U doorzoekt hier de complete collectie van het Westfries Archief.
Klik op de info-knop boven de zoekbalk voor tips bij het zoeken.
Voor bouw- en hinderwetvergunningen hebben we een speciale zoekpagina.
Wilt u de originele stukken raadplegen die u heeft gevonden? Vraag het stuk dan aan via de knop Aanvragen en kom langs tijdens onze openingstijden. Meer uitleg over het aanvragen van stukken vindt u hier.
Mijn Studiezaal (inloggen)
Objecten
1685_3873 ONA 3873. Hauwert, akten notaris Gerrit Adriaensz Van Warmenhuijsen, 1655-1676.
Attestatie, 4-3-1676
Notaris:
Gerrit Adriaensz van Warmenhuijsen
Plaats notaris:
Hauwert
Soort akte:
Attestatie
Persoon in notariële akte:
1 Pieter Adriaans Louws (!)
2 Jakob Pieters Oostwoud (!)
3 Wijer Simons Groot? (!)
4 Jakob Wiggers
5 Jan Kornelisz Gerbrands
6 NN
7 Klaas Kornelisz Engel
8 Hendrik Gerrits Warmenhuizen
Object:
gebied/polder Binnengouw
dorp Aartswoud
water Aartswouder Boezem
dijk Dijk
weg/water Gouw
water Langereis
watermolens Molens van de Binnengouw
dijk Noorder Kogger Zeedijk
buurt Oudijk
dorp Sijbekarspel
ambacht Vier Noorder Koggen
Annotatie1:
Zie ook: 3873/338.
Houdt verband met de stormvloed van 1675.
Houdt verband met de stormvloed van 1675.
Annotatie2:
Betreft het waterpeil van de Vier Noorder Koggen vergeleken met dat van de ‘Binnengouw’ (de Binnenpolder onder Opmeer, Hoogwoud en Aartswoud).
Op verzoek van 2 regerende vredemakers van Hauwert attesteren een regerend burgemeester (= vredemaker) en een oud-burgemeester (= oud-vredemaker), tevens koggemeter, beiden te Oostwoud, en een oud-vredemaker te Hauwert.
Op verzoek van 2 regerende vredemakers van Hauwert attesteren een regerend burgemeester (= vredemaker) en een oud-burgemeester (= oud-vredemaker), tevens koggemeter, beiden te Oostwoud, en een oud-vredemaker te Hauwert.
Annotatie3:
Zij verklaren, ‘hoedat sij comparanten op gisteren geweest sijn ende gegaen van Sijbecarspel af, de Gouw allanghs tot Eertswoud aen den dijck toe, ende ondertusschen verscheyden plaetsen gepeylt ende waterpas genomen hebben, ende bevonden dat het water van de Vier Noorder Coggen hooger was een voet ende 3 duym als het water van de Binnengouw.’
Verder verklaren zij, ‘dat sij gegaen sijn van Eertswoude af tot bij de molens van de Binnengouw, ende aldaer gepeylt ende waterpas genomen hebben, dat het water in de Bosem van de Langereys’ (= de Eertswouder Bosem of Aartswouder Boezem, de tegenwoordige Weelpolder onder Aartswoud) ‘een voet hooger was als in de Binnengouw.’
De comparanten hebben daar ook gesproken met de molenaar van één van de molens van de ‘Binnengouw’, die aan hen verklaard zou hebben, ‘dat verscheyden reysen het water in de Bosem van de Langereys wel een voet lager geweest was als het tegenwoordich in deselve Boosem was.’
Conclusie van de attestanten: ‘In vougen dat na de verclaringe van de voorgemelde molenaer sij comparanten sustineren ende reeckenen connen, dat met een getije het water van de 4 Noorder Coggen wel een voet en drie duym can afloopen.’
Zij vervolgen, dat ‘na sij alle de voors[chreven] metinge ende peylinge gedaen hadden, ende terugge naer huys reysende, wederom tot Sijbecarspel gecomen sijnde, dat het water van de 4 Noorder Coggen binnen den tijt van haer voors[chreven] reyse merckelijcken opgeloopen was, alsdoen sij eerst van Sijbecarspel gegaen waren.’
Zie ook: Een gemene dijk? Verwikkelngen rond de dijkzorg in West-Friesland, de watersnood van 1675-1676 / Jan de Bruin, Diederik Aten. – (Vrienden van de Hondsbossche; no. 21). (Bibliotheek: plaatsnr. 163 H 121.)
Verder verklaren zij, ‘dat sij gegaen sijn van Eertswoude af tot bij de molens van de Binnengouw, ende aldaer gepeylt ende waterpas genomen hebben, dat het water in de Bosem van de Langereys’ (= de Eertswouder Bosem of Aartswouder Boezem, de tegenwoordige Weelpolder onder Aartswoud) ‘een voet hooger was als in de Binnengouw.’
De comparanten hebben daar ook gesproken met de molenaar van één van de molens van de ‘Binnengouw’, die aan hen verklaard zou hebben, ‘dat verscheyden reysen het water in de Bosem van de Langereys wel een voet lager geweest was als het tegenwoordich in deselve Boosem was.’
Conclusie van de attestanten: ‘In vougen dat na de verclaringe van de voorgemelde molenaer sij comparanten sustineren ende reeckenen connen, dat met een getije het water van de 4 Noorder Coggen wel een voet en drie duym can afloopen.’
Zij vervolgen, dat ‘na sij alle de voors[chreven] metinge ende peylinge gedaen hadden, ende terugge naer huys reysende, wederom tot Sijbecarspel gecomen sijnde, dat het water van de 4 Noorder Coggen binnen den tijt van haer voors[chreven] reyse merckelijcken opgeloopen was, alsdoen sij eerst van Sijbecarspel gegaen waren.’
Zie ook: Een gemene dijk? Verwikkelngen rond de dijkzorg in West-Friesland, de watersnood van 1675-1676 / Jan de Bruin, Diederik Aten. – (Vrienden van de Hondsbossche; no. 21). (Bibliotheek: plaatsnr. 163 H 121.)
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
339
laatste wijziging 10-10-2022
1 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden