Zie ook: 5408/013, 016, 017, 041.
Betreft conflict over de hoogte van het hek tussen het erf van de requirant in deze, wonende op het Buurtje in Andijk onder Lutjebroek, en het schoolhuis ten zuiden daarvan.

Hier compareren 25 personen, allen ergens in Andijk wonend, zowel onder Lutje-broek als Grootebroek, die verklaren dat dit lage hek veel wordt gebruikt door de kinderen om de school te bereiken over het erf van de requirant, en op zondag door zowel ouderen als jongeren om naar de 'nieu-geboude kerck' (Buurtjeskerk) te gaan. Niemand zou daar voorheen bezwaar tegen hebben gemaakt of hebben gevraagd of het hek zou kunnen worden verhoogd, omdat bij nat weer de steile voeting van de dijk (de Noorderdijk), waar zij langs zouden moeten als het hek hoger zou zijn, het bereiken van school en kerk erg moeilijk zou maken.
Nu blijkt, dat één bepaalde Andijker het hek wél verhoogd wil hebben, daarin gesteund door twee kerkmeesters, van wie één de zwager is van die man en de ander de schoonvader van diens zoon. Dit zou 'groote onruste ende verwijderinge' in de gemeente veroorzaken.
Deze voorstander van verhoging van het hek zou volgens de attestanten niet gemo-tiveerd zijn door het belang van de kerk - het maakt de kerk immers niets uit of het hek hoger of lager is -, maar slechts uit afgunst handelen en voordeel voor diens zoon beogen, die namelijk net als de requirant een 'kramerie' drijft. Het verhogen van het hek zou dus slechts dienen om de nering van de requirant 'uyt te roeyen', en de twee genoemde kerkmeesters zouden partijdig zijn en hetzelfde doel nastreven.

Zie ook: 5408/013, 014, 017, 041.
Op verzoek van een schoolvoogd van de school bij de 'nieuwe kerk' te Andijk (Buurtjeskerk) verklaren vijf comparanten, allen wonende te Andijk onder Lutje-broek, dat zij op 13-02-1669 met nog ongeveer 30 à 31 personen en tevens de requirant en nog een andere Andijker hebben vergaderd in deze school over het conflict van de twee laatstgenoemden over het zetten van een hek tussen de school en het erf van de laatstgenoemde persoon (ten noorden van de school!).

Daarbij is overeengekomen de zaak voor te leggen aan twee rechtsgeleerden, en afgesproken dat in het geval deze juristen mochten beslissen dat er overloop mag plaatsvinden over en door de schutting van de school, dat dan in ieder geval de 'schoolwerff' gevrijwaard zal blijven van overloop, maar dat dan de genoemde persoon vrije doorgang zal hebben door de schutting van de kerk. (?)

Zie ook: 5408/013, 014, 016, 041.
Op verzoek van de schoolvoogden van de school bij de 'nieuwe kerk' te Andijk (de Buurtjeskerk) wordt een bij de school (ten noorden daarvan!) wonende man ge-vraagd alsnog te blijven bij het compromis dd. 13-02-1669 om de zaak betreffende het zetten van een schutting of hek tussen het erf van de man en de school voor te leggen aan twee rechtsgeleerden, en of hij bereid is in te stemmen met het aanstellen van een derde advocaat als arbiter in het geval deze twee niet tot overeenstemming kunnen komen. De man antwoordt hierop, dat 'hij insinuant' (sic) 'geen meester was van die saack, om daar alleen op te antwoorden' (d.w.z. daar niet alleen over kan beslissen).

Voor 'insinuant' moet men hier waarschijnlijk 'geïnsinueerde' lezen!