Zie ook: 3404/001; 4153/012, 014.
Betreft het eigendom en de ligging van de Barendsakkers onder Opperdoes.

Op verzoek van Cornelis Zymonsz Woelwater te Opperdoes (zie: Woelwater, Kornelis Simons) verklaren Isbrant Maersz (zie: Maartens, IJsbrand), oud omtrent 80 jaar en Dirck Dircxsz alias Jongedirck (zie: Jongedirk(s!), Dirk Dirks), oud omtrent 66 jaar, beiden te Opperdoes, ‘alsdat zij van haer ouders ende andere luyden wel hebben v[er]staen, alsdat de Barentsackers zijn affgekomen van den ouden Ysbrant Pillesz’ (zie: Pilles, IJsbrand) ‘waervan Ysbrant Maersz is een kintskint ende Jonge Dirck een graed verder. Ende dat zij noyt hebben gehoort ende verstaen, dat de v[oor]sz[eyde] Barentsackers in 't geheel ofte deel zoude leggen in Dirck Pieter Gers Weyd’ (zie: Gerrits, Dirk Pieters), ‘achter ofte besuyden het huys van de requyr[an]t, maer in tegendeel sijn sij bewust, dat sooals zij mede van overlangh hebben v[er]staen, dat de gemelte Barentsackers zijn gelegen bij noorden de wech ofte het padt bij noorden 't huys van de requyr[an]t, werdende nu ter tijt beseten bij Reynder Ysbrantsz’ (zie: Schuimspaan!, Reinder IJsbrands) ‘voor 3/4 p[ar]t ende bij Claes Albersz Schuymspaen’ (zie: Schuimspaan, Klaas Alberts) ‘voor 1/4 p[ar]t.
Alle 't welck sij getuygen verclaeren de oprechte waerheyt te wesen ende ’t selve noch in haer memorie wel te hebben, presenterende ’t selve des v[er]socht sijnde naerder te stercken.’