U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken.
Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.
Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.
Objecten
1685_189 ONA 189. Avenhorn, akten notaris Jan Reijersz. Rijp, 1660-1675.
Attestatie, 7-6-1676
Notaris:
Jan Reijersz. Rijp
Plaats notaris:
Avenhorn
Soort akte:
Attestatie
Persoon in notariële akte:
1 Tamis Willems
2 Jan Kornelisz Kleermaker (!) / Snijder (!)
3 Maarten Krijns Molenaar
4 Dirk Jans Bakker
5 Pieter Gerrits Hoogwoud
6 Maartje? (!) / Maria? (!) Kornelis (!) Poorts (!)
7 Jakob Hendriks (!) Poort
8 Jakob Klaasz Stam
9 Kornelis Pieters
Object:
meelmolen Meelmolen
bedrijf Bakkerij
Annotatie1:
Zie ook: 0189/100 (zonder annotatie) en: 0189/143; 0190/091; 0224/111, 113, 123.
Betreft de ontvolking van Grosthuizen en Avenhorn als gevolg van de overstroming van november 1675 en het stilliggen van de meelmolen en bakkerij te Grosthuizen van 04-11-1675 tot 06-02-1676, mede als gevolg daarvan.
Betreft de ontvolking van Grosthuizen en Avenhorn als gevolg van de overstroming van november 1675 en het stilliggen van de meelmolen en bakkerij te Grosthuizen van 04-11-1675 tot 06-02-1676, mede als gevolg daarvan.
Annotatie2:
Op verzoek van Pieter Gersz Hooghwoudt, impostmeester van het gemaal over Hoorn met zijn dorpen (zie: Hoogwoud, Pieter Gerrits) attesteren Taams Willemsz, burgemeester te Grosthuizen (zie: Willems, Tamis), Jan Cornelisz, burgemeester te Avenhorn (zie: Snijder!/Kleermaker!, Jan Kornelisz), Maarten Krijnsz Molenaar (zie: Molenaar, Maarten Krijns) en Dirck Jansz Bakker (zie: Bakker, Dirk Jans), beiden te Grosthuizen.
Zij verklaren ‘bij ware woorden in plaatse van eede, hoe waar is, eerstelijck de voorsz[eyde] Taams Willemsz, dat door de inundatie van awater en[de] doorbrake des des [sic] dijcks in novemb[er] laastleden het dorp Grosthuysen op acht à thien familiën nae van inwoonders is ontbloot geweest, dewelcke haar gans wijt en[de] breedt hadden verspreyt, sonder te konnen seggen waar, en[de] datter noch verscheyden familiën niet herwaarts terugh sijn gecomen, soo datter alsnogh vele huysen ijdel en[de] onbewoont sijn.
Zij verklaren ‘bij ware woorden in plaatse van eede, hoe waar is, eerstelijck de voorsz[eyde] Taams Willemsz, dat door de inundatie van awater en[de] doorbrake des des [sic] dijcks in novemb[er] laastleden het dorp Grosthuysen op acht à thien familiën nae van inwoonders is ontbloot geweest, dewelcke haar gans wijt en[de] breedt hadden verspreyt, sonder te konnen seggen waar, en[de] datter noch verscheyden familiën niet herwaarts terugh sijn gecomen, soo datter alsnogh vele huysen ijdel en[de] onbewoont sijn.
Annotatie3:
Jan Corn[elisz] verclaarde, dat omtrynt de gerechte helft van [de] inwoonderen tot Avenhorn gedurende het water metterwoon sijn v[er]trocken, soo hier en[de] ginder, waarvan eenige weder terugh sijn gecomen en[de] andere haar alsnoch elders sijn onthoudende, sonder te konnen seggen waar.
De voorn[oemde] molen[aa]r ende backer verclaarden, dat de molen ende backerij tot Grosthuysen heeft stilgestaan van den 4 novemb[er] af, tot den 6 february 1676 toe, sonder eenigh broo[dt]koorn te hebben gebroken, ofte broodt gebacken, exepto datter in de voorsz[eyde] tijt niet meer is gemalen als twee sack en twee kop taruw.
Gevende sij deposanten voor redenen van wetenschap 't gene voorsz[eyt] is de oprechte waarheyth te sijn, presenteren 't selve – elck in 't sijne – des nood en[de] v[er]socht sijnde, breeder te affirmeren.
Aldus gedaan tot Avenhorn ten huyse van de weduwe van Jacob Poord, ter presentie van Jacob Claasz Stam van Avenhorn ende Corn[elis] Pietersz van Grosthuysen, getuygen van geloove hiertoe v[er]socht, ten dato als boven.’
(Zie: Poort, Jakob Hendriks!; Stam, Jakob Klaasz en: Pieters, Kornelis.)
N.B.: Gezien de datum van de akte is deze akte op een totaal verkeerde plek ingebonden. De akte hoort eigenlijk in band 0190 thuis.
De voorn[oemde] molen[aa]r ende backer verclaarden, dat de molen ende backerij tot Grosthuysen heeft stilgestaan van den 4 novemb[er] af, tot den 6 february 1676 toe, sonder eenigh broo[dt]koorn te hebben gebroken, ofte broodt gebacken, exepto datter in de voorsz[eyde] tijt niet meer is gemalen als twee sack en twee kop taruw.
Gevende sij deposanten voor redenen van wetenschap 't gene voorsz[eyt] is de oprechte waarheyth te sijn, presenteren 't selve – elck in 't sijne – des nood en[de] v[er]socht sijnde, breeder te affirmeren.
Aldus gedaan tot Avenhorn ten huyse van de weduwe van Jacob Poord, ter presentie van Jacob Claasz Stam van Avenhorn ende Corn[elis] Pietersz van Grosthuysen, getuygen van geloove hiertoe v[er]socht, ten dato als boven.’
(Zie: Poort, Jakob Hendriks!; Stam, Jakob Klaasz en: Pieters, Kornelis.)
N.B.: Gezien de datum van de akte is deze akte op een totaal verkeerde plek ingebonden. De akte hoort eigenlijk in band 0190 thuis.
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
139
Status:
De voor- en achternamen in de index van deze akte zijn gestandaardiseerd
laatste wijziging 10-10-2022
1 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden