aangreep, en hem daardoor tragte mede te krijgen en zulks met die force dat zij Jan Hardeman en Pieter Vet beyde onder de voet raakten.
Annotatie4:
Dat de getuyge Jan Hardeman, zoo hij ten dezen opzigte alleen verklaart, opgestaan zijnde en door Pieter Vet al weder aangemaant werdende om naar Klaas Grutters te gaan, daarop zeyde: “Als ’t zoo moet, wil ik liever mede gaan.” En ook met hem ging.
Dat hij vervolgens ten huyze van Klaas Grutter quam en aldaar onder meer volk vondt Klaas Jansz Zijp, mede van Abbekerk.
Annotatie5:
Dat die hem getuyge aldaar met veele woorden qualijk bejegende, tot zooverre dat hij getuyge om die rede vertrok.
Wijders verklaren beyde de getuygen, dat zij na eenigen tusschentijt zijn gekomen bij de Valk op de straat, en aldaar hebben gevonden den meergenoemden Pieter Vet.
Annotatie6:
Dat Jan Hardeman hem vroeg hoe hij hem ten huyze van Klaas Grutter zoo konde brengen en aan den vijant voeren, daar hij getuyge meende dat ze goede maats waren.
Dat Pieter Vet daarop antwoorde: “Douw donder,” of: “douw duyvel, zouwste dat zeggen! Sacrament, hou mijn paart vast.”
Dat Pieter Vet vervolgens in arren moede veelmalen scheldende naar hem sloeg, ’t geen hij Jan Hardeman ontweek tot zoo lange hij tegen eene trog aanraakte en agteroverviel, als wanneer zeker den getuygen onbekent perzoon Pieter Vet tragte te beletten in zijne quade handelingen voort te gaan.
Dat kort daarop de bovengemelde Klaas Jansz Zijp onder ’t volk, dat op zulk een straatgerugt toeschoot, mede quam en zeer quaataardig en vloekende naar hem sloeg, gelijk Pieter Vet hem toen ook al mede in de krop greep.
Dat de getuyge Maartje Volkarts toeschietende de quade bejegeningen tegen haren man poogde te beletten, als wanneer Klaas Jansz Zijp haar in de krop in grammen gemoede aangreep, zoo datter het halsje van scheurde, en zeyde: “Douw dondersche hoer, sta uyt de weg! Ik zal ’t dij bewijzen, maar zoo lang ’t niet bewezen is, bist u nog eerlijk.”
Dat zij beyde getuygen, ontstelt zijnde, eyndelijk de quade bejegeninge door ’t tusschenschieten van een menigte volk zijn ontweken.
Eyndelijk getuygen de deposanten, dat in de nagt tusschen den 8 en 9 dezer maant de meergenoemde Pieter Vet, dien ze uyt de stem zeer wel kenden, op ’t erf bij hun huys is gekomen, roepende: “Douw duyvel, ik zal dij dat vergelden! Is ’t nu niet, al was ’t over zeven jaaren.”
Dat zij laatstelijk ’s morgens opstaande bevonden dat 'er eenige pannen van ’t gebouwde bij ’t vroemoershuysje af waren.’
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
133
Aktenummer:
147
Status:
De voor- en achternamen in de index van deze akte zijn gestandaardiseerd

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
chat loading...