<img alt="" src="https://www.westfriesarchief.nl/templates/westfriesarchief/images/header-logo.png" />

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Inleiding

1. Geschiedenis van de organisatie

2. Geschiedenis van de archiefvorming

3. Verantwoording van de inventarisatie

4. Geraadpleegde bronnen

5. Geraadpleegde literatuur

6. Lijst van functionarissen

laatste wijziging 11-12-2023

1.873 beschreven archiefstukken

4 gedigitaliseerd

totaal 55 bestanden

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

1. Archief van het dorpsbestuur van Wognum en Wadway 1436-1795

Inventarissen

2. Archief van de gemeente Wognum 1796-1940

3. Archief van het Burgerlijk Armbestuur 1797-1963

4. Archief van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand 1806-1945

5. Archief van het levensmiddelenbedrijf 1917-1920

6. Archief van het Elektriciteitsbedrijf 1921-1925

7. Archief van het Crisis-Steuncomité 1931-1937

8. Bijlagen

8.1. Regestenlijst

1 Philips van Borgondiën, graaf van Hollant, oorkondt dat vanwege de vele diensten die de stad Hoorn hem en zijn voorvaders heeft betoond, het poortrecht van Hoorn wordt uitgebreid met Wognum, Nubbuxwoude, Oude Nubbuxwoude en Wadwey, hetgeen inhoudt dat de burgemeesters van Hoorn jaarlijks aldaar vredemakers zullen aanstellen en afzetten, dat schout en schepenen van Hoorn daar recht zullen spreken en keuren zullen uitvaardigen, en dat de opgelegde boeten voor de helft aan hem en voor de helft aan burgemeesters en schepenen van Hoorn zullen toevallen.
Inv.nr. 1.

2 Philips van Bourgondië, graaf van Holland, overwegende dat de inwoners van Woggenem, Watwey, Nubeschouwe en Oweschouwe met anderen uit Vrieslant tegen hem hebben gerebelleerd en Hoirn hebben belegerd, waarvoor hij hen in 1426 onder andere heeft gestraft met de verbeurdverklaring van hun privileges en een jaarlijks te betalen bedrag van 4 groten van elke haardstede, terwijl verder 10 personen uit hun midden lijf en goed hebben verbeurd, oorkondt, dat zij aan de uitvoering van het vonnis hebben voldaan maar dat hen dit zeer zwaar valt zodat zij bijvoorbeeld nog nooit haardstedegeld hebben betaald, en dat hij hen voor een zekere som gelds, die zij in mindering kunnen brengen op de totale boete van 20.000 schilden die hen en die van Kennemerlant, Kennemervolch en Vriesland was opgelegd, herstelt in hun rechten en de voldoening van de andere opgelegde straffen kwijtscheldt.
Het zegel ontbreekt; het charter is op de vouwen doorgesleten.
Inv.nr. 2.

3 Maximiliaan, Rooms Koning, regent voor Philips, aartshertog van Oostenrijk, oorkondt dat hij Aman Harpin heeft
begunstigd met de inkomsten uit de kosterij van Wogenem, die eerder werden genoten door Joost Desrens die er afstand van heeft gedaan.
Zwaar beschadigd; het zegel ontbreekt. Inv.nr. 5.

4 Heyndrick Fredericxz. Niedorp en Augustijn Jacobsz., schepenen van Hoorn, oorkonden dat Sijmon Claesz. te Wognum en zijn broer Pieter Claesz. te Sijbekarspel, van wie alleen de eerste compareert, hebben getransporteerd aan het dorpsbestuur van Wognum 2/3 deel van in totaal 1306 roeden land genaamd "De Middelpoot", gelegen buiten de Somerdijck in de banne van Wognum, belend ten westen met Dirrick Cornelis Aedriaensz., ten oosten met Jacob Maertsz., ten zuiden met Jacob Cornelisz. Coster en ten noorden met Jaep Jan Heynis, voor welke verkopers hun broer Claes Claesz. te Wognum zich borg stelt.
Het zegel van de eerstgenoemde schepen is geheel afgevallen, en dat van de tweede schepen half.
Inv.nr. 20.

5 Hendrick Fredericksz. Niedorp en Augustijn Jacobsz., schepenen van Hoorn, oorkonden dat Jan Adriaensz. Sieuwes te Swaech als man en voogd van Vrou Claesdr. heeft getransporteerd aan het dorpsbestuur van Wognum 1/3 deel van in totaal 1306 roeden land genaamd "De Middelpoot", gelegen over de Somerdijck in de banne van Wognum, belend ten westen met Dirck Cornelis Adriaens, ten oosten met Jacob Maerts en ten zuiden met Jacob Cornelisz. Coster, voor welke verkoper zijn schoonmoeder Lijsbeth Pietersdr. geassisteerd door haar zoon Claes Claesz. te Wognum zich borg stelt.
Beide zegels zijn afgevallen. Inv.nr. 21.

6 Albert Fransz. Sonck en Olphert Barents, burgemeesters van Hoorn, en mr.Jan van Neck en Albert Pietersz. Hauwaert, dijkgraaf van respektievelijk Drechterland en De Vier Noorderkoggen, doen uitspraak in een geschil tussen burgemeester en vredemakers van Wognum en die van Wadway over een subsidie van 72 gulden uit de gemene dorpsmorgentalen voor het onderhoud van elke roede krebbinge waarmee zij zijn belast, welke uitspraak inhoudt dat zij van alle nieuwe werken die op last van dijkgraaf en heemraden buitendijks worden gemaakt 1/3 deel zullen betalen, terwijl de paalwerken voor de wierriemen onderhouden worden als naar oude gewoonte.
Grosse geschreven door notaris Jacob van der Beecke te Hoorn geregistreerd op fo. 7 van zijn protocol. Zwaar beschadigd; het opgedrukte zegel is grotendeels verdwenen.
Inv.nr. 129.

7 Cornelis Cornelisz. in de Keyser en Derrick Jansz. Coolen, schepenen van Hoorn, oorkonden dat Thijs Pietersz. en Jacob Cornelisz. Coster, beide te Wognum, en Melis Jansz. van Hem, wonende te Schellinchout, in hun funktie van bloedvoogden over de kinderen van Jacob Pietersz. alias Jacob Florisz. van Wognum, hebben getransporteerd aan de kerkvoogden van Wognum een stuk land genaamd "Griet Jans acker", groot 650 roeden, gelegen in het oosteinde van Wognum aan de zuidzijde van de weg, belend ten oosten met Tonis Joostensz. en ten westen met Trijn Willem Tonis.
Eén zegel is geheel afgevallen, het andere half. Inv. nr. 163.

8 Otto Reijnersz. en Jacob Jansz. Verschuer, schepenen van Hoorn, oorkonden dat Sijmon Pietersz. van Nubuxwoud, wonende te Grijpskerck op Walcheren, gehuwd met Geert Thadesdr. van Wognum, en Pieter Thaedsz. van Wognum hebben getransporteerd aan het dorpsbestuur van Wognum een stuk land genaamd "De Opperpoot" groot 1100 roeden, gelegen over de Somerdijck in de banne van Wognum, belend ten noorden met Dirck Cornelis Adriaensz. en ten zuiden met Cornelis Jansz., voor welke verkopers Claes Jan Pilgrims te Wognum zich borg stelt.
Eén zegel is afgevallen, het randschrift van het andere zegel zwaar beschadigd.
Inv.nr. 22.

9 Heyck Jansz., burgemeester van Sijbecerspel, en Jaecop Sijmonsz., burgemeester van Benningbroeck, verklaren dat de nieuwe sluis tussen de banscheiding van Sijbecerspel en Benningbroeck, welke door die van Woggenum iets hoger was gelegd dan de oude sluis, door de twee genoemde bannen in het najaar van 1617 is verlaagd. Zij beloven Woggenum te zullen vrijwaren van de kosten van dit werk en van de kosten die in de toekomst uit het op hoogte houden van de sluis zullen voortvloeien.
Ongezegeld. Inv.nr. 131.

10 Notaris Jacob van der Beecke Thomasz., residerende te Hoorn, oorkondt dat Jan Pietersz. de Jonge en Sijburch Cornelisdr., echtelieden te Wognum, aan de armenvoogden te Wognum met namen Thaems Thonisz. en Adriaen Rentsz. ten behoeve van de armen hebben geschonken de helft van 2 1/2 morgens land, gelegen in de banne van Hoochtwoud in de Meeden bij Lambertschaech, genaamd "De Claverweyd", waarvan zij de andere helft hebben geschonken aan de kinderen van Jan Adriaensz. van Nubucxwoude, welk land wordt gebruikt door Pieter Cornelisz. te Lambertschaech, onder bepaling dat wanneer ooit enige nakomelingen van de schenkers in armoede geraken, dat de armenvoogden dan gehouden zijn de inkomsten van het land met uitsluiting van alle andere armen van Wognum aan hen te doen toekomen zolang hun armoede duurt.
Geregistreerd in het 12de protocol, fo. 263; het opgedrukte zegel is afgevallen.
Inv.nr. 183.

