Op verzoek van twee kerkvoogden van de rooms-katholieke gemeente te Andijk verklaren een inwoner van de Bangert te Andijk (destijds in de banne van Lutjebroek) en twee inwoners van Cloppenburg (in het bisdom Münster), die als arbeiders verbleven te Andijk, dat zij onlangs op St. Laurensdag (dat was op 10 08-1725) de priester in de rooms-katholieke kerk (preekhuis) op de Lagedijk (onder Wervershoof) hadden horen afkondigen, dat hij door de Gecommitteerde Raden was gedwongen om op aanstaande zondag (12-08-1725) te Andijk te prediken en dienst te doen, 'dogh dat zijn volk daar over niet verlegen behoefden te zijn alsoo hij ten 10 uuren voor haar op de Lagedijk weder soude prediken en dienst doen'. Verder verklaren de eerste twee, dat zij die zondag 's morgens op de Bangert te kerk zijn geweest, en daar deze priester zodanig hebben horen en zien prediken en dienstdoen, 'dat in plaatse van zijne gemeente te stigten, zijne geheele sermoen nergens anders op doelde, alsdat die gene welcke tegens hem opstonden en hem aanklaagde bij haar Ed[ele] mog[en]de Heeren Gecommitteerde Raden, souden worden geëxcommuniceert'.
De laatste twee attestanten verklaren verder, dat de priester in hun bijzijn heeft geweigerd twee kraamvrouwen te 'beregten', die daarvoor aldaar op de Bangert waren gekomen - één daarvan wel een uur gaans -, alsmede om de jeugd te cathechiseren, zoals gebruikelijk was.

N.B.: Volgens p. 1 van D.T.B. Wervershoof, deel 5B (Latijn!) was deze priester sedert 1722 in functie in Wervershoof, en werd hij uit zijn ambt gezet en vervangen in 1728.