Onderzoek

Zoeken

Toelichting zoeken

U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken. 

Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.

Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.

U bevindt zich hier: Home > Onderzoek > Zoeken
Uw zoekacties: Oud archief stad Hoorn, 1356-1815

0348 Oud archief stad Hoorn, 1356-1815

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0348   Oud archief stad Hoorn, 1356-1815
Inleiding
1. Geschiedenis van de organisatie
2. Geschiedenis van de archiefvorming
3. Verantwoording van de inventarisatie
4. Geraadpleegde bronnen
5. Geraadpleegde literatuur
6. Lijst van functionarissen
laatste wijziging 11-12-2023
5.075 beschreven archiefstukken
251 gedigitaliseerd
totaal 32.069 bestanden
Inventaris
1.1. Archief van de stad Hoorn
1.1.1. Boeken, gedrukte stukken en handschriften
1.1.2. Archief
1.1.3. Regestenlijst
Records 1 t/m 100
Records 101 t/m 200
Records 201 t/m 300
Records 301 t/m 400
Records 401 t/m 500
Records 501 t/m 600
Records 601 t/m 700
701 Claes de Vriese, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoirne te hebben ontvangen 2200 schilden, voor den eersten en tweeden termijn van de tienjarige bede, verschenen St. Jansdag midzomer en Kerstavond 1462. Upten VIIIsten dach van Novembri int jair Duysent vierhonderd drie ende tsestich.
702 Aelbrecht van Raphorst bekent, ter zake van de bede van Hoern te hebben ontvangen 111 pond 5 schellingen, voor den termijn van den laatsten December. Upten Xlsten dach in Desembry anno LXIII.
703 De afgevaardigden van Hoirne, te Brussel vertoevend, verzoeken den hertog de brieven van merk en arrest te willen intrekken. Er gaan steeds meer inwoners weg uit hunne stad; de handel is onmogelijk, door het gevaar van aanhouden; verschillende schepen zijn weggenomen; de Soutendijck vereischt groote onkosten; de stad heeft wel 12000 Philippusschilden aan goederen en paarden, verloren bij den tocht van Willem den bastaard van Beieren, en daarom kan zij onmogelijk hulp verleenen. Gelijktijdig afschrift (Inv. no. 459) Pap. G. Zonder dagteekening, waarschijnlijk 1463 blijkens den brief van 2 Juli over de brieven van merk; vergelijk Boerg. Charters 24 September 1462. Willem van Beieren is 1427-65 heer van Schagen. Vgl. verder de oorkonde van 25 Mei 1452 en de Burgemeestersrekening 1464 bl. 9 r°. Soutendijck, ten westen van Medemblik, volgens: (Rogge). Dit is die Kaerte van dye Suyd(er)zee.
704 Schepenen in Hoern schatten Reynu Pieter Jacobs weduwe en Lucie haar dochter toe, voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning, 1/39 deel van een huis en erf in de Noerderstrate, wegens drie Rijnsche guldens lijfrente, die Ermgert Florys van der Beets weduwe haar schuldig is. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert vier ende tsestich opten XXVIen dach in Januario.
705 Schepenen in Hoern schatten voogden van het Heilige Geesthuis toe, voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning, 1/32 deel van een huis en erf in de Noerderstrate, waaruit Ermgert Florys van der Beets weduwe, hun drie Rijnsche guldens jaarpacht schuldig is. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert vier ende tsestich opten XXVIen dach in Januario.
706 Schepenen in Hoorn schatten Dirc Albertz. van Haerlem toe, voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning, 1/29 deel van een huis en erf in de Noerderstrate, wegens vier Rijnsche guldens lijfrente, die Ermgert Florys van der Beets weduwe hem schuldig is. Int jaire ons Heren Duysent vierhondert vier ende tsestich opten twintichsten dach in Maerte.
707 Claes de Vriese, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoorn te hebben ontvangen 2200 schilden, voor den derden en vierden termijn van de tienjarige bede, verschenen St. Jansmis en Kerstavond 1463. Upten XXIXsten dach van Junio int jair Duysent CCCC vier ende tsestich.
708 Philips hertog van Bourgongien, patroon en collator van de kerk van Westwoude, belooft aan Westwoude, Oosterblocker en Westerblocker, bij de inwilliging van de tienjarige bede de bediening hunner kerk alleen te geven aan iemand die haar zelf kan waarnemen, of aan zijn plaatsvervanger, tot tevredenheid der bewoners; hij staat toe, een stedehuis bij de kerk van Oosterblocker te bouwen om rechtdagen te houden; bepaalt dat schotbaar land het blijven-en bijdragen zal in de tienjarige bede, en zoo ook allen die nu binnen Westwoude en aanhoorigheden wonen. Gegeven opten negenthienden (lees negen ende twintichsten) dach in Septembri int jaer ons Heeren Duysent vierhondert vier ende tsestich.
709 Jan Gherytsz. verkoopt namens zijne vrouw IJde Luytgensd. aan broeder Claes Jansz. van Haerlem, pater van St. Pietersdal, drie deimpten land onder Ursshem, Claes Bruunslant genaamd, benevens een morgen land aldaar. Int jaer ons Heren MCCCC ende LXV opten dertienden dach in Januario.
710 Schepenen in Hoern schatten Dirc Albertz. van Haerlem toe, voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning 1/29 deel van een huis en erf in de Noerderstrate, wegens vier Rijnsche guldens lijfrente, die Ermgert Florys van der Beets weduwe hem schuldig is. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert vijff ende tsestich opten laitsten dach in Januario.
711 De afgevaardigden van Hoirne verzoeken den heer van den Gruythuyse, prins van Steenhuyse, stadhouder-generaal, en den anderen raden van Hollant enz., hun toe te staan de Engelsche lakens, welke vóór het verbod van den hertog reeds ingekocht waren, ten einde ze te slyten, koopen en verkoopen, toch te mogen verkoopen en uitsnijden. En, om bedrog tegen te gaan, schout, burgemeester en schepenen te gelasten ze met een lood of ander teeken te merken, aangezien de stad wegens de groote armoede, tengevolge van de zware dijklasten, vele schamele lieden voor het wantsnijden had aangenomen. Gelijktijdig afschrift (Inv. no. 493) Pap. Gesch. In margine de apostille waarbij de verzoekers naar den Grooten Raad worden verwezen: Actum II dage in Februario anno LXIIII secundum cursum curie. Met aangehecht volgend verzoekschrift. Het verbod zelf is van 26 October 1464, Boergoensche Charters bl. 133.
712 Die van Hoirne verzoeken aan stadhouder en raden hun verzoekschrift bij den Grooten Raad te ondersteunen uit aanmerking van hunne zware verliezen door stormen, zoo, dat tal van poorters hun toevlucht in Oostvriesland, Utrecht of elders hebben gezocht.
713 De Groote Raad, gehoord de inlichtingen van Hoern over de schade door de zee aangericht, het verzoek tot vrijstelling van de toegestane bede en eene gift tot herstel van dijken en hoofden, gelast den baljuw van den Haige met de timmermeesters van Brabant en Hollant naar Hoern te gaan om een onderzoek in te stellen. Te Bruyssel X dagen in Februario int jair MIIIIc viere ende tsestich. Inv. no. 369. Gelijktijdig afschrift Pap. G. Vgl.: Burgemeestersrekening 1464 bl. 6 r°.
714 Het Hof van Hollant, Zeelant en Vrieslant veroordeelt Volkert Jacobsz. tot betaling van 100 braspenningen aan Bangairt Say, kastelein van Medenbliec, benevens in de kosten van het geding, wegens herhaalde weigering om aan den kastelein te voldoen de huur over 1463 en 1464, voor het etten van schapen op den zeedijk. Ghedaen inden Haeghe IX daghen in Mairte anno LXIIII secundum cursum curie.
715 Schepenen in Hoern schatten Jan Mathijsz. toe, voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning, 1/3 deel van een huis en erf aan de westzijde van de Noerderstrate buiten de ameide, benevens drie nobels aan roerend goed, wegens 12 1/2 Rijnsche gulden, die Meynert Jansz. hem schuldig is. Int jaire ons Heren Dusent vierhonderd vijffende tsestich opten achtende dach in Aprille.
716 Zutphen verzoekt aan Hoern, de kooplieden van Waeterlandt en Vrieslandt te waarschuwen, bij hun bezoek aan de Zutphensche Meimarkt niet langs Deventer te varen, aangezien er nog geen bericht is ontvangen over mogelijke toestemming. Gescreven onder onsen statsegel opten Heiligen Witten Donredach anno Domini etc. LXV.
717 Phillips, hertog van Bourgongen, gehoord het verslag van het onderzoek naar de schade welke Hoern aan dijken en bolwerken door de stormen van October 1.1. heeft geleden, scheldt de stad haar aandeel in de loopende bede gedurende drie jaren kwijt, benevens de rest van de vijfjarige bede ten bedrage van 2288 clinckaerts, uitgezonderd hetgeen de zeven parochies onder het schoutambacht van Hoern opbrengen, en onder voorwaarde, dat het kwijtgescholden geld voor herstel van de dijken zal dienen. Gegeven in onse stede van Bruessel den XVIIIen dach in Aprillo int jair ons Heren Dusent CCCCvijff ende tsestich nae Paeschen.
718 Schepenen in Spanbroec oorkonden, dat Claes Herts, en Katherijn zijne moeder, den armen te Hoern elf hond bouwland onder Spanbroec hebben geschonken, waaruit aan Sybrich en Aeef Jan Roedsd. eene lijfrente van een gouden kroon moet worden betaald. Int jaer ons Heren Dusent vyerhondert ende vijf ende tsestich op Sinte Marcusdach
719 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Moerkien Willem Lammenz. weduwe c.s. toegestemd hebben, dat St. Marien-convent met Clemeyns Willem Lammensz. dochter een morgen land in het westeinde van Hem, ten zuiden van de Goeu zal bezitten, welk land na haar gelofte, geheel aan het convent zal komen. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert vijff ende tsestich opten XXIIen dach in Meye.
720 Broeder Jan Ottenz., supprior van het Regulierenklooster in Blocwer, oorkondt, dat Dirc Foy geen rechten heeft op het St. Ceciliaconvent en dit hem niets behoeft uit te keeren van het goed, dat zuster Katherijn Allertsd. aan het convent heeft vermaakt. Int jaer ons Heren MCCCC vijf ende tsestich des Dinghesdages na ons Heren Hemelvaertsdach.
721 Judocus bisschop van Hieropolis, S. Theol. professor, vicaris-generalis van bisschop David van Bourgondië, wijdt de kerk van St. Pietersdal en hare drie altaren, stelt het feest der wijding op St. Remigiusdag en geeft nadere bepalingen over een aflaat van 40 dagen. Datum anno, mense et die quibus supra (anno Domini M°CCCC°LXV° vicesima septima die mensis Junii). Afschrift Inv. no. 792 bl. 4 r°.
722 Jonge Jan Jansz., poorter in Scagen, verkoopt aan Dirck Jacobsz. van Amstelredamme 45 sneezen in het nieuwland van Burchorn voor Scagen. Up Sinte Jacobsavont inden zomer den XXIIIIen dach in Julio int jair onss Heren Duysent vierhondert vijff ende tsestich.
723 Dirck Jacobsz. van Aemstelredamme belooft aan Jonge Jan Jansz., van Scagen, dat hij na 10 jaar 45 sneezen in het nieuwland van Burchorn, in 1465 verkocht, voor 42 Rijnsche guldens zal kunnen terugkoopen. Up Sinte Jacobsavont inden zomer den XXIIIIen dach in Julio int jair onss Heren Duysent vierhondert vijff ende tsestich.
724 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Lambert Hoeflaet van Amersfoirdt, aan voogden van het Heilige Geesthuis heeft verkocht, een (kusting)brief van 27 Beiersche guldens, door Florys van der Beets Pietersz. bezegeld, benevens -een aangehechten schatbrief van schepenen van Hoern, aangaande 1/4 van een huis en erf in de Noerderstrate, door Florys nagelaten, tegen eene lijfrente van een gouden Rijnschen gulden. Int jaire ons Heren Dusent vierhonderd vijff ende tsestich op Sinte Jacobsdach appostel.
725 Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Dirc Bruynsz. aan Jacob Pieterz. heeft verkocht 1 1/2 Rijnschen gulden jaarrente, uit een huis en erf aan de vesten bij St. Pietersdal, aflosbaar met den penning 14. Int jair ons Heren MCCCC vijff ende LX opten vierden dach in Novembri.
726 Schepenen in Gorinchem oorkonden, dat Sander Fredericxz., aan broeder Claes Jansz., prior van de Kruisbroeders van St. Pietersdal in Hoern, heeft geschonken de helft van elf morgen land op Sceywijck tusschen het gasthuis-eif in de stad en het kommandeurserf van Scheluynen, van de Hair tot de Boelcamp, benevens vier morgen op het Hoghelant tusschen Arkel en Gorinchem bij het Herenerve, en nog twee morgen in de Cortslaghen, van de Nylantsscher Kaen tot het Hoghelant toe. Ghegeven opten vier ende twyntichsten dach in Novembri int jaer ons Heren MCCCC ende LXV.
727 Schepenen in Winckel oorkonden, dat Hercke Janz. aan Jan Mathijsz. van Hoirn heeft verkocht, een nobel jaarrente uit een huis en werf van 17 sneezen land in Winckel, aflosbaar met den penning 13. Int jair ons Heren MCCCC LXV opten laitsten dach in Decembri.
728 Schepenen in Hoorn oorkonden, dat Jan Dirckz. bekend heeft aan Jan en Gerbrant, zoons van Lambert Vreesen, schuldig te zijn, 16 Rijnsche guldens min een half oort. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert sess ende tsestich opten elften dach in Februario.
729 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jan Frericxz. van Enchusen, Jan Kock genaamd, en zijn zoon Volkert, aan Willem Dircxz. hebben verkocht twee morgen land onder Wognom. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert sess ende tsestich opten sestiende dach in Maerte.
730 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Meynert Jansz. aan voogden van het Heilige Geesthuis heeft verkocht, het onbezwaard gedeelte van het huis van Florys van der Beets voor 15 Rijnsche guldens, nadat hij dit bij gerechtelijke veiling had gekocht, wegens de 15 Rijnsche guldens overkusten, die hij op Jacob Meyusz. als broeder en voogd van Ermgert weduwe van der Beets had laten uitleggen. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert sess ende tsestich opten XVIIIen dach in Maerte.
731 Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Jan Claes Louwenz. aan Bely Symon Symonz. weduwe c.s. heeft verkocht twee Engelsche nobels jaarrente, uit een huis en erf in de Noerderstrate, aflosbaar met den penning 18. Int jair ons Heren MCCCC ende LXVI opten laetsten dach in Maerte.
732 Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Dirc Janz. aan zijn vader Jan Dircz. heeft verkocht twee gouden keizersschilden jaarrente, uit een huis en erf in de Kercstrate, welke rente hij van zijn vader als boelgoed en eerste pacht uit huis en erf had ontvangen, aflosbaar met 60 Rijnsche guldens. Int jair ons Heren MCCCCLXVI opten sestiende dach in Julio.
733 Claes de Vriese, rentmeester-generaal van Hollant enz., bekent van Hoorn te hebben ontvangen 314 schilden 8 1/2 groot, welke de stad den hertog heeft geleend als voorschot voor de tienjarige bede der termijnen van St. Jan en Kerstavond 1467 en 1468. Upten VIllen dach in Augusto int jair Duysent vier hondert ses ende tsestich.
734 Schepenen in Westewoud oorkonden, dat Folkert Meynertsz. verklaard heeft aan Ave Albert's weduwe schuldig te zijn 2 1/2 Rijnschen gulden jaarren te uit 3/4 deel van zijn huis en werf en uit 3/4 deel van 4 1/2 hond land, Int jair ons Heren MCCCC ende LXVI IIII dagen in Octobri.
735 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jan Claesz., Jan Bijster genaamd, aan Pieter Lambertz. heeft verkocht den schepenbrief van 16 Rijnsche guldens en 4 stuivers, benevens den schatbrief, welke Joest Jacobz. van der Goude had op het 1/7 deel van Florys van der Beets huis en erf. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert sess ende tsestich opten derden dach in Novembry.
736 Schepenen in Hoern schatten aan Dirc Albertz. van Haerlem voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning toe, 1/29 deel van een huis en erf in de Noerderstrate, waaruit voogden van den Heiligen Geest hem 4 Rijnsche guldens lijfrente schuldig zijn. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert sess ende tsestich opten tiende dach in Decembry.
737 Karel van Bourgongen, graaf van Charloes, gelast den heer van Gruythuisen, stadhouder-generaal en zijn Raad in Hollant, Zeellant en Vrieslant, den kooplieden den handel met Deventer te verbieden, aangezien deze stad in eene twist over onredelijke lasten, geweigerd heeft zich te onderwerpen aan de uitspraak van Karel en den bisschop van Utrecht. Gegeven in onse sloete tot Gorichem den XXten dach van Decembri int jaer ons Heeren MCCCC ses ende tsestich. Inv. no. 461. Gelijktijdig afschrift Pap. Zeer Gesch.
738 De Heer van Gruythuyse, prins van Steenhuysen, stadhouder-generaal van Hollant, Zeelant en Vrieslant, gelast den eersten deurwaarder van het Hof, den kooplieden den handel met Deventer te verbieden. Gegeven inden Hage opden lesten dach van Januario int jaer ons Heren Dusent vierhondert zes ende tsestich naden loep shoofs van Hollant. Inv. no. 461. Gelijktijdig afschrift Pap. G. met een gedeelte van de oorkonde van 20 December 1466.
739 De afgevaardigden van Hoirn verzoeken den heer van Gruythuisen, stadhouder enz. en den anderen raden enz., den schout te gelasten 122 mud koren te ontkommeren of eene verklaring van zijne weigering af te leggen, aangezien hij 14 dagen geleden 122 mud rogge, die Herman Rechter, poorter van Deventer, te Zutfen en Deventer omstreeks St. Ponciaen (14 Januari) gekocht en in het schip van Jan Stoppegat, van Campen, had doen laden, heeft bekommerd, waarna deze vlotvaardig recht van burgemeesters en schepenen heeft geeischt, omdat hij hem niet wilde laten varen wegens de bevelschriften, om alle goederen van Deventer aan te houden. Gelijktijdig afschrift (Inv. no. 461) Pap. Gesch.
740 De afgevaardigden van Hoirne verzoeken stadhouder en raden hen te laten weten of zij den koopman, van wien de schout 122 mud rogge heeft bekommerd, met zijn koren moeten laten varen of daarvan recht doen; of wel den schout dagvaarden indien hij hen lastig zal vallen, aangezien hij het koren 24 dagen lang heeft bekommerd voordat de lastgevingen van den heer van Charloes en van stadhouder en raden waren uitgevoerd. Gelijktijdig dubbel afschrift (Inv. no. 461) Pap. G. In margine van een der afschriften de bevestigende apostille van 5 Maart LXVI secundum cursum curie.
741 De pensionaris van Hoirn verzoekt den heer van Gruythuisen, stadhouder, en den anderen raden, den schout nogmaals uitdrukkelijk te gelasten zes last bekommerde rogge van een poorter van Deventer, onmiddellijk tot recht en vonnis te stellen, aangezien hij dien poorter vlotvaardig recht heeft geweigerd, tegen de lastgeving in van stadhouder en raden. Gelijktijdig afschrift (Inv. no. 461) Pap. Gesch.
742 De steden van Northollant en Vrieslant verzoeken hertog Karel, Deventer te dwingen, zijn onderzaten vrij den IJssel op en af te laten varen op de oude tolvoorwaarden, of wel die stad en allen ingezetenen van het Sticht te verbieden in zijne landen te komen, zijne eigen onderzaten te gelasten geene goederen naar het Sticht te voeren, aangezien zij na klachten bij wijlen hertog Philips en Karel, zelfs geene schadevergoeding van de stad hebben verkregen, maar slechts allen handel daarmee is verboden, waarna de stad den handel heeft volgehouden door middel van Utrecht, Campen, Zwol en anderen, tot groote schade van 's hertogen onderdanen. Klad (Inv. no. 461) Pap. Gesch. in het Fransch en Nederlandsch.
0348 Oud archief stad Hoorn, 1356-1815
Inventaris
1.1. Archief van de stad Hoorn
1.1.3. Regestenlijst
742
De steden van Northollant en Vrieslant verzoeken hertog Karel, Deventer te dwingen, zijn onderzaten vrij den IJssel op en af te laten varen op de oude tolvoorwaarden, of wel die stad en allen ingezetenen van het Sticht te verbieden in zijne landen te komen, zijne eigen onderzaten te gelasten geene goederen naar het Sticht te voeren, aangezien zij na klachten bij wijlen hertog Philips en Karel, zelfs geene schadevergoeding van de stad hebben verkregen, maar slechts allen handel daarmee is verboden, waarna de stad den handel heeft volgehouden door middel van Utrecht, Campen, Zwol en anderen, tot groote schade van 's hertogen onderdanen. Klad (Inv. no. 461) Pap. Gesch. in het Fransch en Nederlandsch.
Datering:
(1467)
laatste wijziging 15-05-2006
743 De steden van Hollant en Vrieslant verzoeken den heer van Gruythuysen, stadhouder-generaal enz. en den anderen raden, dat de ordonnantie om borgen te nemen van allen die met goederen den IJssel opvaren, aldus uitgebreid worde, dat den ingezetenen van Gelrelant, Vrieslant, Sticht, Monster en Osenbrugge verboden worde, goederen van Deventer naar de landen van den hertog te brengen, en vooral uit zijne landen naar Campen, Zwolle, Harderwijck of elders, zonder borgtocht te stellen dat ze niet naar Deventer worden gevoerd, zooals tot nog toe geschiedde. Gelijktijdig afschrift (Inv. no. 461) Pap. G. Monster = Münster; Osenbrugge = Osnabrück.
744 De afgevaardigden van Hollant, Zeelant en Vrieslant verzoeken den heer van Gruythuysen, stadhouder, en den anderen raden, den bisschoppen van Utrecht, Monster, Osenbrug en den hertogen van Gelre en Cleve of den steden der voornoemde heeren, aan te manen, hunne onderzaten te waarschuwen voor den handel met Deventer, opdat zij geene schade ondervinden van het verbod van den landsheer. Gelijktijdig afschrift (Inv. no. 461) Pap. G.
745 De heer van Gruythuysen, prins van Steenhuysen, stadhouder-generaal en de andere raden van Hollant enz., verzoeken den bisschop van Utrecht, de ordonnantie van den hertog tegen den handel op Deventer, in zijne landen af te kondigen. Gescreven inden Hage enz. op den IIIlen dach van Februario anno XIIIIc LVI secundum cursum curie Hollandie. Gelijktijdig afschrift (Inv. no. 461) Pap. G. Moet zijn 1467, niet 1457, blijkens de oorkonde van 31 Januari 1467.
746 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Katrijn Reylofs weduwe c.s. aan Dirc Jacob Roloffz. hebben verkocht eene jaarrente van een Rijnschen gulden, aflosbaar met den penning 16, uit een erf in de Nyewesteghe, ten zuiden grenzend aan St. Ceciliaconvent. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert zeven ende tsestich opten tiende dach in Maerte.
747 Schepenen in Hoern schatten toe, aan Dirc Albertz. van Haerlem voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning, 1/29 deel van een huis in de Noerderstrate, waar uit voogden van den Heiligen Geest hem 4 Rijnsche guldens schuldig zijn. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert zeven ende tsestich opten XXIIIen dach in Maerte.
748 Het Hof van Hollant spreekt Medemblyck vrij in het proces, de stad over beweerde wanbetaling aangedaan door Gerit van Berkenrode, ontvanger van de bede in Kermerlant, Vrieslandt en Waterlandt. Actum XI daghen in Junio anno LXVII.
749 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jan Jong Dircxz. aan St. Pietersdal, het Gasthuis en den Armen Zieken op Keern gezamenlijk heeft geschonken de helft van 2 1/2 morgen land onder Hoghentwoude. Int jair ons Heren MCCCC ende LXVII opten twyntichsten dach in Julio.
750 De ministra en St. Ceciliaconvent verklaren aan Hillegont Jansd schuldig te zijn, eene lijfrente van 3 1/2 Rijnschen gulden, en dat deze rente na haar dood zal worden bestemd tot twee feestmaaltijden per jaar voor het geheele convent. Int jair ons Heren Dusent vierhondert sevenentsestich op Sinte Augustijnsdach.
751 Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Jan Claesz. aan Jacob Hermanz. heeft verkocht eene jaarrente van een Rijnschen gulden, aflosbaar met den penning 15, uit een huis en erf in de Nuwesteghe, ten zuiden grenzend aan St Ceciliaconvent. Int jair ons Heren Dusent vierhondert zeven ende tsestich opten XXIIIen dach in Decembry.
752 Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Jan Claesz. een huis en erf in de Vijselstrate voor een Rijnschen gulden jaarrente daaruit, van Gheryt Gherytz. heeft gekocht, aflosbaar met den penning 15. Int jaer ons Heren MCCCC ende LXVII opten drie ende twintichsten dach in Decembri.
753 Broeder Claes, prior van St. Pietersdal, geeft een vidimus van de oorkonde van 15 September 1428. Int jaer ons Heren MCCCCLXVIII sexto kalendas Februarii. O (Inv. no. 736) P. G. Zegel ad causas van St. Pietersdal Gr. W. Gesch.
754 Burgemeesters van Hoerne oorkonden aan burgemeesters, schepenen en raden van Gronyngen, dat kerkmeesters optredende voor de rechte armen, aan Adam Claesz. volmacht hebben gegeven binnen Groningen de 20 Rijnsche guldens in ontvangst te nemen, welke door wijlen........besproken zijn aan de rechte armen te Hoerne. Opten XXIXen dach in Januario int jair ons Heren Dusent vierhondert acht ende tsestich.
755 Schepenen in Hoern schatten Dirc Albertz. van Haerlem toe, voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning, 1/29 deel van een huis en erf in de Noerderstrate, waaruit voogden van den Heiligen Geest hem 4 Rijnsche guldens lijfrente schuldig zijn. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert acht ende tsestich opten vierden dach in Februario.
756 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Tyman Pieterz. aan kerkmeesters van de Parochiekerk, voor de rechte armen heeft geschonken, zijn huis en erf binnen Hoern op ...................., verder een stuk rietland buitendijks bij die drie Husen, benevens al zijn roerend goed. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert acht ende tsestich opten achtende dach in Februario.
757 Schepenen in Gorinchem oorkonden, dat Jan Heynricz. aan Meester Wouter Janz. heeft overgedragen 3 3/8 gouden kroon jaarrente, uit twee huizen en hofsteden buiten de Cansepoert van de Halvestrate tot de Bansloet, benevens 3 1/2 Bourgondisch schild jaarrente uit twee huizen en hofsteden buiten de Cansepoert bij den Halvenvlyet. Ghegeven opten sevenden dach in Maerte int jaer ons Heren MCCCC ende LXVIII.
758 Anno a nativitate Domini M°CCCC°LXVIII°. indictione decima sexta, die vera vicesima secunda mensis Marcii, hora prima vel quasi post meridiem, in domo domini Galieni filii Johannis, perpetui vicarii in ecclesia de Hoern, Traiertensis dyocesis, prepositure Westfrisie, pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Pauli divina providencia pape secundi, anno quinto. Sophia, weduwe van Johannes Beerdzer, vermaakt aan het convent Mons Oriens op eene mijl afstand van Osnabrück 32 1/3 nobel aan kusten van een stuk land in Wijdenes, voor haar zielerust en die van haar zoon Jacobus, die in het convent is gestorven. Acta sunt hec anno Dei, indictione, die, mense, loco, hora et pontificatu quibus supra.
759 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jan Claesz. aan Jan Hermansz. heeft verkocht een Engelschen nobel jaarrente uit een huis en erf aan den Rodenstien, aflosbaar met den penning 20. Int jaer ons Heren MCCCC ende LXVIII opten XXIIIten dach in Maert.
760 Het Hof van Hollant, gezien het proces tusschen Jan Karstantsz. en meesterknapen van de houtvesterij van Noordthollandt, over boete, waartoe zij hem veroordeeld hadden als niet in gijzeling gekomen, toen hij een dienaar van den graaf van Oestervant, wegens jagen op zijne gronden, had laten gevangen nemen, verklaart de gijzeling van onwaarde, en veroordeelt verweerders in de kosten. Actum elf daeghen in Junio XIIIIC LXVIII.
761 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Aecht Coman Syvertsd. aan St. Katrijnenconvent heeft verkocht, de helft van 2 1/2 Rijnschen gulden jaarrente, waarvan de ingevoegde schepenbrief van 5 Juli 1432 spreekt. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert acht ende tsestich opten XIIIIen dach in Decembry.
762 Het Hof van Hollandt stelt in een proces tusschen den landsheer en Jan Jansz. c.s. over hun recht van welgeboren lieden, gedaagden in het gelijk. Actum XVII daghen in Decembri anno XIIIIC acht ende tsestich.
763 Herman Rechter, van Deventer, verklaart dat hij A°. 1467 in de week na Driekoningen te Suttfen 100 mud rogge gekocht en in het schip van Jan Stoppegat, van Campen, heeft geladen en te Deventer nog 22 pond er bij, en dat hij daarmee naar Hoern is gezeild om ze te verkoopen
764 Hermen Richter, de Junghe, en zijn broeder Werner verzoeken aan Horne, uit naam van hun vader, binnen veertien dagen te zenden 150 postulaatguldens, welke zij, bij weigering, op de poorters zullen verhalen. Datum in Campen anno LVIII sub signeto meo etc.
765 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Dirc Jacobz. c.s. aan Katrijn Jansd., mater van St. Ceciliaconvent hebben verkocht het roerend en onroerend goed, dat zij zullen erven bij overlijden van hunne tante Clemeyns Dircxd., zuster in het convent. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert negen ende tsestich opten negentiensten dach in Januario.
766 Schepenen in Hoern schatten Dirc Albertz. van Haerlem toe, voor hoofd-, schat-, schrijfgeld en den derden penning 1/29 deel van een huis en erf in de Noerderstrate, waaruit voogden van den Heiligen Geest hem 4 Rijnsche guldens lijfrente schuldig zijn. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert negen ende tsestich opten tiende dach in Februario.
767 Petrus Mylet, proost van West-Friesland gelast zijn priesters en geestelijken den dijkgraaf Albertus Symonz te verbieden, verder voor den wereldlijken rechter te procedeeren tegen Mr. Ludolphus van Hoirn, cureit van Woggenem, over de landerijen van de parochiekerk aldaar wegens een delict van den overleden cureit Johannes Goyer, en schout, schepenen en burgemeesters van Hoirn te bevelen zich in die zaak niet te mengen. Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo sexagesimo nono decima quarta die mensis Februarii. Inv. no. 239. Gelijktijdig afschrift Pap. G.
768 De afgevaardigden van Hoirn verzoeken den Raad van Holland, ten eersten: den schepenen van de stad te vergunnen panding, schatting en eigening te doen op de landen van de parochiekerk te Wognem, doch in naam van den landsheer en op verzoek van den oud-dijkgraaf van het Oosterbaljuwschap Albrecht Symonz., volgens vorig vonnis van den Raad tegen heer Frederick Jansz., deken, waarop deze met ban en boete heeft gedreigd, volgens lastgeving van den proost van West-Friesland. Of wel den schepenen andere instructies te geven. Ten tweede verzoeken zij, maatregelen te nemen tegen die van Oosterblocker, die weigeren den overtoom in den Blocdijck te herstellen; alles met bevestigende apostille.
769 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Aeff Pieter Hedzoonsd. aan voogden van het Heilige Geesthuis heeft verkocht 1/2 huis en erf in de Noerderstrate op den hoek van de Noerderkerksteghe, voor eene lijfrente van 13 Rijnsche guldens. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert negen ende tsestich opten twintichsten dach in Februario.
770 De Raad van Hollant enz., gehoord de klacht van Hoirn, dat die van Oosterblocker weigeren den overtoom in den Blocdijc te onderhouden, gelast den eersten deurwaarder die van Oosterblocker aan te zeggen den overtoom te herstellen. Opten XXIIIIen dach van Februario int jair ons Heren Duysent vierhondert acht ende tsestich naden loip van desen hove.
771 Het Hof van Hollant veroordeelt Heer Aelbrecht van Schaghen, wegens ongehoorzaamheid jegens een vonnis van het Hof, om blootshoofds vergiffenis te komen vragen, 25 gouden leeuwen te betalen en eene bedevaart naar Rome te doen. Actum IIII daghen in Maerte anno XIIIICLXVIII secundum cursum curie.
772 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Pieter Symonz. aan Meynu Taems Martenz.dochter heeft verkocht een Rijnschen gulden jaarrente, uit 1/4 deel van een huis en erf in de Noerderstrate bij den Roedenstien, aflosbaar met den penning 16. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert negen ende tsestich opten elften dach in Maerte.
773 Jonge Jan Jansz., in Scagen, verkoopt aan Dirck Jacobsz. van Aemstelredamme, 29 sneezen in het nieuwland van Burchorn voor Scagen. Den vijfthiensten dach in Mairte int jair onss Heren Duysent vierhondert negen ende tsestich.
774 Dirck Jaeobsz. van Aemstelredamme belooft Jonge Jan Jansz. van Scagen, dat hij na vijf jaar 29 sneezen in het nieuwland van Burchorn, voor 26 Rijnsche guldens zal kunnen terugkoopen. Den XVen dach in Mairte int jair ons Heren MCCCC negen ende LXtich.
775 Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Katrijn Fopp Janz.-dochter met toestemming van haar man Jacob Symonz. en na Jan Gherytz. tot voogd te hebben aangenomen, aan St. Pietersdal heeft geschonken, een huis en erf aan de oostzijde van de Noerderstrate. Int jair ons Heren MCCCC ende LXIX opten vier ende twyntichsten dach in Maerte.
776 Het Hof van Hollant beslist, dat dijkgraaf en heemraden van Geestmerambacht, met de waarschappen van Schagen, terstond den nieuwen dijk onder Burchorn zullen keuren, schouwen en verstoelen. Actum acht en twintich dagen in Junio anno XIIIIc negen ende tsestich.
777 Schepenen in Deyl oorkonden, dat Jacob Louwe aan broeder Aernt van Vreden, procurator van de Kruisbroeders in Asperen, ten behoeve van de Kruisbroeders in Hoern heeft verkocht zeven morgen land onder Eynspijck in de Corte Hoeven, 17 hond land onder Deyl, Vorderencamp genaamd, aan de Ghemeyn Weteringe, twee morgen aldaar, Jans Mennenkempken genaamd aan de Polschestege, en 16 hond aldaar, Hermenscamp genaamd, voor 400 goudguldens. Gegeven int jaer ons Heren MCCCCLXIX des Donredaghes na Sinte Martensdach translationis. Afschrift Inv. no. 792 bl. 20 v°.
778 Schepenen in Deyl oorkonden, dat Jacop Louwe de landerijen (vermeld in voorgaande akte) voor eene jaarrente van 21 gouden Rijnsche guldens heeft gehuurd van den procurator broeder Aernt van Vreden, namens de Kruisbroeders in Hoirn. Gegeven int jair ons Heren MCCCC LXIX des Donresdaghes na St. Martensdach translationis. Afschrift Inv. no. 792 bl. 20 v°.
779 Jacop Louwe huurt de landerijen (vermeld in de voorgaande oorkonden), voor eene jaarrente van 21 gouden Rijnsche guldens van den prior der Kruisbroeders in Hoirn met verplichting om alle tijnsen en andere lasten te betalen. Gegeven int jair ons Heren MCCCC LXIX opten sesten dach inder maent van Meert (lees Juli). Afschrift Inv. no. 792 bl. 21 r°.
780 Schepenen in de stede van Hem en Veenhusen oorkonden, dat Fie Jacob Pouwelsd. van Hoern, een morgen bouwland Wouter Herensoenslant genaamd, onder Hem, en nog acht deimpten land over de Waddens aldaar, heeft geschonken voor eene vicarie, waaruit zij eene lijfrente van drie Rijnsche guldens voor zichzelve behoudt, welke na haar dood aan de rechte armen in Hem zal komen. Opten vijften dach in Septembri int jaer ons Heren MCCCC ende LXIX.
781 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Dirc Albertz. van Haerlem aan voogden van den Heiligen Geest heeft verkocht, alle schepenbrieven van lijfrenten en schatbrieven welke hij op het huis en erf aan de westzijde van de Noerderstrate had, voor eene lijfrente van vier Rijnsche guldens. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert negen ende tsestich opten XIIen dach in Septembry.
782 Charles duc de Bourgoingne, staat zijn onderdanen in Noord-Holland en Friesland toe, bij schipbreuk of ander ongeluk ter zee, het verongelukte op te mogen zoeken. Donné en nostre ville de Gand le premier jour de Janvier lan de grace mil quatrecens soixante neuf. Inv. no. 91 Gelijktijdig afschrift P. G. Hieraan is gehecht de vertaling in het Nederlandsch. Gelijktijdig afschrift P. G. Vermeld: Boergoensche Charters blz. 139.
783 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Olfert Jansz. aan Pieter Jan Reyloffz. heeft verkocht drie Rijnsche guldens jaarrente, uit een huis en erf in de Kerkstrate bij het klokhuis, ten zuiden van het gasthuis, afiosbaar met den penning 16. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert ende tseventich opten elften dach in Januario.
784 Aelbrecht van Raephorst, rentmeester van Vrieslant, bekent van Horen te hebben ontvangen 1100 schilden voor den termijn van St. Jan midzomer 1.1. der tienjarige bede. Opten XVIen dach in Januario int jair ons Heren Duysent vierhondert negen ende tsestich.
785 Aelbrecht van Raephorst, rentmeester van Vrieslant, bekent van Hoerne te hebben ontvangen 1000 schilden, in mindering der termijnen van St. Jan midzomer en Kerstavond 1.1. der nieuwe bede. Opten VIIIen dach in April int jair ons Heren Duysent vierhondert negen ende tsestich nader loip shoifs van Hollant.
786 Schepenen in Westwoude oorkonden, dat Folkert Meynertsz. verklaard heeft aan Isbrant Claesz. schuldig te zijn twee Rijnsche guldens jaarrente uit een huis en land, de Hoghe Sydwynt genaamd, onder Binnende Wyzen, aflosbaar met den penning 16. Int jair ons Heren MCCCC ende LXX des dages na Marcus evangelist.
787 Paus Paulus II bevestigt, op verzoek van de prioren en broeders der Kruisbroedersconventen in Hoirne en Sneke, hun overgang van de Derde Orde tot die der Kruisbroeders. Datum Rome apud Sanctum Petrum anno incarnationis dominice M°CCCC° septuagesimo, quinto Kalendas Maii pontificatus nostri anno sexto.
788 Schepenen in Gorinchem oorkonden, dat Sander Fredericz. aan St. Pietersdal beloofd heeft, 16 Rijnsche guldens jaarrente uit de vroeger (24 November 1465) door hem verkochte -maar thans in pacht terugontvangen landerijen, geregeld te zullen betalen, aflosbaar met den penning 20. Ghegheven opten tweden dach in Junio int jaer ons Heren MCCCC ende LXX.
789 Inguerrandus episcopus Solubriensis, biechtvader van den hertog van Bourgondië, staat den prior en het convent van St. Pietersdal verschillende voorrechten toe betreffende den dienst, preek, begraafplaats, biecht en andere sacramenten, waarvoor zij hem of zijn opvolgers jaarlijks twee Rijnsche guldens schuldig zijn. Anno Domini M°CCCC°LXX° mensis Junii die sexta decima.
790 Aelbrecht van Raephorst, rentmeester van Vrieslant, bekent van Horen te hebben ontvangen 1100 schilden, voor den termijn van Kerstavond 1.1. der tienjarige bede. Opten XVen dach in Julio int jair ons Heren Duysent vierhondert ende tseventich
791 Aelbrecht van Raphorst, rentmeester van Vrieslant, bekent van Hoorn te hebben ontvangen 1000 schilden, voor den termijn van St. Jan midzomer 1.1. der nieuwe bede. Opten anderden dach van Augusto int jair Duysent IIIIc ende tseventich.
792 Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Meynert Hedsz. priester aan Gheryt van Beerhem heeft verkocht drie Rijnsche guldens jaarrente, uit een huis ten noorden van de kerk, aflosbaar met den penning 15. Int jaer ons Heren MCCCC ende LXX op St. Mauritiusdach mit sinen ghesellen.
793 De heer van Gruythuyse, prins van Steenhuyse, stadhouder, en de andere raden des hertogs van Hollant, Zeelant en Vrieslant oorkonden aan de drossaarden en andere dienaren in hun landen, volgens brieven van den hertog van 13 September, dat zij zijn onderdanen van Oistvrieslant van Oistagoo en Westagoo voor rebel verklaren, behalve Offa Jaraxma, Zywairt Jayeman c.s. Zij worden gelast alle personen en goederen van daar aan te houden, en de inwoners te verbieden koopmanschap met de rebellen te drijven. Upten XXVen dach van Septembri int jair ons Heren Duysent vierhondert ende tseventich. Inv. no. 92. Gelijktijdig afschrift Pap. Gesch.
794 Aelbrecht van Raphorst, rentmeester van Vryeslant, bekent van Hoern te hebben ontvangen 1000 schilden, verschijnende op Kerstavond e.k. voor de nieuwe bede, waarna de stad voor de oude bede nog 1100 schilden schuldig blijft. Daechs nae Sinter Nyeclaesdach int jair ons Heren Duysent vierhondert ende tseventich.
795 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Jan Dirc Adamsz. en IJsbrant Semesz. van Monykedam, aan voogden van het Heilige Geesthuis hebben verkocht, eene erfpacht van 35 Vlaamsche plakken en 2 1/2 leliaert, uit een huis en erf in de Noerderstrate. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert enentseventich opten XXVIIIen dach in Januario.
796 Karle hertog van Bourgongen, schenkt Hoirne eenige voorrechten voor de bierbrouwerij. Ghegeven upten sesten dach van Februario int jair ons Heren Dusent vierhondert ende tseventich naden lope van onsen hove.
797 Aelbrecht van Raephorst, rentmeester van Vrieslant, bekent van Horen te hebben ontvangen 200 schilden, voor den termijn van St. Jan midzomer 1.1. van de tienjarige bede. Opten XIIIIen dach van Februario int jair ons Heren Duysent vierhondert ende tseventich naden loip shoifs van Hollant.
798 Schepenen in Hoern oorkonden, dat Hillegont Fneies? weduwe verklaard heeft, dat het door haar bewoonde huis in de Goeu alleen op kosten van St. Cecilia-convent is gebouwd en dat Gheryt Dircxz. c.s , als hare erfgenamen, ten behoeve van het convent van alle rechten op genoemd huis afstand hebben gedaan. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert enentseventich opten XVIIIen dach in Februario.
799 Schepenen in Hoirn oorkonden, dat Pieter Gerbrantz. van Nibixwout aan Jan Foppenz. heeft verkocht, twee morgen en twee hond land onder Nibixwoude. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert enentseventich opten XXVIIIden dach in Februario.
800 Anthonius Hanneron, prothonotarius van den Heiligen Stoel, proost van West-Friesland, bevestigt de voorrechten welke St. Pietersdal van Inguerrandus, Solubriensis episcopus, cureit van de Parochiekerk in Hoirn, heeft verkregen en staat den broeders toe, eens per jaar de proosdij rond te gaan om te preeken en aalmoezen te vragen. Datum anno Domini MCCCCC°LXXI° quintadecima die Marcii.
Records 801 t/m 900
Records 901 t/m 1000
Records 1001 t/m 1100
Records 1101 t/m 1200
Records 1201 t/m 1300
Records 1301 t/m 1381
1.2. Aanvullingen op den Inventaris van het archief der stad Hoorn
1.3. Stukken, behorende tot het Archief der gemeente Hoorn 1355-1765, die verloren zijn gegaan
1.4. Nieuw Archief
laatste wijziging 11-12-2023
5.075 beschreven archiefstukken
251 gedigitaliseerd
totaal 32.069 bestanden

Kenmerken

Datering:
1356-1815
Datering:
1356-1815
Plaats:
Hoorn
Soort archief:
overheid
Omvang:
166000 mm
Raadpleegbaar:
ja
Licentie:
CC BY-SA 4.0 Creative Commons (CC BY-SA 4.0)
Openbaar:
geheel
Auteur:
C.J. Gonnet en R.D. Baart de la Faille (1918), herzien in 2009-2010
Categorie:
laatste wijziging 11-12-2023
5.075 beschreven archiefstukken
251 gedigitaliseerd
totaal 32.069 bestanden
 
 
 
chat loading...