11 Maurits, Prins van Oranje, overwegende dat sinds het overlijden van Herck Janssen, schoolmeester en koster te Woggenum, genoemd ambt vaceert, stelt Pieter Claesz. te Woggenum aan als schoolmeester en koster tegen dezelfde emolumenten als door zijn voorganger genoten, met het recht een ander als zijn plaatsvervanger aan te stellen waarvoor hij echter de uit zijn ambt voortvloeiende kosten moet dragen.
Met zwaar beschadigd zegel. Inv.nr. 7.

1433 Dorpen Wognum en Wadway en gemeente Wognum, 1436-1940

Inventarissen

8. Bijlagen

8.1. Regestenlijst

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

12 Jan Allardtsz. Lammerschagen en Gerridt Pietersz. Twisch, schepenen van Hoorn, oorkonden dat Reijer Willemsz. te Wognum heeft getransporteerd aan het dorpsbestuur van Wognum een stukje grond van ongeveer 3 roeden gelegen te Wognum tegenover de kerk, belend ten oosten met het erf van de predikant en ten westen met de verkoper, op voorwaarde dat het dorp het hek onderhoudt dat de erven scheidt, dat het licht aan de noordzijde op kosten van het dorp en dat aan de westzijde op kosten van de verkoper wordt onderhouden.
Het zegel van Gerridt Pietersz. Twisch is half afgevallen. Inv.nr.23.

Maurits, Prins van Oranje, overwegende dat sinds het overlijden van Herck Janssen, schoolmeester en koster te Woggenum, genoemd ambt vaceert, stelt Pieter Claesz. te Woggenum aan als schoolmeester en koster tegen dezelfde emolumenten als door zijn voorganger genoten, met het recht een ander als zijn plaatsvervanger aan te stellen waarvoor hij echter de uit zijn ambt voortvloeiende kosten moet dragen.
Met zwaar beschadigd zegel. Inv.nr. 7.

1621, mei 29

Zie ook:

Toegang 1433, Inv.nr. 7

laatste wijziging 21-11-2005

13 Pieter Claasz. Groot en Ansem Ghijsberdtsz. Goijer, schepenen van Hoorn, oorkonden dat Jan Willemsz. te Wognum schuldig is aan Dirck Cornelisz. zijn neef, nagelaten kind van Cornelis Willemsz., 600 gulden spruitende uit de koop van 540 roeden land van totaal 6 morgens 400 roeden, gelegen in het westeinde van Wognum, belend ten oosten met de kinderen van Aerian Pieter Jacobsz. en ten westen met Claes Lousz., welk geld hij zal betalen aan de grootvader van Dirck Cornelisz., Willem Jansz., een derde deel contant en de rest op twee eerstvolgende meidagen.
Gecancelleerd; de zegels ontbreken. Inv.nr. 222.

14 Pieter Claesz. Groot en mr.Herman de Groot, schepenen van Hoorn, oorkonden dat Claes Thijsz. van Wognum, wonende te Medenblick, heeft getransporteerd aan Pieter Cornelisz., koster te Wognum, een huisje met erfje te Wognum, belend ten oosten met het huis van de predikant en ten westen met het huis van de koper, waarbij Sijmon Jansz. Coop te Wognum zich borg stelt ten behoeve van de verkoper.
Het zegel van mr.Herman de Groot is half afgevallen en dat van de andere schepen geheel.
Inv.nr. 226.

15 Willem III, Prins van Oranje, oorkondt dat hij Pieter Cornelisz. heeft aangesteld als schoolmeester en koster te Wognum op dezelfde emolumenten als door zijn voorgangers genoten.
Met opgedrukt zegel; het charter is in zeer slechte staat met veel gaten.
Inv.nr. 11.

16 Willem III, Prins van Oranje, oorkondt dat hij Pieter Janssen Hogherbrugh aanstelt als schoolmeester en koster te Woggenum in plaats van de overleden Pieter Cornelissen, op dezelfde emolumenten als door zijn voorgangers genoten.
Met opgedrukt zegel; het charter is in zeer slechte staat met veel gaten.
Inv.nr. 12.

17 Mr.Pieter Avenhorn en mr.Outger de Krijt, schepenen van Hoorn, oorkonden dat Breght Pieters te Wognum, weduwe van Jan Pietersz., heeft getransporteerd aan de vredemakers aldaar een huis en erf groot 50 roeden, staande en gelegen aan de noordzijde van de weg in het Oosteinde van Wognum, belend ten oosten met dr.Nicolaas Langewagen en ten westen met de erfgenamen van mr.Nicolaas Coninck.
Met twee zegels. Inv.nr. 30.

18 Mr.Pieter Carbasius en mr.Paulus Benningbroek, schepenen van Hoorn, oorkonden dat Joris Pietersz. Waegemaecker wonende op Keern getransporteerd heeft aan Sijmon Baertsz. te Opmeer de helft in een stuk land genaamd "De Vette Wayd", groot in het geheel 2 morgens 166 roeden, gelegen in de banne van Wognum, belend ten oosten met de erfgenamen van Jan Nopper en ten westen met Claes Jansz. Broers. waarvan de andere helft toebehoort aan de armen van Wognum.
Zeer zwaar beschadigd. Met twee zegels; het zegel van Pieter Carbasius is gedeeltelijk afgevallen.
Inv.nr. 196.

19 Mr.Nanningh Kayser en mr.Pieter Benningbroeck, schepenen van Hoorn, oorkonden dat Sijmon Baertsz. te Opmeer heeft getransporteerd aan de armenvoogden van Wognum de helft van totaal 2 morgens 166 roeden land, genaamd "De Vette Wayd", gelegen aan de Meerswal in de banne van Wognum, belend ten oosten met de kinderen van Jan Nopper en ten westen met Adriaen Gerritsz, van welk land de armenvoogden de andere helft reeds bezitten.
Met twee zegels. Inv.nr. 197.

20 Mr.Meynard van Akerlaken en Herman Verloren, schepenen van Hoorn, oorkonden dat Jan Cornelisz. Olofs, woonachtig op de Swaagdijk, schuldig is aan Joan Erhardt, oud-commissaris van Hoorn, een bedrag van f 300 welk bedrag hij belooft te zullen terugbetalen met 4% rente, waarvoor hij als onderpand stelt een huis met grond en tuin, groot 850 roeden, gelegen aan de Swaagdijk in de banne van Wognum, belend ten westen met de heer Joan Laan en ten oosten met Grietje Cornelis.
De akte is gecancelleerd; de zegels ontbreken. In dorso de aantekening van rentebetalingen en van doorhaling van de akte in het hypotheekregister na ontvangst door de schuldeiser van f 174-4-14 uit publieke verkoop van het onderpand.
Inv.nr. 234.

21 Mr.Willem Nicolaas Crap en Wijnand van Nieuwstadt jr., schepenen van Hoorn, oorkonden dat Jan Claasz. Portegijs en Dirk Gerritsz., beide wonende in de Beemster, en Joris Cornelisz. Stort, wonende onder Hooghtwoudt, getransporteerd hebben aan de regenten van Wognum 2/3 deel van een huis genaamd "Het Kloosterhuis" gelegen in het westeinde van Wognum bezuiden de weg, belend ten oosten met Theunis Aariensz. en ten westen met Casper Reek, waarvan het andere 1/3 deel eigendom is van de regenten, alsmede 6 morgens en 375 roeden in twee stukken grasland die samen groot zijn 10 morgens en 75 roeden, en waarvan het resterende deel eveneens de regenten toebehoort. Het eerste stuk waar het huis op staat is groot 4 morgens en 75 roeden, belend ten oosten met Theunis Aariensz. en ten westen met Casper Reek, het tweede stuk is 6 morgens, belend ten oosten met Casper Reek en ten westen met Theunis Jansz. Blokker.
Het zegel van Willem Nicolaas Crap is afgevallen. Inv.nr. 36.

22 Mr.Jacob van Hooiwerff en Jacob Groot, schepenen van Hoorn, oorkonden dat Jacob Pietersz. Mijsen, woonachtig op de Swaagdijk bij het Sevenhuys, weduwnaar van Trijn Claas met wie hij in gemeenschap van goederen was getrouwd, alsmede Adriaan Claasz. Timmerman wonende in het "Hornhuis" aan de Oosterdijk en Gerrit Claasz. woonachtig in Zuydwind als voogden over Geertje, Jan, Grietje en Lijsbeth Pieters van Dalen, nagelaten kinderen van Trijn Claas uit een eerder huwelijk, hebben getransporteerd aan de regenten van Wognum een huis en 1 morgen 250 roeden grasland gelegen aan de Swaagdijk onder Wognum, belend ten westen met mr.Jan Christiaan van de Blocqerij, raad en oud-burgemeester van Hoorn en ten oosten met Jacob Pietersz. Meijsz., voor 292 gulden.
Het zegel van Jacob Groot is afgevallen. Inv.nr. 39.

8.2. Overzicht van de raadsbesluiten, 1839-1937. (Inv.nrs. 249-252)

8.3. Leggerkaarten

laatste wijziging 11-12-2023

1.873 beschreven archiefstukken

4 gedigitaliseerd

totaal 55 bestanden

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren